direct naar inhoud van 4.7 Waterhuishouding
Plan: Malkenschoten-Kayersmolen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1002-vas1

4.7 Waterhuishouding

Het plangebied Malkenschoten - Kayersmolen ligt in het bestaand stedelijk gebied van Apeldoorn. Het plangebied is circa 290 ha groot en bestaat grotendeels uit kantoren en bedrijven. Het plangebied bevindt zich niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het Streekplan (de provinciale structuurvisie)heeft aangegeven.

4.7.1 Grondwater

Er is in het plangebied geen grondwateroverlast die leidt tot problemen. Het plangebied ligt deels in de in het provinciale Streekplan (structuurvisie) vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Dit houdt in dat door klimaatverandering de grondwaterstanden in delen van het plangebied mogelijk tot 30 cm kunnen stijgen.

4.7.2 Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

Binnen het plangebied zijn de volgende oppervlaktewateren aanwezig.

  • Aan de zuidzijde van het plangebied liggen vier vijvers waarop (een deel van) het hemelwater van de gescheiden en verbeterd gescheiden rioolstelsels afvoert. Deze vijvers zijn via duikers met elkaar verbonden en voeren af op het Apeldoorns Kanaal.
  • Ook aan de noordzijde van het plangebied liggen twee vijvers die zijn bedoeld voor de opvang van water uit het gescheiden rioolstelsel. De vijvers zijn via duikers met elkaar verbonden en voeren via een duiker af op de Zwaanspreng.
  • In het westen van het plangebied ligt een overstortvijver, bedoeld voor de opvang van overtollig water uit het gemengde stelsel. De vijver kan een teveel aan water via een duiker afvoeren op de Zwaanspreng.
  • Aan de noordzijde van het plangebied lopen de Zwaanspreng en de Kayersbeek. De Zwaanspreng ontspringt ten westen van het plangebied en mondt uit in het Apeldoorns Kanaal. De Zwaanspreng en de Kayersbeek zijn door de provincie Gelderland aangewezen als SED-water (Specifieke Ecologische Doelstellingen). De opgave voor dit type water is vooral het herstel van de natuurwaarden, maar ook de bescherming daarvan. In voorliggend bestemmingsplan zijn beide watergangen opgenomen in de bestemming ‘Water’. Daarnaast is een op bescherming gerichte dubbelbestemming opgenomen.
  • De oostzijde van het plangebied wordt begrensd door het Apeldoorns Kanaal. Het zuidelijke gedeelte, tot aan de monding van de Zwaanspreng, maakt onderdeel uit van een natte ecologische verbindingszone.

Voorliggend bestemmingsplan heeft geen (nadelige) gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving. Wel moet met toekomstige wijzigingen rekening gehouden worden met de bescherming en het herstel van de natuurwaarden in de Zwaanspreng. In en rond het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor.

4.7.3 Afvoer van hemelwater en afvalwater

Voor de afvoer van vuilwater en hemelwater zijn binnen het plangebied meerdere typen stelsels aanwezig. In onderstaande tabel zijn de gebieden bij benadering ingedeeld.

Gemengd rioolstelsel   tussen de Zwaansprengweg en de Marchantstraat  
  tussen de Arnhemseweg en de Oude Apeldoornseweg  
Gescheiden rioolstelsel   tussen de Oude Apeldoornseweg en het Apeldoorns Kanaal  
Verbeterd gescheiden stelsel   Surinameweg  
IT-riolering (infiltratie-transport-riool)   Ten zuiden van Dubbelbeek  

Indien binnen het plangebied nieuwe stedelijke (her)ontwikkelingen plaatsvinden zal de waterhuishoudkundige inrichting moeten worden ontwikkeld volgens de laatste inzichten op dit gebied. In sommige gevallen betekent dit dat er niet automatisch gebruik kan worden gemaakt van de al aanwezige (riool)systemen.

Op dit moment hanteert de gemeente Apeldoorn bij nieuwbouwplannen en herstructureringsprojecten het principe dat er geen hemelwater op de bestaande riolering mag worden aangesloten. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Al het hemelwater afkomstig van daken en terreinverhardingen (zoals parkeerplaatsen en pleinen) en straten wordt geïnfiltreerd in de bodem of geborgen op het terrein, bijvoorbeeld door toepassing van infiltratiegreppels of wadi’s, ondergrondse infiltatievoorzieningen, waterdoorlatende verhardingen of vijvers.
  • Voor hemelwater afkomstig van afvoerende verharde oppervlakken dient een hemelwatervoorziening ter grootte van 36 mm per afvoerende m2 verharding aangelegd te worden (of 20 mm bij herontwikkeling).

De uiteindelijke keuzes en inrichting met betrekking tot de waterhuishouding dienen met de gemeente Apeldoorn te worden afgestemd. Bij nieuwbouw mag géén gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen die het hemelwater kunnen verontreinigen (DAF-prestaties). Voorbeelden van dergelijke materialen zijn zink en koper.

4.7.4 Watertoets

De watertoets is ingesteld om het aspect water in een vroeg stadium mee te nemen bij ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets is wettelijk verplicht en heeft als doel om gezamenlijk met de waterbeheerders de waterhuishoudkundige doelstellingen in een zo vroeg mogelijk stadium in ruimtelijke ontwikkelingen op te nemen. De gemaakte afspraken worden in de waterparagraaf van het bestemmingsplan opgenomen.

Het voorontwerpbestemmingsplan 'Malkenschoten - Kayersmolen' is in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan het Waterschap Veluwe. Het waterschap heeft aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan.

In april 2011 is met het waterschap contact gezocht of er voor de planvorming betreffende het Visionpark aanvullende randvoorwaarden nodig zijn. Gezien het vroege stadium waarin de planvorming van deze locatie zich bevindt, is afgesproken dat de algemene eisen zoals opgenomen in paragraaf 4.7.3 op dit moment voldoende zijn. Bovendien geldt dat, hoewel in voorliggend bestemmingsplan enige verruiming van de gebruiksmogelijkheden is geboden, de bouwmogelijkheden voor dit terrein zijn overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan. Ten opzichte van het vigerende planologische regime is dus qua bebouwing geen sprake van een toename.