direct naar inhoud van 7.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
Plan: Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1003-onh1

7.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening

Het voorontwerp van dit bestemmingsplan is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit op de ruimtelijke ordening toegezonden aan:

  • Bedrijvenkring Apeldoorn;
  • Inspectie Milieuhygiëne;
  • Kamer van Koophandel Oost Nederland;
  • NV Nederlandse Spoorwegen;
  • Nuon Transport;
  • Prorail;
  • Waterschap Veluwe;
  • Provincie Gelderland.

Reacties zijn ontvangen van de provincie Gelderland, Waterschap Veluwe, Inspectie Milieuhygiëne, NS Reizigers en NS Pro Rail. Alleen de provincie Gelderland heeft inhoudelijke opmerkingen, die hieronder samengevat en van antwoord zijn voorzien.

  • 1. Provincie Gelderland

Inhoud van de brief

  • a. De plantoelichting (blz. 25) gaat in op één gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde (dubbelbestemming van de Waarde-Archeologie), terwijl op de verbeelding twee van deze dubbelbestemmingen zijn opgenomen. Aanvulling is gewenst.
  • b. Archeologisch onderzoek en verslaglegging van zowel bureauonderzoek als veldonderzoek dient te worden uitgevoerd, vastgelegd en gecontroleerd door deskundigen overeenkomstig de geldende archeologische beroepsnorm. De regels moeten op dit punt worden aangepast (art 19.2 c en 19.3.3.e)

Beantwoording

  • a. Sprake is van één aaneengesloten archeologisch gebied dat op twee plaatsen vanuit Apeldoorn Zuid het bestemmingsplangebied inprikt. Verwezen wordt naar de in de plantoelichting opgenomen verklarende afbeelding in de paragraaf Archeologie.
  • b. In de betreffende regels (art. 19.2.c. en 19.3.3.b ipv e) is bepaald dat het overleggen van een archeologisch rapport niet nodig is indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de archeologische waarde van de gronden in 'andere beschikbare informatie' afdoende is vastgesteld. Het gaat hierbij om situaties waarbij op grond van afdoende betrouwbare informatie het niet noodzakelijk wordt geacht daar bovenop nog eens een archeologisch onderzoek te verlangen. De weging naar validiteit van de reeds beschikbare 'andere informatie' wordt verricht door de gemeentelijke archeoloog. Alleen deze deskundige kan de 'andere informatie' op waarde en volledigheid inschatten. Op basis van het advies van deze deskundige kunnen burgemeester en wethouders het naar hun oordeel niet nodig achten ook nog eens een (wellicht overbodig) archeologisch onderzoek te laten verrichten. Wij hechten waarde aan deze bepalingen die maken dat er ruimte is voor een beoordeling naar nut en noodzaak van een archeologisch onderzoek in situaties waarin andere informatie in welke vorm dan ook voor handen is.

7.3.1 Ontwerp-bestemmingsplan

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft vanaf 11 juni 2009 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. De in deze periode binnengekomen zienswijzen zijn voorzien van een antwoord. De nota is als bijlage bij het vaststellingsbesluit gevoegd.