direct naar inhoud van 2.3 Ruimtelijke Verordening Gelderland
Plan: Bestemmingsplan Kanaalzone-Zuid - Kayersmolen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1003-onh1

2.3 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op grond van artikel 4.1 Wro kunnen, indien provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, bij of krachtens provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en omtrent de daarbij behorende toelichting.

Op 15 december 2010 hebben provinciale staten van Gelderland de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. De verordening vormt een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid en bevat dus ten opzichte van het Streekplan 2005 geen beleidswijzigingen. In de Wro zijn regelingen opgenomen die naar de mening van het Rijk door de provincies nader moeten, dan wel kunnen worden uitgewerkt in een provinciale verordening. Dit vloeit voort uit de concept-AMvB Ruimte.

In de regels van de Ruimtelijke Verordening Gelderland is, voor zover voor het plangebied van belang, het volgende bepaald.

  • 1. In een bestemmingsplan is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken slechts toegestaan binnen bestaand bebouwd gebied.
  • 2. De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen dienen te passen in het vigerende, door GS vastgestelde Kwalitatief Woonprogramma voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen, zoals opgenomen in bijlage 9 bij de Verordening.

Uitzonderingen op punt 1 wordt gegeven in de artikelen 2.3 en 2.4 van de regels behorende bij de Ruimtelijke Verordening Gelderland. Deze artikelen maken het onder voorwaarden bouwen van woningen buiten bestaande bebouwing mogelijk.

Het Gelderse kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Gedeputeerde staten stellen de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren per regio als indicatieve taakstelling vast in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP).De verordening sluit uit dat er bovenop de afspraken in het KWP in een regio woningen worden gerealiseerd, die niet in dat KWP passen. Het bouwen van meer woningen dan waar in een regio behoefte aan is kan tot onbedoelde migratiestromen leiden en uiteindelijk zelfs tot leegstand in die regio of elders.

In het kwalitatieve woonbeleid is flexibiliteit gegarandeerd doordat iedere vijf jaar een nieuw Kwalitatief Woonprogramma wordt vastgesteld en doordat bovendien tussentijds wordt bezien of bijstelling wenselijk is. Voorts wordt flexibiliteit bevorderd door de mogelijkheid die gemeenten hebben om meer plancapaciteit voor woningbouw in ontwikkeling te hebben dan dat er woningen zouden moeten worden opgeleverd. Wanneer de ontwikkeling of uitvoering van een bepaald (bestemmings)plan vertraging oploopt, is het mogelijk om een ander plan daarvoor in de plaats eerder tot uitvoering te laten komen. Een overmaat aan plancapaciteit van max. 30% van de het KWP wordt door de provincie Gelderland aangemoedigd.

Om naar behoefte te bouwen en de risico's van overcapaciteit te beperken wordt er regionaal samengewerkt. Door samen te werken voorkomen gemeenten onderlinge concurrentie en ontstaat inzicht in de omvang van de plannen in relatie tot het KWP voor de regio. Op dit moment vindt er, op verzoek van de provincie Gelderland, in regionaal verband afstemming plaats over de woningbouwplanning. Omdat er nog geen regionale afspraken zijn gemaakt, is toetsing van individuele plannen aan het nieuwe KWP niet mogelijk. In afwachting van de uitkomst van deze afstemming wordt voorlopig uitgegaan van het woningbouwprogramma voor de gemeente Apeldoorn zoals dat is opgenomen in het Structuurplan Stedelijk Gebied. Hierin is vastgelegd dat er in de periode 1998-2020 15.000 woningen aan de woningvoorraad moeten worden toegevoegd.