Plan: | Bestemmingsplan Deventerstraat - Laan van Zevenhuizen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1017-onh1 |
Hoofdstuk 1 van de regels geeft de inleidende regels. Het betreft de begripsregels, waarin de in het plan voorkomende begrippen worden gedefinieerd, en de wijze van meten en berekenen.
gegeven en staat de dubbeltelbepaling. Artikel 8 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten goothoogte. Artikel 1.5 tenslotte geeft een regeling voor verwijzingen naar andere wettelijke regelingen en plannen.
Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingsregels. Hierin worden per bestemming regels gegeven voor gebruik en bebouwing van de grond. Gegeven het eenzijdige karakter van het plangebied als woongebied wordt in deze paragraaf uitsluitend stilgestaan bij artikel 6, waarin de bebouwingsmogelijkheden voor woningen zijn geregeld.
Wonen
De woningen in het plangebied hebben de bestemming "Wonen" gekregen. Door middel van een aanduiding is onderscheid gemaakt tussen de verschillende bouwwijzen van de woningen. De aanduiding (s) staat voor gestapelde woningen, (aeg) voor aaneengesloten woningen. Ter plaatse van de aanduiding (zw) zijn naast gewone woningen ook zorgwoningen toegestaan: woonruimte voor personen die niet zelfstandig kunnen wonen en die verzorging nodig hebben. Blokken waar zorgwoningen zijn toegestaan mogen ook voor gewone woningen worden gebruikt. Dit geeft -ook in de toekomst- flexibiliteit in de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen.
Binnen deze bestemming komen verder de aanduidingen bebouwingsvlak, tuin en erf voor. Woningen mogen alleen in het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak ge-bouwd worden. Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mogen alleen binnen het bebouwingsvlak en op de als erf aangeduide grond worden gebouwd; ze zijn dus niet toegestaan op grond met de aanduiding tuin. Voorts is bepaald dat deze bouwwerken ten minste 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel gesitueerd moeten worden. De maximaal met bouwvergunningplichtige bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen te bebouwen oppervlakte is op 50 m² gesteld, met als restrictie dat ten hoogste 70% van de kavel bebouwd mag zijn.
In hoofdstuk 3 (Algemene regels) zijn regels opgenomen die gelden voor alle bestemmingen. In artikel 8 zijn bouwregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden. In lid 8.1 van dit artikel staat onder andere de bepaling over ondergronds bouwen opgenomen. Hierin is bepaald dat ondergronds bouwen is toegestaan waar ook bovengronds gebouwd mag worden. Lid 8.3 bevat de afdekbepaling. Hier is bepaald dat, wanneer in het plan een maximale goothoogte is aangegeven, het gebouw vanaf die bouwhoogte dient te worden afgedekt met een kap. Deze bepaling impliceert dat een platte afdekking is toegestaan, mits dat platte dak niet hoger is dan de op dat punt geldende maximaal toegelaten goothoogte.
In artikel 9 staan de algemene gebruiksregels. Naast het verbod om grond en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming bevat dit artikel ook regelingen voor beroeps- en bedrijfsmatig gebruik van woningen. Bij recht is het gebruik van (een deel van) woning en bijgebouwen ten behoeve van beroepsuitoefening aan huis toegestaan. Daarbij worden enige beperkingen gesteld om ervoor te zorgen dat het woonkarakter van de woning het beroepsmatige gebruik blijft overheersen. Door middel van een ontheffing is ook het gebruik voor niet-publiekgerichte bedrijfsmatige activiteiten aan huis mogelijk. Ook hier gelden beperkingen om het woonkarakter te behouden. Alleen bedrijfsactiviteiten die voorkomen op de 2 zijn toegestaan. Voor deze lijst is aansluiting gezocht bij de bedrijven die in de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering" als categorie 1-bedrijven zijn aangemerkt. Omdat het gaat om activiteiten in een woning op een relatief klein oppervlak is het aantal bedrijfsactiviteiten dat is toegelaten zeer beperkt gehouden. In artikel 12 staan de procedureregels die bij ontheffing en wijziging in acht genomen moeten worden. Artikel 13tenslotte geeft een regeling voor verwijzingen naar andere wettelijke regelingen en plannen. De overige artikelen bevatten zeer bekende regels die geen nadere bespreking behoeven.
Hoofdstuk 4 bevat tot slot de strafbepaling, het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik en de titel van het bestemmingsplan.