direct naar inhoud van 3.7 Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1003-onh1

3.7 Cultuurhistorie

3.7.1 Apeldoorn Zuid

Apeldoorn Zuid bestond tot diep in de 19e eeuw uit heidevelden met een enkele woning aan één van de landroutes. De Kayersdijk en Kayersbeek begrensden het gebied aan de oostzijde. Met de komst van het Apeldoorns Kanaal (1869) en het spoor (1876) veranderde dat. Bedrijven als Papierwarenfabriek Koldewijn en Machinefabriek Van der Ploeg vestigden zich met de kop aan het Kanaal. Langs de oude linten, zoals de 2e Wormenseweg en Lepelaarweg, verrezen de eerste arbeiderswoningen. Deze directe relatie tussen Zuid en het Kanaal bleef tot aan de Tweede Wereldoorlog bestaan. Her en der verrezen tuindorpen voor de arbeiders van de fabrieken, zoals het Vogelkwartier en de Metaalbuurt. Vanaf de jaren '50 werd de relatie tussen wijk en industrie steeds losser. Apeldoorn Zuid werd meer en meer een "gewone" uitleglocatie om de woningnood te lenigen. De bedrijven langs het Kanaal haalden op hun beurt het personeel uit de hele regio. Eens de economische en maatschappelijke motor van Zuid, ontpopte de Kanaalzone zich in toenemende mate als een blokkade richting het water én de oostelijke uitbreidingen in De Maten. Herontwikkeling van het gebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van de aanwezige cultuurhistorische kwaliteiten, biedt de kans om deze verbroken relatie op een hedendaagse manier te herstellen.

3.7.2 Het Kanaal

Het tussen 1825 en 1829 gegraven Kanaal verbond destijds Hattem, bij de IJssel, en het dorp Apeldoorn. Het Kanaal eindigde bij de Deventerstraat met een vrij bescheiden haven. Het Kanaal werd in zuidelijke richting verlengd tussen 1858 en 1884 (in 1866 voor het eerst in gebruik) en de havencapaciteit werd in 1920 uitgebreid door verbreding van het Kanaal vanaf de huidige Deventerbrug tot de Welgelegenbrug.

Kanaal Zuid is geleidelijk tot ontwikkeling gekomen en bleef langer als buitengebied voortbestaan. Industriële productie en handel bleven een belangrijke bron van inkomsten voor Apeldoorn tot in 1962, toen de laatste schepen op Kanaal Noord voeren. Tien jaar later stopte de vaart op het Kanaal volledig.

Bij de aanleg van het Kanaal werd er geen rekening gehouden met bestaande verkavelings- en wegenpatronen of landbouwgronden. De belangen van de handel en het vervoer van hout, metaal, keramiek en textiel in de tweede helft van de 19e eeuw, en later de aanvoer van steenkool vanuit Gelderse achterhoeken en Duitsland, werden richtinggevend. In samenhang daarmee werd de infrastructuur van het Kanaal leidinggevend voor de ruimtelijk-historische ontwikkeling van omliggende gebieden, inclusief de havenkades.

De Apeldoornse Haven moest aanleg van schepen en levering van ruwe materialen vergemakkelijken. Voor het laden en lossen moesten de oevers en kade open en vrij van obstakels zijn; alleen stapels steenkool stonden af en toe aan de kade. Daarom is een grote open ruimte tussen Kanaal en bebouwing lange tijd in tact gebleven.

3.7.3 Kayersbeek

Op de kaart van 1832 werd de Kayersbeek nog de Kanaalbeek genoemd, omdat die het Kanaal voedde (reeds vóór de verlenging). Deze beek liep achter het huidige havenmeestershuis (Deventerstraat 52), onder de weg naar Arnhem (Korte Kanaalstraat) en verder richting Wormen. Opvallend is dat de verkaveling langs de Grift, de Kayersbeek en het Kanaal daar waar deze waterlopen nauw bij elkaar komen geen regelmatig patroon had, tot in de jaren '80 van de 20e eeuw. Waarschijnlijk is deze onrechtlijnige verkaveling ontstaan in de tijd dat de Grift een natuurlijke beekloop had en het Kanaal nog niet bestond.

Langs de loop van de Kayersbeek, tussen de Grift en het Kanaal, werd het verkavelingspatroon op basis van ontwikkelingsbehoeften telkens veranderd. Elders in het dorp, zoals in de kern ervan, werd er voortgeborduurd op het patroon van rond 1900. Deze locatie is herhaaldelijk opnieuw ingericht. Het herhaalde onregelmatige patroon karakteriseerde dit gebied uiteindelijk tot de jaren '80 met de rechtlijnige nieuwe woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1003-onh1_0010.jpg"

Afbeelding 3.3; cultuurhistorische beleidskaart Apeldoorn

3.7.4 Structuur

De toekomstige stedenbouwkundige structuur is historisch bepaald. Het plangebied ligt "opgespannen" tussen het Apeldoorns Kanaal en de Kayersdijk. Mogelijk wordt het hele Kanaal aangewezen als rijksbeschermd gezicht, met de bijbehorende oevers en bijbehorende beeldbepalende bebouwing. Voor de groenzone evenwijdig aan de Kayersdijk wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om hier de loop van de oude beek terug te brengen. De karakteristieke linten Lepelaarweg en Aalscholverweg vormen samen een "dorp". Verder is ook de Loudonstraat onderdeel van een historische lint.

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1003-onh1_0006.jpg"

Afbeelding 3.4; cultuurhistorische informatiekaart Apeldoorn

De cultuurhistorische analyse bevat aanbevelingen over behoud, herkenbaarheid of versterking van een aantal aspecten die van belang zijn voor de identiteit van de Kanaalzone.

De meest relevante aspecten voor dit plangebied zijn:

  • Het Kanaal als historische structuur en in visuele samenhang met het begeleidende groen en de restanten van (historische) bebouwing.
  • De Kayersbeek, als historische structuur en nauwe relatie met het Kanaal (herstel Kayersbeek en beleefbaar maken).
  • Het verschil in functie van wegen en hun uitstraling (denk aan het gelede profiel en stedenbouwkundige betekenis van de Kayersdijk en aan de eenvoudige indeling en materialisatie van de woonstraten, soms met grindbermen).
  • menging van wonen en werken als herkenbaarheid van de bewoningsgeschiedenis.
  • Behoud van fabrieksgebouwen en bepaalde karakteristieken (bv schoorsteenpijpen, sheddaken, doosachtige massa's, oriëntatie op Kanaal en Kayersdijk, schaalverschillen)
  • Bij herontwikkeling van de routes langs het Kanaal aansluiten bij de oorspronkelijke karakteristiek, continuïteit van groene oevers handhaven.