direct naar inhoud van Bijlage 2 Inspraakverslag
Plan: Bestemmingsplan Zuidwestpoort: uitbreiding bedrijventerrein - herinrichting bosgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1034-onh1

Bijlage 2 Inspraakverslag

Inspraak

Overeenkomstig het in de gemeentelijke inspraakverordening bepaalde heeft het voorontwerp van het bestemmingsplan “Zuidwestpoort: uitbreiding bedrijventerrein Ugchelen – herinrichting bosgebied” met ingang van 26 juni 2008 gedurende vier weken voor een ieder ter inzage gelegen met de mogelijkheid een inspraakreactie in te dienen. Er zijn 10 reacties ontvangen. De reacties zijn hieronder samengevat en van antwoord voorzien.

1. Fam. Visser, Ugchelseweg 48, 7339 CK te Ugchelen (d.d. 7 juli 2008)

In het voorontwerp is voor het perceel Ugchelseweg 48 een woonbestemming opgenomen terwijl er een bedrijfsruimte, waarvoor in 1992 bouwvergunning is verleend, op het perceel aanwezig is. Verzocht wordt de bedrijfsruimte als zodanig op te nemen in het bestemmingsplan.

Beantwoording

In 1992 is bouwvergunning verleend voor het gedeeltelijk vernieuwen van een bedrijfsgebouw en het oprichten van twee bijgebouwen op het perceel Ugchelseweg 48. Het vergunde bedrijfsgebouw kent een oppervlak van 45 m2. Bouwvergunning is verleend op basis van het overgangsrecht van het destijds geldende bestemmingsplan De Bouwhof-Zuid. In het nu geldende bestemmingsplan Bouwhof-De Heeze is voor het perceel een woonbestemming opgenomen, wat betekent dat het bestaande bedrijfsgebouw onder het overgangsrecht van dat bestemmingsplan is gehouden.

Nu aan de orde is een nieuw bestemmingsplan waar het perceel Ugchelseweg 48 deel van uitmaakt. In het voorontwerp hiervan is de regeling uit Bouwhof-De Heeze voor genoemd perceel overgenomen. Inspreker heeft echter geattendeerd op de aanwezigheid van het in 1992 vergunde bedrijfsgebouw.

Het onder het overgangsrecht houden van legaal opgerichte bebouwing is alleen aanvaardbaar als aannemelijk is dat deze binnen de planperiode verwijderd wordt. In dit geval is er geen aanleiding om te veronderstellen dat het bedrijfsgebouw zal worden verwijderd. Gelet hierop wordt een voor het legaal opgerichte bedrijfsgebouw passende regeling in het bestemmingsplan opgenomen. Dit in de vorm van een specifieke aanduiding op de plankaart en een bepaling in de planregels die ter plaatse van deze aanduiding bedrijfsactiviteiten toelaat in milieucategorie 1.

2. Fam. Engberink, Ugchelsegrensweg 129, 7339 MH te Ugchelen (d.d. 21 en 30 juli 2008)

Gevraagd wordt om een nadere toelichting over de voorgenomen inrichting van het bosgebied, in ieder geval op de volgende punten:

Momenteel wordt het bosgebied afgeschermd door een langs de Ugchelsegrensweg staand hekwerk. Door wethouder Boddeke is gesteld dat het hekwerk verplaatst wordt tot 40 meter in het bosgebied. Dit wordt ongewenst geacht. Het is nu al een gebied waar mensen afval storten over het hek en dit zal alleen maar toenemen als het hek verder het bos in geplaatst wordt. Zo zal de gehele zone als afvalplaats gebruikt gaan worden.

Momenteel wordt de strook grond voor hun woning gebruikt als hondenuitlaatplaats. Een gebruik wat door de gemeente gedoogd wordt. De familie Engberink heeft hier bezwaar tegen en zien het gebruik als zodanig graag beëindigd worden. Afgevraagd wordt hoe voorkomen wordt dat het hele bosgebied als hondenuitlaatplaats benut zal worden.

Hoe wordt voorkomen dat er nog overlast ontstaat van wilde zwijnen?

Hoe gaan de wandelpaden door het bosgebied lopen?

De door de gemeente verspreide informatiebrief over het bestemmingsplan geeft onvoldoende informatie, met name over de in het bestemmingsplan opgenomen geluidzone van het bedrijventerrein Brouwersmolen.

Gevraagd wordt om een nadere toelichting over de noodzaak om de geluidzone van het bedrijventerrein Brouwersmolen bij de Ugchelsegrensweg te verruimen en de mate van de verruiming. Waarom wordt de bestaande geluidzone niet gehandhaafd en opgetreden tegen de bedrijven die de overschrijding van de bestaande zone veroorzaken? Wat zijn de geluid-effecten van de uitbreiding van het bedrijventerrein?

Beantwoording

De voorziene inrichting van het bosgebied staat aangegeven op de Beekontwikkelingskaart Eendrachtspreng. Een uittreksel van die kaart en een beschrijving van de inrichting is opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan (bijlage 1 en paragraaf 4.4). Op de Beekontwikkelingskaart, die overigens nog verder wordt uitgewerkt, staan de wandelpaden met bruine lijnen aangegeven.

Het bosgebied wordt onderverdeeld in een ecologische en een recreatieve zone, respectievelijk gesitueerd aan de noord- en zuidzijde van de spreng. Uitgangspunt is op dit moment om het bestaande hekwerk binnen de recreatieve zone te verwijderen en ter hoogte van de ecologische zone hekwerk opeen beperkte afstand in het bos te plaatsen.

Met herinrichting en openbaarstelling van het bos veranderd het karakter van het gebied waardoor mogelijk het illegaal storten van afval zich niet meer zal voordoen. Illegale afvalstort is overigens niet iets wat in het kader van een bestemmingsplan voorkomen kan worden.

Het bosgebied en de door inspreker genoemde strook is en wordt niet aangewezen als hondenuitlaatplaats. Om overlast van wilde zwijnen tegen te gaan is een hekwerk geplaatst langs de Europaweg.

De genoemde brief heeft als doel om kennis te geven van het feit dat er een nieuw bestemmingsplan is opgesteld en informatie te geven over de zakelijke inhoud van het bestemmingsplan, waar en wanneer deze ter inzage ligt, aan wie de gelegenheid wordt geboden een inspraakreactie in te dienen en op welke wijze dat kan geschieden. Met de brief worden bewoners en omwonenden op de hoogte gebracht, zodat als men meer informatie wenst en/of wil inspreken het duidelijk is waar en wanneer deze informatie is te verkrijgen en op welke wijze kan worden ingesproken. In de genoemde brief is opgenomen dat, mede vanwege de uitbreiding van het bedrijventerrein, in het bestemmingsplan de bij het bedrijventerein behorende geluidzone enigszins wordt verruimd (zie omtrent dit onderwerp overigens ook de beantwoording onder c). Tevens is aangegeven dat het bestemmingsplan in te zien is op het stadhuis en op de website van de gemeente staat. De mening van inspreker dat de brief onvoldoende informatie geeft wordt dan ook niet gedeeld.

Bedrijfsgebied Brouwersmolen is een op grond van de Wet geluidhinder geluidgezoneerd industrieterrein. Op een geluidgezoneerd industrieterrein is het mogelijk om bedrijven te vestigen die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”). Om het geluidgezoneerd industrieterrein is een grens vastgelegd waar de geluidsproduktie van alle op Brouwersmolen aanwezige bedrijven niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). De in wetgeving vastgelegde 50 dB(A) wordt beschouwd als een grenswaarde tot waar er sprake is van een voor woningen aanvaardbare situatie wat betreft geluisbelasting.

De nu aan de orde zijnde uitbreiding van bedrijfsterrein sluit aan op het bedrijfsgebied Brouwersmolen. Ter plaatse van de uitbreiding worden uitsluitend bedrijven uit de lichtste milieucategorieen toegestaan. Bedrijven die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”) worden uitgesloten.

Recente jurisprudentie heeft uitgewezen dat in zo'n situatie er geen sprake is van een uitbreiding van het geluidsgezoneerde industrieterrein. De uitbreiding kan dus geen gevolgen hebben voor de zone rond het industrieterrein en de zone wordt hier dus niet verruimd. Gelet hierop wordt de op de plankaart opgenomen verruimde geluidzone van het industrieterrein teruggebracht tot de al bestaande geluidzone. Uit actueel onderzoek (KnowHowAcoustics, Uitbreiding Brouwersmolen aan de zuidzijde, kenm. APD-MO/0803/R002,, 10-3-2009) blijkt overigens dat de bestaande geluidzone ter plaatse van het bestemmingsplangebied niet wordt overschreden door de aanwezige bedrijven.

Los van het bepaalde in de Wet geluidhinder dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel te worden nagegaan of de geluidemissie van de uitbreiding van bedrijfsterrein significant van invloed is op de geluidkwaliteit van de omliggende woningen/geluidgevoelige objecten. Daar is onderzoek naar gedaan. Uit het bovengenoemde onderzoek van KnowHowAcoustics blijkt dat de totale geluidbelasting vanwege het hele bedrijfsterrein (bestaand industrieterrein en de uitbreiding) door de uitbreiding minimaal toe neemt en dat de totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen nabij de uitbreiding lager blijft dan 50 dB(A).Dit geldt dus ook voor de woning aan de Ugchelsegrensweg 129.

3. S. Doornhein, Ugchelsegrensweg 119, 7339 MH te Ugchelen (d.d. 8 juli 2008)

Inspreker is van mening onvoldoende te zijn geinformeerd over het bestemmingsplan. De dorpsraad had bericht moeten krijgen zodat de bewoners via het nieuwsblad De Bron op de hoogte hadden kunnen worden gebracht. Nu zijn slechts een aantal omwonenden schriftelijk ingelicht. Verder acht inspreker het vreemd om het bestemmingsplan te presenteren in de vakantieperiode.

Bezwaar wordt gemaakt tegen de uitbreiding van het bedrijfsterrein omdat daarmee 1,4 hectare aan een uniek stuk bos wordt gekapt. Dit bos is een natuurlijke afscheiding tussen het dorp en het bedrijfsterrein. Het bos is leefgebied van veel klein wild. Na uitbreiding resteert er nog maar een smalle strook van 20 meter tussen de tennisbanen en het bedrijfsterrein. Het bosgebied wordt daarmee gedegradeerd tot een zielige bomenrij. In mei 2007 is door de gemeente ook niet meegewerkt aan uitbreidingsplannen op het perceel Ugchelsegrensweg 26 vanwege aantasting van het bosgebied. Dat nu wel wordt meegewerkt aan uitbreiding van het bedrijfsterrein in het bosgebied komt over als onbehoorlijk bestuur.

Bezwaar wordt gemaakt tegen verruiming van de geluidzone. Nu al is er sprake van geluidoverlast van de aanwezige bedrijven. Dat zal door de verruiming van de geluidzone alleen maar toenemen.

Beantwoording

a. Er is in ruime mate kennis gegeven van het feit dat er een nieuw bestemmingsplan is opgesteld. Nadat de dorpsraad in het kader van de voorinspraak de gelegenheid was geboden te reageren op het plan is een voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld. In een publicatie in het Apeldoorns Stadsblad van 25 juni 2008, dat huis-aan-huis verspreid wordt, is informatie gegeven over de zakelijke inhoud van dat voorontwerp- bestemmingsplan, waar en wanneer deze ter inzage ligt, aan wie de gelegenheid wordt geboden een inspraakreactie in te dienen en op welke wijze dat kan geschieden. Dezelfde publicatie is ook op de website van de gemeente geplaatst. Stelling van inspreker onvoldoende geinformeerd te zijn over het bestemmingsplan wordt dan ook niet gedeeld. Het kennisgeven van nieuwe bestemmingsplannen is overigens een taak van de gemeente en niet van de dorpsraad en wordt dan ook niet aan de dorpsraad overgelaten.

Ondanks het feit daartoe niet verplicht te zijn wordt niet gestart met een ter inzage legging van een voorontwerp-bestemmingsplan als de termijn waarbinnen gereageerd kan worden geheel binnen de zomervakantie-periode valt. Als algemene lijn wordt gehanteerd dat minimaal de helft van de termijn buiten de zomervakantie-periode moet liggen, zodat ook diegene die gedurende de vakantie-periode afwezig zijn nog voldoende gelegenheid hebben om kennis te nemen van een plan en eventueel een reactie in te dienen. Deze lijn is ook bij het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan gevolgd.

b. Het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan en de daarin opgenomen ontwikkeling maakt deel uit van een groter geheel, namelijk de Zuidwestpoort van Apeldoorn. Voor dit grotere gebied, waarvan de Europaweg de centrale as vormt, is een visie vastgesteld met als doel om tot een samenhangend ruimtelijk beeld te komen. Streven is om binnen de Zuidwestpoort, als één van de belangrijkste entrees van de stad, Apeldoorn te presenteren als dynamische werkstad en gelijkertijd het groene karakter van de stad zichtbaar te maken. De visie voorziet in twee raamwerken die samen de ruimtelijke hoofdstructuur voor de Zuidwestpoort vormen en voor langere tijd de inrichting en de kwaliteit van het gebied bepalen. De twee raamwerken zijn die van de groen- en buitenruimtestructuur (waarbij het systeem van beken en sprengen de drager vormt) en die van de infrastructuur voor auto, openbaar vervoer en fiets. Ontwikkelingen binnen de Zuidwestpoort dienen te passen binnen deze raamwerken cq bij te dragen aan de versterking van deze raamwerken. Die ontwikkelingen zijn opgenomen in de Zuidwestpoort-visie.

Eén van die in de visie opgenomen ontwikkelingen betreft het uitbreiden van het bedrijfsterrein Ugchelen en het opnemen van het achterliggende bosgebied binnen de in de visie opgenomen ecologische zone. Het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan maakt deze ontwikkeling mogelijk.

Met deze ontwikkeling wordt het mogelijk om 2,6 hectare bosgebied duurzaam te behouden en zodanig her in te richten dat zowel de ecologische als recreatieve functie wordt versterkt. Er wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan de in de Zuidwestpoort-visie beoogde versterking van het groene raamwerk. Het in samenhang hiermee éénmalig uitbreiden van het bedrijfsterrein met 1,4 hectare past binnen de uitgangspunten van de Zuidwestpoort-visie. Een dergelijke uitbreiding wordt ruimtelijk aanvaardbaar geacht, niet alleen omdat daarmee het beoogde behoud en herinrichting van genoemde 2,6 hectare bos kan worden bereikt maar ook omdat aangesloten wordt op een reeds bestaand bedrijfsterrein. Het bosgebied tussen de tennisbanen en het bedrijfsterrein blijft voldoende breed (minimaal 40 meter) voor de beoogde ecologische functie. Het bos wat met de uitbreiding verloren gaat wordt elders gecompenseerd.

Met de ontwikkeling wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan de versterking van het beoogde ruimtelijk samenhangende beeld voor de Zuidwestpoort. Een belangrijk deel van het groene raamwerk wordt met de ontwikkeling gerealiseerd. Met de ontwikkeling blijft het bedrijfsterrein op ruime afstand liggen van de aanwezige woningen en wordt de ecologische functie van het bosgebied versterkt.

Een vergelijking met eerdere woningbouwplannen aan de noordzijde van de Ugchelsegrensweg, waaraan geen medewerking is verleend, gaat niet op. Zo'n ontwikkeling zou juist afbreuk doen aan de Zuidwestpoort-visie. Met dergelijke bebouwing aan de Ugchelsegrensweg zou het bosgebied als het ware uit het zicht verdwijnen. De bereikbaarheid van het bosgebied vanuit Ugchelen en de beoogde recreatieve functie zou met bebouwing langs de Ugchelsegrensweg sterk negatief worden beinvloed.

  • e. Bedrijfsgebied Brouwersmolen is een op grond van de Wet geluidhinder geluidgezoneerd industrieterrein. Op een geluidgezoneerd industrieterrein is het mogelijk om bedrijven te vestigen die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”). Om het geluidgezoneerd industrieterrein is een grens vastgelegd waar de geluidsproduktie van alle op Brouwersmolen aanwezige bedrijven niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). De in wetgeving vastgelegde 50 dB(A) wordt beschouwd als een grenswaarde tot waar er sprake is van een voor woningen aanvaardbare situatie wat betreft geluisbelasting.

De nu aan de orde zijnde uitbreiding van bedrijfsterrein sluit aan op het bedrijfsgebied Brouwersmolen. Ter plaatse van de uitbreiding worden uitsluitend bedrijven uit de lichtste milieucategorieen toegestaan. Bedrijven die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”) worden uitgesloten.

Recente jurisprudentie heeft uitgewezen dat in zo'n situatie er geen sprake is van een uitbreiding van het geluidsgezoneerde industrieterrein. De uitbreiding kan dus geen gevolgen hebben voor de zone rond het industrieterrein en de zone wordt hier dus niet verruimd. Gelet hierop wordt de op de plankaart opgenomen verruimde geluidzone van het industrieterrein teruggebracht tot de al bestaande geluidzone. Uit actueel onderzoek (KnowHowAcoustics, Uitbreiding Brouwersmolen aan de zuidzijde, kenm. APD-MO/0803/R002,, 10-3-2009) blijkt overigens dat de bestaande geluidzone ter plaatse van het bestemmingsplangebied niet wordt overschreden door de aanwezige bedrijven.

Los van het bepaalde in de Wet geluidhinder dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel te worden nagegaan of de geluidemissie van de uitbreiding van bedrijfsterrein significant van invloed is op de geluidkwaliteit van de omliggende woningen/geluidgevoelige objecten. Daar is onderzoek naar gedaan. Uit het bovengenoemde onderzoek van KnowHowAcoustics blijkt dat de totale geluidbelasting vanwege het hele bedrijfsterrein (bestaand industrieterrein en de uitbreiding) door de uitbreiding minimaal toe neemt en dat de totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen nabij de uitbreiding lager blijft dan 50 dB(A).Dit geldt dus ook voor de woning aan de Ugchelsegrensweg 119.

4. D. Zegwaard, Ugchelseweg 62, 7339 CK te Ugchelen en mevr. G. Bennink-Schonewille, Ugchelseweg 64, 7339 CK te Ugchelen (d.d. 13 juli 2008)

In het bestemmingsplan staat dat het voornemen bestaat om het bosgebied openbaar toegankelijk te maken en er wandelpaden aan te leggen. Nu wordt het bosgebied nog aan de Ugchelseweg en Ugchelsegrensweg afgescheiden door middel van een hekwerk. De tuinen van insprekers grenzen aan het bosgebied. Met de hekwerken is nu nog voor een belangrijk deel de privacy ter plaatse gewaarborgd. Vraag is in hoeverre bij het openstellen van het bosgebied rekening gehouden wordt met een afscheiding cq hekwerk tussen het openbaar toegankelijke bosgebied en het prive-terrein van insprekers. Er wordt veel waarde gehecht aan het behoud van de privacy.

Beantwoording

Met de herinrichting en openbaarstelling van het bosgebied zal het karakter van het gebied veranderen. De beslotenheid die er nu is zal verdwijnen. Om het verlies aan privacy voor insprekers tegen te gaan is het mogelijk om in het openbare bosgebied, bij de achtertuinen, een strook dichtgroeiende beplanting aan te brengen. Tevens wordt aan de achterzijde het wandelpad van de achtertuinen gescheiden door een watergang.

5. Mevr. A.M.E. de Wilde B.Sc., Ugchelseweg 42, 7339 CK te Ugchelen (d.d. 19 juli 2008)

Met het bestemmingsplan wordt de geluidszone van het bedrijfsterrein verruimd tot ver over de aanwezige tuinen en zelfs tot tegen de woningen aan.

Het bestemmingsplan leidt tot een uitzicht op een (UMTS-) mast van 40 meter hoog (nog afgezien van de gezondheidsrisico's). In het bestemmingsplan is de voorkeursplaats voor de mast niet terug te vinden.

Met de aanleg van jeugdontmoetingsplaatsen in het bosgebied ontstaat overlast voor omwonenden. Er is nu al sprake van hinder. In het bestemmingsplan is de voorkeursplaats voor de plaatsen niet terug te vinden.

Zorgen baart de mogelijkheid tot verdere uitbreiding van het bedrijfsterrein op grond van artikel 12.2. en de reactietermijn van 2 weken in artikel 15.1. Zo'n termijn is veel te kort als deze in een vakantieperiode valt.

In het bestemmingsplan is geen voorstel voor de uitbreiding cq ontsluiting van de wegen terug te vinden.

Beantwoording

Bedrijfsgebied Brouwersmolen is een op grond van de Wet geluidhinder geluidgezoneerd industrieterrein. Op een geluidgezoneerd industrieterrein is het mogelijk om bedrijven te vestigen die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”). Om het geluidgezoneerd industrieterrein is een grens vastgelegd waar de geluidsproduktie van alle op Brouwersmolen aanwezige bedrijven niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). De in wetgeving vastgelegde 50 dB(A) wordt beschouwd als een grenswaarde tot waar er sprake is van een voor woningen aanvaardbare situatie wat betreft geluisbelasting.

De nu aan de orde zijnde uitbreiding van bedrijfsterrein sluit aan op het bedrijfsgebied Brouwersmolen. Ter plaatse van de uitbreiding worden uitsluitend bedrijven uit de lichtste milieucategorieen toegestaan. Bedrijven die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”) worden uitgesloten.

Recente jurisprudentie heeft uitgewezen dat in zo'n situatie er geen sprake is van een uitbreiding van het geluidsgezoneerde industrieterrein. De uitbreiding kan dus geen gevolgen hebben voor de zone rond het industrieterrein en de zone wordt hier dus niet verruimd. Gelet hierop wordt de op de plankaart opgenomen verruimde geluidzone van het industrieterrein teruggebracht tot de al bestaande geluidzone. Uit actueel onderzoek (KnowHowAcoustics, Uitbreiding Brouwersmolen aan de zuidzijde, kenm. APD-MO/0803/R002,, 10-3-2009) blijkt overigens dat de bestaande geluidzone ter plaatse van het bestemmingsplangebied niet wordt overschreden door de aanwezige bedrijven.

Los van het bepaalde in de Wet geluidhinder dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel te worden nagegaan of de geluidemissie van de uitbreiding van bedrijfsterrein significant van invloed is op de geluidkwaliteit van de omliggende woningen/geluidgevoelige objecten. Daar is onderzoek naar gedaan. Uit het bovengenoemde onderzoek van KnowHowAcoustics blijkt dat de totale geluidbelasting vanwege het hele bedrijfsterrein (bestaand industrieterrein en de uitbreiding) door de uitbreiding minimaal toe neemt en dat de totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen nabij de uitbreiding lager blijft dan 50 dB(A).Dit geldt dus ook voor de woning aan de Ugchelseweg 42.

b. en c. Er zijn geen concrete voornemens om binnen het plangebied antenne-installaties van 40 meter hoog of jeugdontmoetingsplaatsen te realiseren. De Eendrachtspreng-visie en de Beekontwikkelingskaart Eendrachtspreng, welke de basis vormen voor de herinrichting van het bosgebied, voorzien ook niet in de aanleg van deze voorzieningen.

Waarschijnlijk is het door inspreker gestelde afgeleid uit de algemene ontheffingsregels zoals opgenomen in de bestemmingsplanregels. In deze regels is een bevoegdheid opgenomen voor het college om voor voorzieningen zoals genoemd een ontheffing van het bestemmingsplan te verlenen. Deze regels maken deel uit van de standaard-regels zoals door de gemeente Apeldoorn wordt aangehouden en worden dan ook in elk nieuw bestemmingsplan opgenomen. Dat wil echter niet zeggen dat er dan ook steeds sprake is van concrete plannen tot realisatie. Overigens kan een besluit over ontheffing pas genomen worden nadat belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen in te dienen.

In dit specifieke geval, waarbij er sprake is van een bestemmingsplan met een relatief klein plangebied, is er geen bezwaar om betreffende standaard-regels te schrappen.

  • f. Het is niet mogelijk om op grond van artikel 12.2 (ontheffing voor het meest doelmatige gebruik) het bedrijfsterrein verder uit te breiden. Uitbreiding is alleen toegestaan daar waar op de plankaart de bestemming “Bedrijventerrein” is opgenomen.

De reactietermijn van 2 weken, zoals opgenomen in artikel 15.1, is uitsluitend van toepassing op procedures van binnenplanse ontheffingen. Dergelijke ontheffingen maken onderdeel uit van het bestemmingsplan en bieden de mogelijkheid om af te wijken van gebruiks- en bouwmogelijkheden die zondermeer zijn toegestaan. Het betreft over het algemeen afwijkingen van beperkte aard. Om die reden kan bij het toepassen van een procedure tot ontheffing volstaan worden met een termijn van 2 weken.

e. Binnen de bestemming “Bedrijventerrein” mogen ontsluitingswegen worden aangelegd. De voorgestane wijze van ontsluiten van de uitbreiding van het bedrijfsterrein staat beschreven in paragraaf 4.3 van de plantoelichting. Ontsluiting zal plaatsvinden via het al bestaande bedrijfsterrein op de Laan van Westenenk.

6. Mensink & Sijtsma Makelaars, Ugchelseweg 44, 7339 CK te Ugchelen (d.d. 21 juli 2008)

De voor het perceel Ugchelseweg 44 opgenomen bestemming wijkt af van die in het geldende bestemmingsplan. Consequentie hiervan is dat de nu nog toegestane detailhandel en dienstverlening wordt ingekrimpt. Daar wordt bezwaar tegen gemaakt.

Beantwoording

In het geldende bestemmingsplan Bouwhof-De Heeze is op de plankaart voor het perceel Ugchelseweg 44 de aanduiding “detailhandel en dienstverlening” opgenomen. In de voorschriften van dat plan is bepaald dat ter plaatse van die aanduiding detailhandel en dienstverlening op de begane grond is toegestaan.

In het voorontwerp van het nu aan de orde zijnde nieuwe bestemmingsplan is op de plankaart voor het perceel Ugchelseweg 44 de aanduiding “specifieke vorm van detailhandel en dienstverlening” opgenomen. In de regels van het nieuwe plan is, overeenkomstig het plan Bouwhof-De Heeze, bepaald dat ter plaatse van die aanduiding detailhandel en dienstverlening op de begane grond is toegestaan.

Met het nieuwe bestemmingsplan wordt het toegelaten gebruik van het perceel Ugchelseweg 44 wat betreft detailhandel en dienstverlening dus niet beperkt. Aan de orde is uitsluitend een wijziging van de naam van de aanduiding, inhoudelijk wijzigt er niets.

De naamswijziging vloeit voort uit de per 1 juli 2008 in werking getreden nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Onderdeel van de nieuwe wet vormt een landelijke standaardisering van benamingen van bestemmingen en aanduidingen. Overigens is de actuele standaard zo dat de naamgeving is aangepast in “Specifieke vorm van detailhandel- detailhandel en dienstverlening”.

7. E. Kuper, Ugchelsegrensweg 131, 7339 MH te Ugchelen (d.d. 21 juli 2008)

A. Engberink-Woudenberg, Ugchelsegrensweg 129, 7339 MH te Ugchelen

J.C.H. Noordhuizen, Ugchelsegrensweg 127, 7339 MH te Ugchelen

H.J. van der Meer, Ugchelsegrensweg 125, 7339 MH te Ugchelen

J. Holtman, Ugchelsegrensweg 123, 7339 MH te Ugchelen

H. van Walen, Ugchelsegrensweg 121, 7339 MH te Ugchelen

D.J. van Mourik, Ugchelsegrensweg 117, 7339 MH te Ugchelen

Insprekers zijn van mening onvoldoende te zijn geinformeerd over het bestemmingsplan. De dorpsraad had bericht moeten krijgen zodat de bewoners via het blad De Bron op de hoogte hadden kunnen worden gebracht. Nu zijn slechts een aantal omwonenden schriftelijk ingelicht. Verder achten insprekers het vreemd om het bestemmingsplan te presenteren in de vakantieperiode.

Bezwaar wordt gemaakt tegen de uitbreiding van het bedrijfsterrein omdat daarmee 1,4 hectare aan een uniek stuk bos wordt gekapt. Dit bos is een natuurlijke afscheiding tussen het dorp en het bedrijfsterrein. Het bos is leefgebied van veel klein wild. Na uitbreiding resteert er nog maar een smalle strook van 20 meter tussen de tennisbanen en het bedrijfsterrein. Het bosgebied wordt daarmee gedegradeerd tot een zielige bomenrij. In mei 2007 is door de gemeente ook niet meegewerkt aan uitbreidingsplannen op het perceel Ugchelsegrensweg 26 vanwege aantasting van het bosgebied. Dat nu wel wordt meegewerkt aan uitbreiding van het bedrijfsterrein in het bosgebied komt over als onbehoorlijk bestuur.

Bezwaar wordt gemaakt tegen verruiming van de geluidzone. Nu al is er sprake van geluidoverlast van de aanwezige bedrijven. Dat zal door de verruiming van de geluidzone alleen maar toenemen.

Op dit moment is er een gedoogzone langs de Ugchelsegrensweg voor een hondenuitlaatplaats. Mocht het hek rond het bosgebied het bos in worden verplaatst en er vervolgens ter plaatse een hondenuitlaatplaats komen dan wordt daar bezwaar tegen gemaakt.

Beantwoording

a. Er is in ruime mate kennis gegeven van het feit dat er een nieuw bestemmingsplan is opgesteld. Nadat de dorpsraad in het kader van de voorinspraak de gelegenheid was geboden te reageren op het plan is een voorontwerp-bestemmingsplan opgesteld. In een publicatie in het Apeldoorns Stadsblad van 25 juni 2008, dat huis-aan-huis verspreid wordt, is informatie gegeven over de zakelijke inhoud van dat voorontwerp-bestemmings, waar en wanneer deze ter inzage ligt, aan wie de gelegenheid wordt geboden een inspraakreactie in te dienen en op welke wijze dat kan geschieden. Dezelfde publicatie is ook op de website van de gemeente geplaatst. Stelling van insprekers onvoldoende geinformeerd te zijn over het bestemmingsplan wordt dan ook niet gedeeld. Het kennisgeven van nieuwe bestemmingsplannen is overigens een taak van de gemeente en niet van de dorpsraad en wordt dan ook niet aan de dorpsraad overgelaten.

Ondanks het feit daartoe niet verplicht te zijn wordt niet gestart met een ter inzage legging van een voorontwerp-bestemmingsplan als de termijn waarbinnen gereageerd kan worden geheel binnen de zomervakantie-periode valt. Als algemene lijn wordt gehanteerd dat minimaal de helft van de termijn buiten de zomervakantie-periode moet liggen, zodat ook diegene die gedurende de vakantie-periode afwezig zijn nog voldoende gelegenheid hebben om kennis te nemen van een plan en eventueel een reactie in te dienen. Deze lijn is ook bij het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan gevolgd.

b. Het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan en de daarin opgenomen ontwikkeling maakt deel uit van een groter geheel, namelijk de Zuidwestpoort van Apeldoorn. Voor dit grotere gebied, waarvan de Europaweg de centrale as vormt, is een visie vastgesteld met als doel om tot een samenhangend ruimtelijk beeld te komen. Streven is om binnen de Zuidwestpoort, als één van de belangrijkste entrees van de stad, Apeldoorn te presenteren als dynamische werkstad en gelijkertijd het groene karakter van de stad zichtbaar te maken. De visie voorziet in twee raamwerken die samen de ruimtelijke hoofdstructuur voor de Zuidwestpoort vormen en voor langere tijd de inrichting en de kwaliteit van het gebied bepalen. De twee raamwerken zijn die van de groen- en buitenruimtestructuur (waarbij het systeem van beken en sprengen de drager vormt) en die van de infrastructuur voor auto, openbaar vervoer en fiets. Ontwikkelingen binnen de Zuidwestpoort dienen te passen binnen deze raamwerken cq bij te dragen aan de versterking van deze raamwerken. Die ontwikkelingen zijn opgenomen in de Zuidwestpoort-visie.

Eén van die in de visie opgenomen ontwikkelingen betreft het uitbreiden van het bedrijfsterrein Ugchelen en het opnemen van het achterliggende bosgebied binnen de in de visie opgenomen ecologische zone. Het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan maakt deze ontwikkeling mogelijk.

Met deze ontwikkeling wordt het mogelijk om 2,6 hectare bosgebied duurzaam te behouden en zodanig her in te richten dat zowel de ecologische als recreatieve functie wordt versterkt. Er wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan de in de Zuidwestpoort-visie beoogde versterking van het groene raamwerk. Het in samenhang hiermee éénmalig uitbreiden van het bedrijfsterrein met 1,4 hectare past binnen de uitgangspunten van de Zuidwestpoort-visie. Een dergelijke uitbreiding wordt ruimtelijk aanvaardbaar geacht, niet alleen omdat daarmee het beoogde behoud en herinrichting van genoemde 2,6 hectare bos kan worden bereikt maar ook omdat aangesloten wordt op een reeds bestaand bedrijfsterrein. Het bosgebied tussen de tennisbanen en het bedrijfsterrein blijft voldoende breed (minimaal 40 meter) voor de beoogde ecologische functie. Het bos wat met de uitbreiding verloren gaat wordt elders gecompenseerd.

Met de ontwikkeling wordt een wezenlijke bijdrage geleverd aan de versterking van het beoogde ruimtelijk samenhangende beeld voor de Zuidwestpoort. Een belangrijk deel van het groene raamwerk wordt met de ontwikkeling gerealiseerd. Met de ontwikkeling blijft het bedrijfsterrein op ruime afstand liggen van de aanwezige woningen en wordt de ecologische functie van het bosgebied versterkt.

Een vergelijking met eerdere woningbouwplannen aan de noordzijde van de Ugchelsegrensweg, waaraan geen medewerking is verleend, gaat niet op. Zo'n ontwikkeling zou juist afbreuk doen aan de Zuidwestpoort-visie. Met dergelijke bebouwing aan de Ugchelsegrensweg zou het bosgebied als het ware uit het zicht verdwijnen. De bereikbaarheid van het bosgebied vanuit Ugchelen en de beoogde recreatieve functie zou met bebouwing langs de Ugchelsegrensweg sterk negatief worden beinvloed.

Bedrijfsgebied Brouwersmolen is een op grond van de Wet geluidhinder geluidgezoneerd industrieterrein. Op een geluidgezoneerd industrieterrein is het mogelijk om bedrijven te vestigen die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”). Om het geluidgezoneerd industrieterrein is een grens vastgelegd waar de geluidsproduktie van alle op Brouwersmolen aanwezige bedrijven niet meer mag bedragen dan 50 dB(A). De in wetgeving vastgelegde 50 dB(A) wordt beschouwd als een grenswaarde tot waar er sprake is van een voor woningen aanvaardbare situatie wat betreft geluisbelasting.

De nu aan de orde zijnde uitbreiding van bedrijfsterrein sluit aan op het bedrijfsgebied Brouwersmolen. Ter plaatse van de uitbreiding worden uitsluitend bedrijven uit de lichtste milieucategorieen toegestaan. Bedrijven die vallen onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningen besluit milieubeheer (zgn. “grote lawaaimakers”) worden uitgesloten.

Recente jurisprudentie heeft uitgewezen dat in zo'n situatie er geen sprake is van een uitbreiding van het geluidsgezoneerde industrieterrein. De uitbreiding kan dus geen gevolgen hebben voor de zone rond het industrieterrein en de zone wordt hier dus niet verruimd. Gelet hierop wordt de op de plankaart opgenomen verruimde geluidzone van het industrieterrein teruggebracht tot de al bestaande geluidzone. Uit actueel onderzoek (KnowHowAcoustics, Uitbreiding Brouwersmolen aan de zuidzijde, kenm. APD-MO/0803/R002,, 10-3-2009) blijkt overigens dat de bestaande geluidzone ter plaatse van het bestemmingsplangebied niet wordt overschreden door de aanwezige bedrijven.

Los van het bepaalde in de Wet geluidhinder dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening wel te worden nagegaan of de geluidemissie van de uitbreiding van bedrijfsterrein significant van invloed is op de geluidkwaliteit van de omliggende woningen/geluidgevoelige objecten. Daar is onderzoek naar gedaan. Uit het bovengenoemde onderzoek van KnowHowAcoustics blijkt dat de totale geluidbelasting vanwege het hele bedrijfsterrein (bestaand industrieterrein en de uitbreiding) door de uitbreiding minimaal toe neemt en dat de totale geluidbelasting ter plaatse van de woningen nabij de uitbreiding lager blijft dan 50 dB(A).Dit geldt dus ook voor de woningen van insprekers.

Het bosgebied en de door insprekers genoemde strook is en wordt niet aangewezen als hondenuitlaatplaats.

8. Dommerholt Advocaten, postbus 695, 7300 AR te Apeldoorn (d.d. 23 juli 2008), namens de heer H. Brink, Ugchelsegrensweg 26, de heer W. Brink, Winnemolenlaan 1 en de heer E. Brink, Ugchelseweg 271.

De heren Brink zijn eigenaar van twee percelen aan de Ugchelsegrensweg met kadastrale nummers V3817 en V4737. Verzocht wordt om aan beide percelen een woonbestemming toe te kennen. De volgende argumenten worden hiervoor genoemd:

De in het bestemmingsplan opgenomen geluidzone loopt over delen van beide percelen. Het blijft echter mogelijk om voor de perceelsdelen direct aan de Ugchelsegrensweg tussen de al aanwezige bebouwing, die buiten de geluidszone liggen, een woonbestemming toe te kennen.

Het aanwezige bos is niet natuurlijk ontstaan maar aangeplant. Veertig jaar geleden was het agrarisch gebied, vervolgens is het een waterwingebied geworden voor Van Gelder Papier terwijl nu sprake is van een natuurgebied dat de woningen omsluit.

Er zijn geen planologische argumenten om geen medewerking te verlenen, mede vanwege het feit dat achter cq naast de percelen een sportterrein aanwezig is.

Er bestaat de bereidheid om te overleggen over een zo passend mogelijke invulling van het gebied, waarbij eventueel een gedeelte van de bij insprekers in eigendom zijnde gronden, zou kunnen worden overgedragen ten behoeve van de natuurfunctie.

Beantwoording

Belangrijk onderdeel van het nu aan de orde zijnde bestemmingsplan betreft het opwaarderen van het bosgebied langs de Ugchelsegrensweg en de Ugchelseweg. Met herinrichting en openbaarstelling zal de ruimtelijke kwaliteit en de waarde van het bosgebied voor Ugchelen versterkt worden. Het toevoegen van woningen in het bosgebied, direct langs de Ugchelsegrensweg, zou juist afbreuk doen aan deze waarde. Met dergelijke bebouwing aan de Ugchelsegrensweg zou het bosgebied als het ware uit het zicht verdwijnen. De bereikbaarheid van het bosgebied vanuit Ugchelen en de beoogde recreatieve functie zou met bebouwing langs de Ugchelsegrensweg negatief worden beinvloed. Om die reden wordt dan ook geen medewerking verleend aan het verzoek.

9. J. Holtman, Ugchelsegrensweg 123, 7339 MH te Ugchelen (d.d. 21 juli 2008)

Bezwaar wordt gemaakt tegen uitbreiding van het bedrijfsterrein om de volgende redenen:

Er is geen economische noodzaak voor de uitbreiding. Er staat veel kantoorruimte leeg in Apeldoorn en er is op andere bedrijfsterreinen nog voldoende plek beschikbaar.

Uitbreiding doet afbreuk aan het “leefdorp” Ugchelen. Inspreker wil Ugchelen als zodanig behouden. De dorpsraad is al jaren geleden begonnen met een beleid tot behoud van het cultuurhistorisch Ugchelen. Het imago van Apeldoorn als stad in het groen wordt met dit bestemmingsplan verder afgebroken.

Verruiming van de geluidszone zal de al bestaande geluidsoverlast van bedrijven verergeren.

Uitbreiding leidt tot een toename van het (vracht)verkeer over onder andere de Ugchelsegrensweg, met als gevolg meer lawaai en stank.

Beantwoording

In 2000 is door de gemeenteraad de Strategische Economische Beleidsvisie Apeldoorn (SEBA) 2000 -2020 vastgesteld. Daarin is aangegeven dat het voor de werkgelegenheid in Apeldoorn van groot belang is dat er tot 2020 voldoende bedrijventerreinen zijn voor bedrijven om zich te vestigen. De huisvestingsbehoefte van bedrijven is verschillend. Dat heeft o.a. te maken met de bedrijfsactiviteiten en de milieucategorie ervan, de bereikbaarheid, de grootte van kavels en de bedrijfsomgeving. In de SEBA beleidsnotitie is vermeld dat het aanbod aan bedrijventerreinen gedifferentieerd van karakter moet zijn. Apeldoorn wil daarom graag beschikken over een breed en divers aanbod aan bedrijfslocaties: van kavels op grootschalige bedrijventerreinen als de Ecofactorij, Apeldoorn-Noord, Stadhoudersmolen en het toekomstige Regionaal Bedrijventerrein Apeldoorn Zuid (aan de A1), tot kavels op kleinere bedrijventerreinen als Osseveld Oost, Kieveen en Ugchelen.

Er zijn de afgelopen jaren verschillende onderzoeken geweest naar de behoefte aan bedrijventerreinen tot 2030 in Apeldoorn en de regio Stedendriehoek. De behoefteramingen zijn gebaseerd op de lange termijn groeimodellen voor de Nederlandse economie tot 2030. Vanwege de lange tijdshorizon van deze modellen hebben conjuncturele schommelingen, zoals nu met de kredietcrisis, hierop maar een beperkte invloed.

Door het bureau ETIN Adviseurs zijn in 2007 deze landelijke groeimodellen vertaald naar de vraag aan bedrijventerreinen in Apeldoorn. ETIN concludeert dat er tot 2030 een vraag voor Apeldoorn is in de bandbreedte van 30 ha. tot 100 ha. Bij deze vraagberekening is rekening gehouden met de ruimte die er nog is op bestaande bedrijventerreinen in Apeldoorn. In planning is deze toekomstige vraag vooral te accommoderen op het Regionaal Bedrijventerrein Apeldoorn Zuid aan de A1. De uitbreiding van bedrijventerrein Ugchelen met 1,4 ha. kan eveneens (beperkt) voorzien in deze behoefte. Het uitbreidingsgedeelte is bedoeld als een regulier bedrijventerrein voor bedrijfsactiviteiten uit de laagste milieu categorie (t/m 2). Het is niet bestemd als kantorenlocatie.

    • 1. Uitbreiding van het bedrijfsterrein is geen op zich zelf staande ontwikkeling. Op basis van een integrale visie voor de Zuidwestpoort wordt op een samenhangende wijze de ruimtelijke kwaliteit van het gebied als geheel versterkt. De uitbreiding van het bedrijventerrein past binnen die visie (voor een nadere toelichting hierover wordt verwezen naar de beantwoording van inspraakreactie 7 onder b). Vanwege de ligging van de Zuidwestpoort aan Ugchelen zal de beoogde versterking van de ruimtelijke kwaliteit van dat gebied een positief effect hebben op het dorp.