Plan: | Bestemmingsplan Zuidwestpoort: uitbreiding bedrijventerrein - herinrichting bosgebied |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1034-onh1 |
Raamnota 2010
In de op 26 maart 1998 door de raad vastgestelde Raamnota worden voorstellen gedaan en strategieën verkend aan de hand van de grotere structurerende elementen in Apeldoorn. De nota doet alleen uitspraken die betrekking hebben op het schaalnivo van de stad als geheel en de hoofdstructuur daarvan. Aangegeven wordt dat een aantal samenhangende locaties binnen deze stedelijke structuur, waarvan de Zuidwestpoort er één van is, verder zal worden uitgewerkt.
De raamnota geeft een eerste aanzet voor die uitwerking. Aangegeven wordt dat de Zuidwestpoort één van de invalroutes van de stad is waarlangs de stedelijke en economische dynamiek gestalte moet krijgen. De Zuidwestpoort vormt vanaf de A1 de westelijke entree van de stad. De entree markeert echter ook de overgang tussen de Veluwe en de stad. Deze overgang moet zodanig vormgegeven worden dat er een spanning opgebouwd wordt tussen groen en stedelijkheid. Dus wie de stad nadert ziet eerst een opeenvolging van landschap, dan gebouwen in het landschap en tot slot de stad. Wat betreft de functie kan ingezet worden op werkmilieus. Door de in potentie goede bereikbaarheid en door de setting binnen een groen landschap, ligt realisering van een hoogwaardig bedrijven- en kantorenmilieu voor de hand.
Ruimtelijke ontwikkelingvisie 2020
Deze visie, welke in 2002 als structuurplan voor het stedelijk gebied van Apeldoorn is vastgesteld, formuleert de ambities met betrekking tot het programma voor wonen, werken en voorzieningen en is als zodanig een vertaling van de Raamnota. De visie vormt het ruimtelijk concept voor stad en landschap. De ambities zijn als volgt omschreven:
- De groene mal als embleem voor het versterken van het groene imago van de stad.
- Apeldoorn regio centrum gepositioneerd in de stedendriehoek als versterkt centrum voor wonen, werken en voorzieningen.
- Differentiatie van het bestaand stedelijk gebied door een rijk geschakeerd aanbod en een gevarieerde vraag.
- Zorgvuldig ruimtegebruik middels verdichten en verdunnen in het stedelijk netwerk met versterking van de kansen voor fiets en hoogwaardig openbaar vervoer.
- Het koesteren van de omgevingskwaliteit door op alle schaalnivo's en in diverse sectoren te werken aan de leefbaarheid.
Aan de hand van de ambities zijn de programma's voor wonen, werken, groen, voorzieningen en milieu bepaald. Door deze programma's met elkaar te combineren is het gewenste ruimtelijke en functionele beeld van Apeldoorn in 2020 ontstaan.
Dat beeld geeft aan dat economische activiteiten worden geconcentreerd in onder andere de Zuidwestpoort, voor zover het kantoor(achtige) werkgelegenheid betreft. De bedrijventerreinen vinden een plek in de nabijheid van de snelwegen. Het noordelijke deel van het plangebied maakt op de kaart van de visie deel uit van een gebied wat is aangewezen voor de ontwikkeling/herstructurering van de functie bedrijven.
Verdere relevante aspecten uit het beeld zijn onder andere het behoud en versterken van de groene wig van de Zuidwestpoort, de lanenstructuur en het herstel van het sprengen- en bekensysteem. In dat kader dienen de Europaweg en de Laan van Westenenk zich te ontwikkelen tot een parklane en voorziet de visie in de ontwikkeling/herstructurering van een beekzone binnen het plangebied.
Als uitwerking van het structuurplan is de Groene Mal van Apeldoorn vastgesteld. De Groene Mal geeft een samenhangende groenstructuur voor de stad en directe omgeving. De beken en sprengen maken daar deel van uit.
Zuidwestpoort Apeldoorn, Stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden
De Ruimtelijke ontwikkelingsvisie is voor wat betreft de Zuidwestpoort verder uitgewerkt in een rapportage over de gewenste stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden in hoofdlijnen. Deze rapportage biedt een toetsingskader voor de verdere ontwikkeling van de Zuidwestpoort.
Mede op basis van een inventarisatie van kwaliteiten, knelpunten en potenties zijn in de Zuidwestpoort twee typen raamwerken onderscheiden welke samen de ruimtelijke hoofdstructuur vormen en voor langere tijd de inrichting en de kwaliteit van het gebied bepalen. Als de raamwerken over elkaar heen gelegd worden ontstaat er een beeld van de (ontwikkelings)locaties binnen de ruimtelijke hoofdstructuur. Met de invulling van deze locaties kan flexibel worden omgegaan.
De twee onderscheiden raamwerken zijn die van de groen- en buitenruimtestructuur en die van de infrastructuur voor auto, openbaar vervoer en fiets.
Door de structuur van het groene raamwerk te versterken is het mogelijk om de herkenbaarheid en leesbaarheid van het gebied te vergroten en ecologische verbindingszones te creëren in de stad. Versterking betekent overigens niet per definitie uitbreiding. Het is mogelijk dat bepaalde delen van het huidige areaal groen verdwijnen met als doel elders de groenstructuur te versterken danwel duurzaam te kunnen behouden. Het systeem van beken en sprengen zal als drager van het groene raamwerk gaan fungeren.
Het infrastructurele raamwerk wordt gevormd door het stelsel van de Europaweg en Ring (Laan van Westenenk), de spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn en diverse langzaamverkeersroutes. De Europaweg vormt de centrale drager van het gebied. Deze entree van Apeldoorn zal een belangrijke bijdrage moeten gaan leveren aan de presentatie en het imago van de stad; een goed bereikbare, dynamische woon- en werkstad, waar het groen van de Veluwe diep doordringt in het stedelijke weefsel. Belangrijke ontwikkeling binnen het infrastructurele raamwerk is de totstandkoming van een Hoogwaardig Openbaar Vervoer-knooppunt. Dit onder andere door de mogelijke realisatie, op termijn, van een voorstadhalte.
Zoals aangegeven geven de raamwerken een beeld van de (ontwikkelings)locaties binnen de hoofdstructuur. Voor deze locaties zijn stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden opgesteld die bij de ontwikkeling kunnen worden gehanteerd. Het plangebied maakt deel uit van één van deze locaties, namelijk “Ring Zuid”. Aangegeven wordt dat de huidige kantoorpanden en innovatieve hallenbouw in de Ring Zuid een verschijningsvorm hebben welke wat betreft maat en schaal past bij de Zuidwestpoort. Hieraan kunnen nog accenten ter verbetering worden toegevoegd. De mogelijkheid bestaat om het bedrijfsterrein aan de achterzijde nog iets te vergroten en af te ronden, mits dit gecompenseerd wordt door het achterliggende bosgebied onderdeel van de openbare ecologische zone te maken. Voor realisatie van uitbreidingsplannen geldt als voorwaarde een duurzaam behoud en openbaarstelling van het resterende groene raamwerk.
Zuidwestpoort Apeldoorn, Ontwikkelingsvisie deelgebied Zuid
Bovengenoemde rapportage is verder uitgewerkt in onder andere een ontwikkelingsvisie voor het zuidelijke deel van de Zuidwestpoort (november 2002). Deze visie is bedoeld als richtinggevend beoordelingskader voor ontwikkelingsinitiatieven en als opmaat voor de op te stellen bestemmingsplannen.
Om de potenties van het deelgebied Zuid optimaal te benutten en een duidelijk kader tot stand te brengen is voor Zuid een aantal ruimtelijke ontwikkelingsdoelstellingen gehanteerd. Voor het plangebied zijn met name de volgende relevant:
- Handhaving van de bospercelen ten zuiden van de bedrijven langs de Laan van Westenenk, inclusief versterking van de samenhang, herstel van sprengen en bevordering van natuurontwikkeling, met de mogelijkheid tot afronding annex uitbreiding van de bedrijfsbebouwing, onder voorwaarde van compenserende bos- en natuurontwikkeling elders.
- Parkeren in parkeergarages of ondergronds of onzichtbaar ingepast in het landschap.
- Aansluiting van het groen op de bedrijfsterreinen op het groenblauwe netwerk.
Het bosgebied tussen de Laan van Westenenk en de Ugchelsegrensweg vormt één van de basiselementen van het groenblauwe raamwerk. Dit bosgebied is een uitloper van de bossen op de Veluwe. Vanaf de Europaweg in oostelijke richting versmalt dit bos zich op het eind en vormt de Eendrachtspreng, de drager van de groenstructuur om deze verder in noordwaartse richting de stad in te leiden. Het bosgebied herbergt nog een aantal bijzonder waardevolle plekken, maar kent ook enkele verbeterpunten. Door onder andere een eenmalige beperkte zuidwaartse uitbreiding van het bedrijventerrein "Ugchelen" toe te staan ontstaat er financieel draagvlak om de bosverbetering en het herstel van de spreng te bekostigen. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- de initiatiefnemers moeten voldoen aan de boscompensatieplicht;
- het optimaliseren, openbaar maken en overdragen van het bosgebied aan de gemeente of natuurbeschermende instantie;
- het treffen van maatregelen om de natuurkwaliteit en het recreatief medegebruik voor met name de inwoners van Ugchelen te verbeteren, zoals het verwijderen van hekken, het omvormen van naald- naar loofhout en het aanleggen van paden;
- het garanderen van een brede ecologische zone.
Naast de basiselementen van het groenblauwe netwerk dient er ook aandacht te zijn voor de groenelementen die niet tot de basisstructuur behoren. Streven moet zijn om op de bedrijfsterreinen aanwezige waardevolle groenelementen waar mogelijk te behouden en als aanknopingspunt voor nieuwe ontwikkelingen te benutten. Streefbeeld voor de bedrijfsterreinen is dat van een inpassing in een groene setting waarin het groenblauwe raamwerk en het groen op de bedrijfskavels elkaar aanvullen en versterken en waarbinnen de bebouwing zich passend voegt. Er moet voldoende parkeerruimte zijn op eigen terrein en het parkeren mag niet zichtbaar zijn vanuit het openbaar gebied.
Apeldoorns Waterplan 2005 - 2015
Dit plan, dat in samenwerking met het Waterschap Veluwe en Vitens is opgesteld, is bedoeld als koepeldocument voor alle water- en watergerelateerde plannen in Apeldoorn. Het beschrijft de visie op water in de stad en de dorpen. Het plan wordt onder andere als kaderstelling gebruikt voor toekomstige plannen met water.
Eén van de hoofdlijnen van het waterplan is het herstel van het beken- en sprengensysteem in het stedelijk gebied, vanuit waterhuishoudkundig, ecologisch, cultuurhistorisch en recreatief oogpunt. De beken en sprengen vormen een systeem en hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis en ontwikkeling van Apeldoorn. Voornemen is de naast de beek liggende waterbergingen, die worden ingericht, ook een recreatieve functie voor wandelaars en fietsers te geven, de cultuurhistorische waarden van beken te herstellen en de hoge natuurwaarden te beschermen.
De Eendrachtspreng visie
Als uitwerking van het apeldoorns waterplan is de Eendrachtspreng visie opgesteld. In de visie is voor 9 afzonderlijke thema's, op basis van een inventarisatie en analyse, een maximaal streefbeeld vanuit elk thema opgesteld. Onder andere archeologie en cultuur-historie hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld. Deze streefbeelden zijn samengevoegd. Uit die confrontatie zijn gemotiveerde keuze's gemaakt die geresulteerd hebben in een visie voor de Eendrachtspreng en directe omgeving.
De visie bevat vijf hoofddoelen voor verdere uitwerking:
- Herstel van de Eendrachtspreng.
- Ruimte bieden aan water.
- Enkele sterke landschappelijke lijnen neerzetten.
- Huidige ecologische waarden van de beekzone waarborgen en uitbreiden over de gehele beekzone.
- De cultuurhistorische kwaliteiten van de spreng beleefbaar maken.
Het tussen de de Laan van Westenenk en de Ugchelsegrensweg gelegen bosgebied wordt aangemerkt als bronbos. In het Bronbos wordt gebruik gemaakt van een zonering. De zonering is een middel om enerzijds ecologie en waterberging en anderzijds cultuurhistorie en recreatie te optimaliseren. De spreng is de scheiding tussen de twee zones. De spreng vormt tegelijkertijd het hart van het Bronbos, hier komen alle kwaliteiten samen.
Verkeerskaart
De Verkeerskaart uit 1999 (geactualiseerd in 2004) bevat de hoofdlijnen van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid. De kaart biedt inzicht in de samenhang tussen de verschillende pijlers van het mobiliteitsbeleid (onder andere parkeerbeleid, fietsbeleid, openbaar vervoer beleid). Op de kaart is de verkeersstructuur in 2010 voor alle vervoerswijzen weergegeven. Doel is om, ondanks de toenemende mobiliteit, de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid te handhaven en waar mogelijk te vergroten. Daartoe moet de groei van de mobiliteit de komende jaren opgevangen worden door de fiets en het openbaar vervoer. Naast het stimuleren van deze alternatieven voor de auto, wordt het gebruik van de auto ontmoedigd door bundeling van het autoverkeer op een beperkt aantal hoofdwegen en via het parkeerbeleid.
Ten aanzien van de bereikbaarheid van onder andere de Zuidwestpoort wordt de volgende prioriteit aangehouden: openbaar vervoer, auto, fiets. De Europaweg en de Laan van Westenenk zijn aangegeven als hoofdwegen. Met betrekking tot het openbaar vervoer wordt ingezet op transferia, HOV-verbindingen en stads- en streekvervoer. Het fietspadennet wordt opgebouwd uit een aantal radiale doorstroomassen.
Deelnota Parkeren
De deelnota Parkeren is een uitwerking van de Verkeerskaart voor wat betreft het parkeerbeleid. In 2004 is de Parkeernota geactualiseerd. In de geactualiseerde versie wordt een onderscheid gemaakt naar locaties binnen en buiten de binnenstad, met daaraan gekoppeld een parkeernorm. Voor onderhavig plangebied, dat buiten de binnenstad ligt, geldt daarbij een norm van 0,8 pp per 100 m2 bvo.
Strategisch Economische Beleidsvisie Apeldoorn 2000-2020
Deze visie geeft de belangrijkste uitgangspunten en ambities voor het economische beleid van Apeldoorn tot 2020. Geconstateerd wordt dat om aan de vraag naar bedrijfsterrein te kunnen voldoen uitbreiding van het aanbod nodig is. Tot 2020 zal 160 hectare ontwikkeld moeten worden om te kunnen voorzien in de vraag. In het kader van de verbetering en uitbreiding van kantoorlocaties en bedrijfsterreinen speelt de Zuidwestpoort een belangrijke rol. De Zuidwestpoort vormt een locatie voor representatieve bedrijfsterreinen.
Nota I-cultuur
De nota I-cultuur is door de gemeenteraad vastgesteld op 16 februari 2006. Kern van de nota is dat cultuurhistorie van essentieel belang is voor de identiteit van Apeldoorn. De kwaliteiten van de woonwijken, de binnenstad, de dorpen en het afwisselende buitengebied gelden als leidraad voor nieuwe ontwikkelingen. Cultuurhistorie levert bouwstenen aan om ruimtelijke projecten mogelijk te maken met behoud van identiteit. Hiervoor wordt een cultuurhistorische analyse van een gebied gemaakt. Daarmee ontstaat inzicht in de aanwezige (boven- en ondergrondse) cultuurhistorische waarden. Naast het vastleggen van kennis over landschap, geomorfologie, stedenbouw, archeologie en architectuur geeft de analyse aanbevelingen over de inzet van deze waarden in nieuwe ontwikkelingen. Bij de nota horen een archeologische en een cultuurhistorische beleidskaart.
Archeologische beleidskaart
De archeologische beleidskaart doet op perceelsniveau een uitspraak over de trefkans van archeologische resten. De trefkans kent drie gradaties:
Cultuurhistorische beleidskaart
Op de cultuurhistorische beleidskaart staat de mate waarin de cultuurhistorische waarden een rol zullen spelen bij ruimtelijke plannen. De attentiewaarde kent drie gradaties:
In de nota is vastgelegd dat gebieden met de hoogste cultuurhistorische waarden in het bestemmingsplan een beschermende regeling krijgen.