Plan: | Bestemmingsplan Kanaaloevers Haven |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1038-onh1 |
De Grift en het Griftpad
De Beurtvaartstraat werd aangelegd op het tracé van de Grift. De looproute heette daarom voorheen het Griftpad. De Grift is de meest belangrijke beekloop in Apeldoorn en heeft lange tijd als ruimtelijke drager gefungeerd. Apeldoorn heeft haar ontwikkeling mede te danken aan de ligging van de Grift. Het schone beekwater vormde de basis voor de economische en ruimtelijke ontwikkeling. Aan de Grift waren verschillende watermolens opgericht, in eerste instantie voor papierproductie en later wasserijen. In het plangebied heeft geen watermolen gestaan.
De Grift was de zuidelijke grens van het bewoonde dorp Apeldoorn. Industriële ontwikkelingen in het gebied, zoals de gasfabriek, vonden ten zuiden van de Grift plaats. Toen de paden en wegen hier meer bebouwing kregen, door o.a. het oprichten van kleine industriële bedrijven, werd de Grift vooral gebruikt als afvoersysteem. In tegenstelling tot de molenlocaties werd de bebouwing langs de Grift niet nadrukkelijk op deze waterloop gericht. Het was zelfs zo dat, toen de bebouwing toenam, men zich van de Grift af ging keren. De Grift werd een achterkantsituatie, te gebruiken als wasplaats en later zelfs voor afval. Het Kanaal is tot stand gekomen vanwege de wens om de Grift bevaarbaar te maken. Omdat de Grift voor velen een bron van inkomsten was, werd uiteindelijk een compromis gesloten: tot aan de bebouwde kom van Apeldoorn een waterloop graven parallel aan de Grift. Samen met het Kanaal is de Grift tot halverwege de 20e eeuw structuurleidend geweest voor de ruimtelijke groei van Apeldoorn. In de 19e eeuw waren de gronden langs de Grift vooral weilanden met verspreide woningen. Rond de eeuwwisseling werd langs de beek gebouwd, hoewel gronden aan de zuidkant niet benut werden voor dorpsuitbreiding, maar voor industrie. Diverse terreinen in het gebied bleven ook lange tijd onbebouwd.
Naoorlogse ontwikkelingen hebben de loop van de Grift geen waardering gegeven. De Grift werd op verschillende plekken overkluisd, omgeleid of volledig uit het zicht gehaald. De wijziging van de vroegere benaming Griftpad in Beurtvaartstraat formaliseerde de link tussen de twee prominente structuren, de Deventerstraat en de Stationsstraat, en bevestigde de nieuwe woonfunctie. De straat wordt deels gevormd door grondgebonden woningen met voortuinen. Daar waar de straat vernauwt, is er een intieme sfeer, wat een beetje de sfeer van de Grift oproept.
In het plangebied zijn enkele kwaliteiten voorhanden om als referentiebeeld te hanteren: de rij bomen nabij de Deventerstraat is oude beekbegeleidende beplanting.
De Dorpsbeek
De Griftstraat ontleent zijn structuur aan de Dorpsbeek, gegraven rond 1850 wellicht als afwateringssysteem of voor bluswater voor de binnenstad. Zijn loop naar de Grift keerde vanuit de Brinkhorst en stroomde tot aan de Grift (nu Beurtvaartstraat). De aanleg van de Stationsweg in 1876 leidde tot woningbouw in de zijstraten, zoals ook in het bestaande lint van de Dorpsbeek. Spoedig verrezen er grotere en kleinere huizen. Invullingen bestonden uit wooneenheden vergelijkbaar met die in de luxueuze Parkenbuurt, maar met kleinere percelen per object. De typische smalle voortuinen (met hekwerken) zijn niet meer duidelijk herkenbaar, als gevolg van toenemende verharding.
Stationsstraat
De Stationsstraat was een van de logische stedelijke ontwikkelingen van na de aanleg van de spoorlijn en werd in belangrijke mate bepaald door gevarieerde bebouwing met villa's, horeca- en bedrijfspanden. Deze straat werd in 1876 ten behoeve van villawijk de Parken aangelegd door de particulier H.C. van der Houven van Oordt. De straat had een compositie van vierhoekige op de straat gerichte percelen. De straat werd voorzien van een rijke bomenrij. Een herstelplan van de bomenrij is thans uitgevoerd als onderdeel van de herinrichting van de Stationsstraat.
Het in 1880 gebouwde Kantongerecht is prominent gesitueerd aan de Stationsstraat en een goed voorbeeld van de markante hoofdvormen die de panden van deze straat karakteriseerden. Dit is een aspect dat weinig beseft werd bij nieuwbouw van de laatste decennia.
Gebouwen op de kruising van zijstraten werden ontworpen op basis van de schaal en verstedelijking van de Stationsstraat. Deze hoekpanden (het gasfabriekkantoor, het café bij de Griftstraat, de gebouwen bij de Beekstraat) zijn schuin afgewerkt om aan te sluiten op de zijstraten. Waar de Grift de Stationsstraat kruist werd een brug geplaatst. De straat en de waterloop kregen een evenwichtige behandeling: de straat en de waterloop mochten elkaar niet onderbreken, totdat in de jaren '50 de Grift overkluisd werd.
Deventerstraat
De weg van Apeldoorn naar Deventer werd aangelegd in 1815 en diende vóór de aanleg van het Apeldoorns Kanaal voornamelijk voor het vervoer van landbouwproducten. De Deventerstraat respecteerde de loop van de Grift en overkluisde hem met een brug. Het aanzien van de straat werd bepaald door robuuste villa's en logementen, alle op ruime gronden. Pas na 1920 werd de Deventerstraat een straat die de sfeer van de Parken scheidde van de industriële ontwikkelingen aan de overkant. Dit patroon van vrijstaande villa's met ruime tuinen karakteriseert de Deventerstraat nog grotendeels. Enkele percelen hebben vervangende bebouwing gekregen, waaronder Deventerstraat 43. Dit kantoorpand voegt zich goed in zijn omgeving: terug gezet op een ruime kavel en een beperkte hoogte van drie verdiepingen.
Gasfabriek (Stationsstraat 124 e.o.)
In 1863 is op particulier initiatief de gasfabriek opgericht. Met het leveren van 40 straatlantaarns maakte de gasfabriek de eerste straatverlichting voor het dorp en Het Loo mogelijk. In 1883 werd deze voorziening aangekocht door de gemeente en de fabriek groeide uit tot een grote leverancier van gas voor niet alleen Apeldoorn, maar ook omliggende dorpen zoals Epe, Vaassen, Heerde, Eerbeek en Brummen. Het bezit van eigen gas- en later ook (warm)watervoorzieningen was iets waar Apeldoorn zich mee profileerde, naast het Veluwse landschap, herbergen, villa's en winkels. Het bevorderde de aantrekkingskracht van de stad.
Het complex van de gasfabriek was een dorp in een dorp. Door de diverse gebouwen (o.a. de directeurswoning, kantoor fabrieksopzichter, zuiverhuis, meterhuis, ketelhuis, stokerij, smederij, trafo, garage, condensorgebouw en gashouders van 10.000 m3) kreeg het terrein een eigen interne structuur. Het opvallendste gebouw was de langwerpige, 16 meter brede stokerij. Met de kolentransportmechanisering werd later een kolenbaan met lift tegen het hoofdgebouw aan de Kanaalzijde aangebouwd. De schaal van de operatie was het indrukwekkendste. De twee gashouders en de Molen van Vorderman bij de Havenweg (gebouwd ca. 1866 en buiten bedrijf gesteld in 1933) waren de drie hoogte accenten van dit gebied langs het Kanaal. Nagenoeg elke tien jaar heeft er uitbreiding plaats gevonden. Wegens mechanisering moesten oudere gebouwen telkens plaats maken voor grotere versies.
Tot 1959 is de gasfabriek een goede bron van inkomsten geweest voor de gemeente. In de jaren '60 nam aardgas het over. In 1980 is het complex gesloopt m.u.v. het kantoorgebouw. Dit gebouw, op de hoek van de Stationsstraat en de Grift, was onderdeel van de uitbreidingen van 1909. In 1950 is er aan de rechterzijde een nieuwe vleugel in Delftse Schoolstijl aangebouwd. Het gebouw, dat ooit als het gezicht van het bedrijf diende, is het enige overgebleven object van de gasfabriek. Dit pand kan en moet daarom als enige functioneren als hoofdverteller van de interessante geschiedenis van het achterliggende terrein. Het verdeelstation van de gasfabriek is ook nog aanwezig (omheind en bestraat in een ronde vorm). Dit gebouw bezit geen bijzondere architectuurhistorische waarde.
Vanwege deze hoge cultuurhistorische waarde is behoud noodzakelijk. Bovendien heeft het pand een fraaie architectonische vorm. Het gebouw is een karakteristieke hoekoplossing met twee aansprekende gevels, aan zowel de Stationsstraat als de Grift. Het pand is wegens zijn architectonische, stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden dan ook een beschermd gemeentelijk monument.
Bebouwing langs het Kanaal
Al sinds de ontwikkeling van de gasfabriek in de tweede helft van de 19e eeuw is dit gebied een mengsel van groot- en kleinschalige bebouwing geweest. Er heerste geen uniformiteit in bouwvormen of gevelrichtingen langs het Kanaal. Schuin geprojecteerde bedrijfsgebouwen (zoals het kantoor van de Stoomdienst Apeldoorn-Amsterdam-Zaandam en de stokerij van de gasfabriek) en de oudere bebouwing bij de Deventerbrug en aan het begin van de Kanaalstraat werden het gevelgezicht van het Kanaal. Een soepele bedrijfsvoering stond voorop bij het inrichten van de kade. Op de hoek Deventerstraat - Kanaal Noord staat het oudste pand in dit gebied. Het maakt deel uit van een drietal bijzondere panden die georiënteerd zijn op het Kanaal. Het eerste is het prominent gesitueerde Havenmeestershuis uit ca.1880, het tweede het Havencafé uit dezelfde periode, en het derde een naoorlogs pakhuis (1956) dat een vroeger gebouw verving. Alle drie zijn gemeentelijke monumenten wegens o.a. hun belang voor het historische totaalbeeld van de nabije omgeving. Het Havenmeestershuis komt qua vormgeving sterk overeen met de brug- en sluiswachtershuizen die elders langs het Kanaal zijn te vinden.
Het café is van oorsprong waarschijnlijk als woning gebouwd, door een opdrachtgever die beroepsmatig met het Kanaal van doen had. De loods is typische naoorlogse architectuur en zijn schaal dient nu als passende overgang tot de naastgelegen nieuwbouwappartementen.
Deze groepering van drie panden bleef lang in tact, ondanks de uitbreidingen van de gasfabriek. Het appartementencomplex uit de jaren '80 is eveneens op het Kanaal georiënteerd. De uniformiteit en blokvormige architectuur is niet in staat te refereren aan de geschiedenis van deze plek. De nieuwbouwdimensies zijn veel meer een reflectie van de commerciële schaal, dan een reflectie van de historische schaal waarin de gevarieerdheid van panden centraal stond.
Het Activerium (Deventerstraat 46)
Voormalig Villa Beekzicht komt voor op kaarten vanaf ca. 1840. In 1928 werd ze door de gemeente gesloopt, waarschijnlijk ten behoeve van het plaatsen van een nieuwe gashouder. In 1979-81 werd hier het kantoorgebouw van NUON gebouwd in opdracht van Veluwse Nutsbedrijven (VNB), de opvolger van het gemeentelijke gas- en waterbedrijf. Het pand, ontworpen door het Apeldoornse architectenburo Groen Schurink, heeft overduidelijk kwaliteit door de aandacht voor details, zoals kleurgebruik, de opzet van een binnenterrein (de kantine-'patio'), de toepassing van betonnen en tegeldecoratie en decoratief (verticale strek) metselverband op de ronde hoeken. Ontwerpers in de jaren '70 experimenteerden met het terug stapelen van volumes bij hoogte en het verminderen van de dominante positie van nieuwbouw ten opzichte van een wat kleinschaligere omgeving.
Het bouwgedeelte aan de Deventerstraat was bestemd voor kantoren en het uiterlijk ervan is zorgvuldiger ontworpen dan het achterste deel voor werkplaatsen. Een paar oude lantaarns zijn nog aanwezig op het (parkeer) binnenterrein, dat deel uitmaakte van het gasfabriekterrein. Een duurzame toepassing is dat het gebouw zijn eigen verwarming verzorgt door gebruik te maken van het daaronder gelegen waterleidingsysteem en het stoken van hout.
Griftstraat
De Griftstraat heeft nog vele gave historische villa's en bedrijfspanden. De meer welgestelde panden staan dicht bij de Stationsstraat. Griftstraat 13 en 15 zijn typische Apeldoornse woningbouwvormen. Griftstraat 11, 12 en 18, met overeenkomstige hoofdvormen en detaillering, zijn als kleine groep dicht bij elkaar staande panden van grote waarde voor het zeer dorps aandoende straatbeeld hier.
Griftstraat 24 en 27 zijn oude bedrijfspanden: het eerste is een rechthoekig industrieel pand (te zien vanaf de Beurtvaartstraat) en het tweede een woon/werklokaal met een vernieuwde voorgevel. Aan het einde van de 19e eeuw worden er aan de Griftstraat industrieën zoals een smederij, tabaksfabriek en marokijnleerfabriek vermeld. Griftstraat 24 en 27 zijn interessant omdat hun uiterlijk dat tijdsbeeld oproept. Griftstraat 16 heeft een bijzondere gevel met daarop vermeld 'De Grift'.
Beurtvaartstraat 123-127
Deze panden zijn overblijfselen van de kleinschalige nijverheid die dit gebied kenmerkt en geven de arbeidssfeer weer. Belangrijk is ook dat de panden nog gaaf zijn. Dit ensemble duidt aan hoe in Apeldoorn wonen en werken zo gemakkelijk naast elkaar groeiden.
Stationsstraat 104
Het zogenaamde 'Welkoop pand' is in 1922 als maalderij met winkel en kantoren gebouwd. Opdrachtgever was de Coöperatieve Landbouwers Handelsvereeniging. De architect is de Apeldoornse A.H. Wegerif Gzn. In de architectuur van dit rijksmonument is de invloed van de Amsterdamse School duidelijk aanwezig. In 1992 verloor het pand zijn functie als Welkoop vestiging. Het pand is prominent gelegen op de hoek van de Stationsstraat en de Kanaalstraat. De hoogwaardige architectuur benadrukt de stedenbouwkundige ligging, bv in de afgeronde hoeken.
Stationsstraat 122
Voormalige villa uit omstreeks 1875-1880, uitgevoerd in een laat-eclectische trant. De serre en vensterdetaillering zijn ingrijpend gewijzigd (kunststof), maar het authentieke karakter bleef goed herkenbaar. Door zijn hoofdvorm en gepleisterde hoekpilasters neemt het pand een opvallende positie in aan de Stationsstraat, direct naast de monumentale kantoorbebouwing van de vroegere gasfabriek.
Stationsstraat 160-162b
Recentelijk is dit uit circa 1895 daterende hoekpand deels gerenoveerd en deels gereconstrueerd. Het als een winkelhuis met bovenwoning opgezette pand vormt nog altijd een stedenbouwkundig belangrijke invulling op de hoek van de Griftstraat, in het bijzonder door de afgeschuinde hoek met topgevel. De gevels bevatten markante sierdetails in neo-renaissancetrant. Zowel de hoofdvorm als de detaillering zijn van belang voor het aanzicht van de Stationsstraat, de Griftstraat en het Marktplein.
Stationstraat 168
Dit gemeentelijk monument is rond 1880 gebouwd als kantongerecht. In de eerste jaren bevond zich in de directe nabijheid geen andere bebouwing, waardoor het pand een zeer prominente ligging had. Architect was Johan Frederik Metzelaar. Het pand bevat elementen van de neorenaissance en het eclectisme en was oorspronkelijk in baksteen uitgevoerd. In 1915 werd het pand uitgebreid en de gevels van het hoofdgebouw gepleisterd. Daarna zijn er geen ingrijpende wijzigingen doorgevoerd, waardoor het pand zijn historische karakter goed behouden heeft. Tegenwoordig is het monument nog steeds een sterk beeldbepalend element aan de Stationstraat.
Vertaling in het bestemmingsplan
De voorgevels van de monumenten worden strak bestemd. Het bouwvlak ligt op de huidige voorgevel. Op deze manier wordt voorkomen dat er aan- of uitbouwen worden gerealiseerd die de bebouwing kunnen aantasten.
De in de regels van dit bestemmingsplan opgenomen sloopregeling geldt niet voor de aanwezige rijksmonumenten welke geregeld wordt middels de monumentenverordening (dus buiten dit bestemmingsplan om).