Plan: | Landelijk gebied 2015 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.BP00075-VG04 |
Het beroepsmatig verlenen van diensten c.q het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft, door de gebruik(st)er van de woning.
Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk (niet zijnde detailhandel), maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, door de gebruik(st)er van de woning.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Detailhandel in de vorm van niet tot het regulier assortiment behorende seizoens- of andere (actie)artikelen waaronder paas-, pinkster- en kerstartikelen in de vorm van een tijdelijke show voor een periode van maximaal 12 aaneengesloten weken.
De denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder bijbehorende bouwwerken - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
Een in het plan als zodanig aangegeven bouwvlak, waarop de agrarische bedrijfsbebouwing met de (bedrijfs)woning is geconcentreerd.
een agrarische activiteit ten behoeve van agrarisch bedrijfsmatig gebruik of agrarisch hobbymatig gebruik, gericht op het benutten van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond.
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht voor de productie of levering van goederen of diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur en/of het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur. Kenmerkende werkzaamheden zijn cultuurtechnische werken en grondverzet, mest(stoffen)bewerking en/of -distributie, onderhoud van (openbare)groenvoorzieningen en ander daaraan gerelateerd (agrarisch) loonwerk.
de teelt van gewassen op open grond;
de regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 van de Monumentenwet 1988 en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
de aan gebieden toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende bouwwerken en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.
Het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen en/of het leveren van diensten .
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij de woning.
Een gebouw of een complex van gebouwen ten behoeve van meerdere bedrijven en/of instellingen
De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Een beperkt kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
Een besloten inrichting waarin prostitutie wordt uitgeoefend of de uitoefening ervan wordt aangeboden (onder andere erotische massagesalons, seksclubs, privé-huizen, thuisprostitutie en escortbedrijf).
Op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig(e)
De grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
Een bedrijf dat uitsluitend of hoofdzakelijk is gericht op het produceren van houtachtige gewassen.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de wijze van bouwen van een woning, te weten vrijstaand, twee-aaneen (halfvrijstaand) of aaneengebouwd, waarbij
de aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan;
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Het maximaal aantal te houden dieren overeenkomstig de verleende omgevingsvergunning of het Activiteitenbesluit.
Een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, aanbiedt om prostitutie te verrichten, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (onder andere escortservice en bemiddelingsbureaus).
Een voor het publiek toegankelijke uitvoering/verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek dan wel op sociaal-cultureel terrein, zoals periodieke en/of incidentele (sport)manifestaties of -wedstrijden, concerten, buurt-, oogst-, zomer- of Oranjefeesten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en/of markten.
Recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Een bouwwerk bedoeld ter verfraaiing of ontspanning en vermaak, als blikvanger of oriëntatiepunt, niet noodzakelijkerwijs functioneel van aard.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een agrarisch bedrijf, dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen onder glas of daarmee gelijk te stellen materialen;..
een (deel van een) gebouw, geen appartement zijnde, dat blijkens haar indeling geschikt en bestemd is voor een groep of groepen van personen te dienen als recreatief dag- en nachtverblijf;
een agrarische bedrijfsvoering, waarbij de productie voor méér dan de helft afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond (als productiemiddel) waar het bedrijf over kan beschikken, waaronder een melkrundveehouderijbedrijf, een melkgeitenhouderijbedrijf, een schapenhouderijbedrijf, een akkerbouwbedrijf, een vollegronds tuin-bouwbedrijf, een productiegerichte paardenhouderijbedrijf, en naar de aard daarmee gelijk te stellen agrarische bedrijven;
een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten op het gebied van cultuurtechnische werkzaamheden, grondverzet, grond-/ (onderhouds)werkzaamheden, infrastructurele voorzieningen, opslag en transport van zand, grind, kalk en teelaarde en op de recycling van bouw- en sloopafval.
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht ten behoeve van het niet-bedrijfsmatig beoefenen van de hondensport en -training met bijbehorende voorzieningen.
De aaneengesloten bebouwing waarin de woning is opgenomen, te weten de woonruimte met de direct en volledig (en dus niet met een tussenlid) aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, met uitzondering van aangebouwde bijbehorende bouwwerken.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, zoals plattelandsontwikkeling en dagrecreatie, zoals een ijssalon, theetuin, een ontvangstruimte, en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.
een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zaalaccommodatie.
Een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.
een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver- of pluimveehouderij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen en (nagenoeg) geen weidegang, met uitzondering van bedrijfsvoeringen waarin dieren worden gehouden overeenkomstig de regels ten aanzien van de biologische productiemethoden;
Een tent, een tentwagen/vouwcaravan, een kampeerauto/camper of een caravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Onder kampeermiddelen wordt niet verstaan: stacaravans, chalets en trekkershutten.
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.
Bouwwerken van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de (agrarische) bedrijfsvoering.
Kampeerterrein voor maximaal 25 kampeerplaatsen, waarbij uitsluitend gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober en tijdens de Kerstvakantie(gedurende de periode tussen 15 december en 15 januari) kampeermiddelen aanwezig mogen zijn.
In de mei- en zomervakantie, in het Paasweekend en in de week waarin Hemelvaartsdag valt tot en met de week van Tweede Pinksterdag mogen ten hoogste 40 kampeermiddelen aanwezig zijn.
Een kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
De aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.
Een pubieksgericht paardenhouderijbedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en/of pony's, ondergeschikte horeca (kantine, foyer en dergelijke), verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere daaraan gerelateerde evenementen.
het geheel van (bedrijfsmatig) handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van natuur, houtproductie, landschap, milieu of extensieve dagrecreatie;
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
elke toename van stikstofdepositie (groter dan 0,00 mol stikstof) per hectare per jaar op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied;
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensieve veehouderij;
Werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
Horeca die ondergeschikt en gerelateerd is aan een andere, nader in de planregels omschreven (hoofd)functie en tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en niet- of zwak-alcoholische dranken
Het openlijk, op of vanaf het openbaar gebied zichtbaar, door houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten te bewegen om tegen een vergoeding seksuele of erotische handelingen te verrichten, het daartoe uit te nodigen of aan te lokken (onder andere raam- en straatprostitutie).
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een voor mensen toegankelijke, overdekte en zonder wanden omsloten ruimte.
een (omheind) terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal waar paarden vrije uitloop kunnen hebben en waar paarden kunnen worden getraind;
een agrarisch bedrijf gericht op het fokken van (sport)paarden, het houden, stallen of africhten van paarden ten behoeve van de vlees- en/of melkproductie, handel en/of de gebruiksgerichte paardenhouderij.
Paardenhouderij waar het rijden met paarden primair gericht is op de ruiter/amazone.
Paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan/met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten en trainen en verhandelen van paarden.
De scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
Detailhandel die vanwege de omvang van de te koop aangeboden goederen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling ervan, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede de verkoop van bouw- en doe-het-zelf producten en van meubelen en artikelen ten behoeve van de woninginrichting en daarmee samenhangende artikelen.
Bewoning door een persoon of door groepen van personen, zoals bedoeld in de Wet basisregistratie personen, van een voor wisselende bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats.
Het bestemmingsplan 'Landelijk gebied 2015' met identificatienummer NL.IMRO.0197.BP00075-VG04 van de gemeente Aalten.
Een bedrijfswoning, (voorheen) behorend tot een binnen hetzelfde bouwvlak gevestigd agrarisch bedrijf, die wordt bewoond door derden die geen functionele binding hebben met dat agrarisch bedrijf, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf.
Een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, zich beschikbaar stelt of aanbiedt om tegen een vergoeding seksuele of erotische handelingen te verrichten.
uitsluitend bewoning vanuit een recreatieve doelstelling, door een persoon of door groepen van personen die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben.
Detailhandel in de vorm van verkoop van artikelen in de volgende assortimentsgroepen: bomen/heesters/coniferen, vaste, één- en tweejarige planten, levende dieren en diervoeding en -benodigdheden, gewasbescherming/verdelgingsmiddelen, meststoffen, grondproducten, bollen/knollen/zaden, verlichting/elektriciteitsartikelen, tuinmeubels, bestratingsmaterialen, tuinhout/houtwaren, blokhutten/kassen, vijvers/zwembaden, kamerplanten, snij-/droog- en zijdebloemen, potterie/plantenbakken/beelden/ornamenten, tuingereedschappen, tuin- en doe-het-zelf gerelateerde werkkleding, barbecues, tuinspeelapparaten en -speelgoed, tuin- en interieurgerelateerde cadeauartikelen/sfeer/interieur/ decoratieartikelen, dienstverlening/advies en verhuur m.b.t. deze assortimentsgroepen niet tot het regulier assortiment behorende seizoens- of andere (actie)artikelen, alsmede aan deze artikelen aanverwante zaken en gelijk te stellen artikelen.
Een agrarisch gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat dient voor beschutting van vee tegen weersinvloeden.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Het geheel of gedeeltelijk afbreken.
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
De gezamenlijke oppervlakte van de vloeren van de stallen, die kunnen worden gebruikt voor het houden van dieren, inclusief de voerpaden en centrale gangen, maar exclusief opslagruimten en daarmee gelijk te stellen ruimten.
Neerslag van stikstofverbindingen uit de atmosfeer op een habitat, waarbij de belasting, op een punt binnen het habitat, wordt uitgedrukt in mol N/ha/jr en de belasting op het habitat in geheel in mol N/jr;
Voorziening in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten wordt gebruikt om één of meer van de volgende doelen na te streven:
Voorbeelden van teeltondersteunende voorzieningen zijn: aardbeiteelttafels, afdekfolies, antiworteldoeken, boomteelthekken, hagelnetten, insectengazen, plastic tunnels, ondersteunende kassen, schaduwhallen en vraatnetten.
Knalapparatuur wordt niet aangemerkt als teeltondersteunende voorziening.
Een (houten) huisje met uitsluitend slaap- en kookgelegenheden, zonder verwarming of sanitaire voorzieningen, dat dienst doet als overnachtingsgelegenheid.
Een detailhandelsvestiging waar de volgende goederen ter verkoop worden aangeboden:
Een plateau dat er voor zorgt dat vee beschikt over twee verblijfsniveaus en dat tot doel heeft de verblijfsruimte van vee te vergroten en niet tot doel heeft het aantal stuks vee per vierkante meter stal te vermeerderen.
voor stikstof gevoelige leefgebieden voor vogelsoorten, natuurlijke habitats en habitats van soorten waarvoor een instandhoudingsdoelstelling geldt;
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw dan wel de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw.
De lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
Een gebouwde voorziening voor het omzetten van de energie van bewegende lucht in andere energievormen, waaronder begrepen elektriciteit en warmte.
stookinstallatie, bestemd voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (één verblijfsobject met een woonfunctie).
Het bouwkundig en functioneel in tweeën delen van een woning, zodanig dat, met handhaving van het bestaande woongedeelte van het gebouw en zonder uitbreiding, een tweede zelfstandig functionerende woning in het gebouw wordt gemaakt.
Een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaal-medische opvang van personen, die al dan niet ter plaatse woonachtig zijn, gecombineerd wordt met agrarische activiteiten waarbij de cliënten in enige zin behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten.
Bij de toepassing van de regels van het plan wordt als volgt gemeten:
dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
goothoogte
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de goothoogte niet meegerekend:
bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
inhoud van een gebouw
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken; dakkapellen, dakopbouwen, kelders en onderbouwen tellen niet mee bij de inhoud.
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de inhoud niet meegerekend:
oppervlakte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren en boven de begane grondvloer.
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de oppervlakte niet meegerekend:
afstand tot de perceelgrens
tussen grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
de hoogte van een windturbine
Vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
peil
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bebouwingsvlakken, bouwpercelen of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als goot- en kroonlijsten, dorpels, plinten, regenpijpen, pilasters, stoeptreden, kozijnen en dergelijke ondergeschikte bouwedelen buiten beschouwing gelaten.
Daar waar op de verbeelding twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, toegangs- en ontsluitingswegen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
bijbehorende bouwwerken en overkappingen bij bedrijfswoningen zijn uitsluitend binnen een agrarisch bouwvlak toegestaan, tenzij in deze bouwregels anders is bepaald
met dien verstande dat bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de bedrijfswoning zodanig gesitueerd moeten zijn dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is toegestaan conform het bepaalde in onderstaande tabel en met inachtneming van de onder de tabel uitgewerkte maatvoerings- en situeringseisen:
erf- en terreinafscheidingen en sleufsilo's | vlaggenmasten en antennes | hooibergen en voedersilo's | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | teeltondersteunende voorzieningen met uitzondering van voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt. | teeltondersteunende voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt | |
binnen het agrarisch bouwvlak | 2 m | 10 m | 15 m | 8 m | 4,5 m | 4,5 m |
buiten het agrarisch bouwvlak* | 1,25 m | niet toegestaan | niet toegestaan | 1 m | 2,5 m | 4,5 m |
* sleufsilo's en mestopslagplaatsen zijn niet buiten het agrarisch bouwvlak toegestaan, tenzij zulks op basis van deze regels (artikel 3.3.7) is toegestaan. Teeltondersteunende voorzieningen zijn buiten het bouwvlak uitsluitend gedurende 6 maanden per jaar toegestaan en in afwijking hiervan jaarrond toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - jaarrond teeltondersteunende voorzieningen'.
Met dien verstande dat:
Buiten het agrarische bouwvlak zijn toegestaan:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.1 voor het overschrijden van bouwgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d voor het verhogen van de maximale goothoogte van bedrijfswoningen tot een goothoogte van maximaal 7 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder f voor het verhogen van de maximale inhoud van bedrijfswoningen met ten hoogste 75 m3, mits het een vergroting in de vorm van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk betreft.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder f ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2, onder b, voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 onder d of artikel 3.2.2 onder g voor het toestaan van een afwijkende dakhelling dan ter plaatse is toegestaan
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.2 en artikel 3.2.4 voor de bouw en aanleg van één paardenbak op of aansluitend aan een agrarisch bouwvlak en/of bestemmingsvlak “Wonen”, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.2 voor de bouw van schuilgelegenheden voor vee buiten het agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt: het gebruik van gronden en bouwwerken behorend tot een veehouderij die leidt tot een stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied welke stikstofdepositie groter is dan de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige planologische toegestane gebruik van de gronden en bouwwerken behorend tot de veehouderij.
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt: het gebruik van gronden en bouwwerken
ten behoeve van het houden van vee zodanig dat er sprake is van een negatief effect op een Natura
2000-gebied door stikstofdepositie, met dien verstande dat tot een strijdig gebruik met deze
bestemming niet wordt aangemerkt:
Het gebruik van een agrarisch bedrijf is niet toegestaan indien binnen gebouwen meer dan één bouwlaag gebruikt wordt voor het houden van dieren, met uitzondering van de bestaande bouwvlakken waarop volière- en scharrelstallen voor pluimvee in meer bouwlagen aanwezig zijn.
Op die bouwvlakken mogen dieren in ten hoogste drie bouwlagen worden gehuisvest. Indien in een deel van de stalruimte een veeplateau is gerealiseerd in het kader van dierwelzijn, dan wordt dat plateau niet als een bouwlaag aangemerkt.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch uitgesloten - vee en mest' het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van het houden van dieren, dan wel ten behoeve van de opslag van mest.
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt:
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een wkk-installatie (warmtekrachtkoppeling) waarmee (bio)gas, verkregen door vergisting van mest en/of de verwerking van biomassa, wordt omgezet in elektriciteit.
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ten behoeve van uitoefening van fruitteelt is niet toegestaan binnen een afstand van 50 m van bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies, met uitzondering van bestaand gebruik waarbij de bestaande afstand als minimale afstand dient te worden aangehouden.
Onder voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies worden verstaan alle functies met gebouwen behoudens de agrarische bedrijvigheid.
Het gebruik van een camper ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camperplaats' met een verblijfsduur van méér dan 72 uur is niet toegestaan.
Een verblijf door de zorgvragers ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zorgboerderij' is niet langduriger toegestaan dan drie aaneengesloten nachten.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterretentie' mogen de gronden mede worden gebruikt voor waterretentie en -infiltratie ten behoeve van het bedrijf dat is gevestigd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - koppeling waterretentie' binnen de bestemming 'Bedrijf'.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.4.7 ten behoeve van het verkleinen van de in dat artikel opgenomen afstand, mits de omgevingsvergunning niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat of van het verblijfsklimaat van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Horeca (uitsluitend categorie 1) |
500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Zorg | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Opslag | niet toegestaan | 500 m2 | 750 m2 |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | 500 m2 | 750 m2 |
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.2 sub a voor het toestaan van nieuwbouw ten behoeve van een nevenactiviteit als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen, met in achtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van een kleinschalig kampeerterrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.1 voor het toestaan van het gebruiken van een bedrijfswoning bij een agrarisch bedrijf als plattelandswoning waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het verwerken en/of bewerken van mest, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is buiten een bouwvlak verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 3.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden dan wel de landschapselementen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bouwgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het vergroten van de oppervlakte van het agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van het telen van boomkwekerijgewassen door het opnemen van de aanduiding 'bomenteelt' (telen van boomkwekerijgewassen toegestaan) ter plaatse van de aanduiding 'openheid', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, paden en erfontsluitingswegen.
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, toegangs- en ontsluitingswegen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
met dien verstande dat bijbehorende bouwwerken en overkappingen ten opzichte van de bedrijfswoning zodanig gesitueerd moeten zijn dat:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is toegestaan conform het bepaalde in onderstaande tabel en met inachtneming van de onder de tabel uitgewerkte maatvoerings- en situeringseisen:
|
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | hooibergen en voedersilo's | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | teeltondersteunende voorzieningen m.u.v. teeltondersteunende voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt | teeltondersteunende voorzieningen t.b.v. fruit- en boomteelt |
binnen het agrarisch bouwperceel | 2 m | 10 m | 15 m | 8 m | 4,5 m | 4,5 m |
buiten het agrarisch bouwperceel* | 1,25 m | x | 1 m | 2,5 m** | 4,5 m** |
* sleufsilo's en mestopslagplaatsen zijn niet buiten het agrarisch bouwvlak toegestaan.
** m.u.v. van gebieden ter plaatse van de aanduiding 'openheid': hier zijn geen nieuwe teeltondersteunende voorzieningen toegestaan. Teeltondersteunende voorzieningen zijn buiten het bouwvlak uitsluitend gedurende 6 maanden per jaar toegestaan.
Met dien verstande dat de hoogte van zonnepanelen zoals bedoeld in artikel 4.1.2 sub j maximaal 3 m mag bedragen ten opzichte van het erf dan wel de bouwhoogte van het bouwwerk waarop wordt gebouwd.
Ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' als bedoeld in artikel 4.1.1, onder i, is ten behoeve van
het recreatief wonen uitsluitend toegestaan:
Buiten het agrarisch bouwvlak zijn toegestaan:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 voor het overschrijden van bouwgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder c voor het verhogen van de maximale goothoogte van bedrijfswoningen tot een goothoogte van maximaal 7 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder e voor het verhogen van de maximale inhoud van bedrijfswoningen met ten hoogste 75 m3, mits het een vergroting in de vorm van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk betreft.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2, onder e ten behoeve van het vergroten van de inhoud van de woning, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2, onder a, voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder d of artikel 4.2.2 onder f voor het toestaan van een afwijkende dakhelling dan ter plaatse is toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.4 voor de bouw van mestopslagplaatsen en sleufsilo's buiten het agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.2 en artikel 4.2.4 voor de bouw en aanleg van één paardenbak op of aansluitend aan het agrarisch bouwvlak en/of bestemmingsvlak “Wonen”, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2 voor de bouw van schuilgelegenheden voor vee buiten het agrarisch bouwperceel, met inachtneming van de volgende bepalingen:
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt: het gebruik van gronden en bouwwerken behorend tot een veehouderij die leidt tot een stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied welke stikstofdepositie groter is dan de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) van het ten tijde van de vaststelling van het plan feitelijk aanwezige planologische toegestane gebruik van de gronden en bouwwerken behorend tot de veehouderij.
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt: het gebruik van gronden en bouwwerken
ten behoeve van het houden van vee, zodanig dat er sprake is van een negatief effect op een Natura
2000-gebied door, met dien verstande dat tot een strijdig gebruik met deze bestemming niet wordt
aangemerkt:
Het gebruik van een agrarisch bedrijf is niet toegestaan indien binnen gebouwen meer dan één bouwlaag gebruikt wordt voor het houden van dieren, met uitzondering van de bestaande bouwvlakken waarop volière- en scharrelstallen voor pluimvee in meerdere bouwlagen aanwezig zijn. Op die bouwvlakken mogen dieren in ten hoogste drie bouwlagen worden gehuisvest. Indien in een deel van de stalruimte een veeplateau is gerealiseerd in het kader van dierwelzijn, dan wordt dat plateau niet als een bouwlaag aangemerkt.
Als een met de bestemming strijdig gebruik wordt aangemerkt:
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een wkk-installatie (warmtekrachtkoppeling) waarmee (bio)gas, verkregen door vergisting van mest en/of de verwerking van biomassa, wordt omgezet in elektriciteit.
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ten behoeve van uitoefening van fruitteelt is niet toegestaan binnen een afstand van 50 m van bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies, met uitzondering van bestaand gebruik waarbij de bestaande afstand als minimale afstand dient te worden aangehouden.
Onder voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies worden verstaan alle functies met gebouwen behoudens de agrarische bedrijvigheid.
Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - co-vergisting' is het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de co-vergistingsinstallatie toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het verwerken en/of bewerken van mest, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.4.4 ten behoeve van het verkleinen van de in dat artikel opgenomen afstand, mits de omgevingsvergunning niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat of van het verblijfsklimaat van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.4.7. Hiermee zijn ook andere vormen van bewerking en/of verwerking van mest mogelijk ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - co-vergisting'. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Horeca (uitsluitend categorie 1) |
500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Zorg | 500 m2 | 750 m2 | 750 m2 |
Opslag | niet toegestaan | 500 m2 | 750 m2 |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | 500 m2 | 750 m2 |
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.2 sub a voor het toestaan van nieuwbouw ten behoeve van een nevenactiviteit als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen, met in achtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie in de vorm van een kleinschalig kampeerterrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 4.1.1 voor het toestaan van het gebruiken van een bedrijfswoning bij een agrarisch bedrijf als plattelandswoning waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden buiten een bouwvlak zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapselementen, beplantingselementen respectievelijk landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de bouwgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van het telen van boomkwekerijgewassen door het opnemen van de aanduiding 'bomenteelt' (telen van boomkwekerijgewassen toegestaan) ter plaatse van de aanduiding 'openheid', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals (on)verharde paden en wegen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende voorwaarden:
Ter plaatse van de aanduidingen 'groen' en/of 'houtsingel' zijn uitsluitend groenvoorzieningen en/of voorzieningen voor de hemelwaterinfiltratie toegestaan.
Het gebruik van een gebouw is niet toegestaan, indien niet aan de volgende voorwaarde is voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 onder a voor het toestaan van:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen in de vorm van een Gasdrukmeet- en regelstation met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde |
2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen in de vorm van een:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
aanduiding | adres | soort voorziening | oppervlakte in m2 | bouwhoogte in m |
'specifieke vorm van bedrijf - waterwinvoorziening 1' | Hoge Heurnseweg | drinkwaterproductiebedrijf | 1000 | 10 |
'specifieke vorm van bedrijf - waterwinvoorziening 1' | Hoge Heurnseweg | (semi-)ondergrondse voorzieningen t.b.v. de opvang van water behorend bij de waterwinning | 1700 | 3 |
'specifieke vorm van bedrijf - transformatorstation' | Barloseweg (ong.) | transformatorstation | 500 | 8 |
'specifieke vorm van bedrijf - waterwinvoorziening 2' | Loohuisweg 3-II | waterwinvoorziening | 250 | 8 |
'specifieke vorm van bedrijf - waterwinvoorziening 2' | ondergrondse voorziening t.b.v. de opvang van water behorend bij de waterwinning | 600 | 0 | |
'specifieke vorm van bedrijf - watertoren' | Ringweg 19 | watertoren (met bijbehorende transformatorgebouwen en telecommunicatievoorzieningen) | 200 | watertoren: 37,5 overige bouwwerken: 6 |
'specifieke vorm van bedrijf - watertoren' | Ringweg 19 | (half)ondergrondse voorziening t.b.v. de opvang van water behorend bij de watertoren | 400 | 2 |
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde |
2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en (parkeer)voorzieningen.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.2, onder a, lid 4, voor de herbouw van een gebouw ten behoeve van niet-commerciële dagrecreatieve activiteiten, (bos)beheer en/of educatie op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - hondendressuurterrein' geldt tevens de voorwaarde dat het gebruik van het hondendressuurterrein gedurende méér dan tien uur per week niet is toegestaan.
Het gebruik van de jachthut ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - jachthut' is slechts toegestaan in het kader van de uitoefening van de jacht (6 x per jaar), het faunabeheer en/of beheersmatige werkzaamheden in het kader van de Natuurschoonwet 1928 (25 x per jaar).
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 1' is de plaatsing en het gebruik van een toercaravan, met een oppervlakte van ten hoogste 7 m2, toegestaan.
Het gebruik van het gebouw voor het verblijf ten behoeve van recreatieve doeleinden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 2' is slechts toegestaan indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.4.1 ten behoeve van het toestaan van een kringwedstrijd met dien verstande dat het aantal kringwedstrijden per jaar ten hoogste drie mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 8.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden dan wel het karakteristieke verkavelingspatroon en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen.
Op de in artikel 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 9.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken en het gebruik van gronden ten behoeve van:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Adres | Toegestaan aantal m2 |
Lichtenvoordsestraatweg 44 | 1.150 |
Lichtenvoordsestraatweg 87a | 450 |
Haartseweg 2a | 450 |
Loohuisweg 5 | 1.650 |
Caspersstraat 2 | 990 |
dan wel de bestaande grotere oppervlakte; |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.1 ten behoeve van het vestigen van een andersoortig horecabedrijf of het uitbreiden van de activiteiten bij het bestaande horecabedrijf, mits:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aanduiding | Adres | toegestaan aantal m2 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' | Aladnaweg 3 | 810 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 2' | Haartseweg 17 | 390 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 3' | Brethouwerweg 9 | 400 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' | Bokkelderweg 3 | 520 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 5' | Huiskermatedijk 4 | 600 |
'specifieke vorm van maatschappelijk - 6' | Lichtenvoordsestraatweg 98 | 545 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de in onderstaande tabel opgenomen bouwhoogte :
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde |
2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
In afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.1 mogen ter plaatse van de aanduidingen 'parkeerterrein' en 'sportveld' geen bedrijfsgebouwen, bijbehorende bouwwerken en overkappingen worden opgericht.
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden tevens de volgende voorwaarden:
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor een begraafplaats met uitvaartcentrum/mortuarium en/of crematorium, met dien verstande dat:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in artikel 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 12.2.1 onder a genoemde bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden - tenzij hiervoor anders is bepaald - de in onderstaande tabel opgenomen bouwhoogten:
erf- en terreinafscheidingen | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde |
2 m | 6 m |
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het verhogen van de maximale bouwhoogte van bouwwerken tot een bouwhoogte van maximaal 15 m voor een maximaal oppervlak van 5% van de bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor het realiseren van technische voorzieningen.
Het terrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - parkeerterrein 2' mag niet worden gebruikt als parkeerterrein, indien niet aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het strooiveld ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - begraafplaats 2' mag niet worden gebruikt, indien niet aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het is verboden op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - begraafplaats 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel indien door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de openheid van het landschap en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.5.1 is niet vereist voor:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, behoudens:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden dan wel het karakteristieke verkavelingspatroon en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor dagrecreatief verblijf in de vorm van speel- en sportweiden, picknickplaatsen en visvijvers, met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden en ontsluitingsvoorzieningen.
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 1 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van een informatiepaneel ten hoogste 2,50 mag bedragen.
De voor 'Recreatie - Recreatiewoningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn | erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | vlaggenmasten en antennes | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | |
binnen het bestemmingsvlak | 1 m | 2 m | 10 m | 2 m |
Voorts geldt dat bijbehorende bouwwerken ten opzichte van de recreatiewoning zodanig gesitueerd moeten zijn dat:
Onverminderd het bepaalde in artikel 15.2.1 is herbouw van een recreatiewoning uitsluitend toegestaan:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:
Een recreatiewoning mag niet worden gebruikt voor permanente bewoning.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen parkeergelegenheden en ontsluitingswegen.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | |
binnen het bestemmingsvlak | 2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
Onverminderd het bepaalde in artikel 16.2.1 is herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak..
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.2 voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een recreatiewoning, een stacaravan, een trekkers-, blok- en/of hooiberghut, een kampeermiddel en/of een andere verblijfsrecreatieve voorziening mag niet worden gebruikt voor permanente bewoning.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van recreatiewoningen ter vervanging van ter plaatse toegestane stacaravans, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, parkeergelegenheden en ontsluiting.
Op de in artikel 17.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 17.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 17.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 17.2.4 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de in onderstaande tabel opgenomen bouwhoogten- en situeringseisen:
erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | |
binnen het bestemmingsvlak | 2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.1 onder a, resp. f voor de bouw van een derde hoofdgebouw met evt. een kleinere dakhelling ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1', met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Een groepsaccommodatie mag niet worden gebruikt voor permanente bewoning, met uitzondering van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'wonen'.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
aanduiding | erf- en terreinafscheidingen | vlaggenmasten, schermen (o.a. ballenvangers en kleiduiven) en antennes | lichtmasten | overige bouwwerken, geen gebouw zijnde |
'specifieke vorm van sport - buitensportbeoefening' | 2 m | 10 m | 15 m | 15 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
'specifieke vorm van sport - veldsporten 1' en 'specifieke vorm van sport - veldsporten 2' | 2 m | 10 m | 20 m | 6 m |
'ijsbaan' | 2 m | 10 m | 15 m | 6 m |
Het terrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - kleiduivenschietbaan' mag niet
worden gebruikt, indien niet aan de volgende voorwaarde is voldaan:
Het terrein ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - clubhuis motortoerclub' mag niet
worden gebruikt, indien niet aan de volgende voorwaarde is voldaan:
De uitoefening van andere dan de aangeduide sporten op de onderscheidene terreinen is niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.3.3 voor het toestaan van een andere vorm van sport, indien de belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden niet in onevenredige mate worden geschaad.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapselementen, beplantingselementen respectievelijk landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
Onverminderd het bepaalde in artikel 19.2.1 onder b is herbouw van een bedrijfswoning uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en erven, met de daarbij horende in- en uitritten en paden, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in artikel 21.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Van de in artikel 21.2.1 sub a genoemde abri's mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
Voor het bouwen van de in artikel 21.2.1 sub b t/m f genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, in het kader van:
De voor 'Verkeer - Spoorwegen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen
Op de gronden als bedoeld in artikel 22.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 22.2.1 gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de in artikel 23.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 23.2.1 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2 m.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, in het kader van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, niet zijnde bouwwerken, of werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:
Het onder artikel 23.4.1 vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden die:
De onder artikel 23.4.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag verleent de in artikel 23.4.1 bedoelde omgevingsvergunning voor het dempen, graven, vergraven, verleggen, afdammen of herprofileren van waterlopen, watergangen en/of waterpartijen niet alvorens bij de waterbeheerder advies is ingewonnen omtrent de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast alsmede omtrent eventueel aan de vergunning te verbinden voorwaarden.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met bijbehorende voorzieningen, zoals inritten, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de in artikel 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 24.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 24.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 24.2.1 sub c genoemde overige bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 24.2.3 en 24.2.4 geldt:
Voor het bouwen van de in artikel 24.2.1 sub d genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.3, onder a en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan of vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan wordt gebouwd mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 onder d en onder 24.2.2 onder f en toestaan:
mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 onder a en toestaan dat het hoofdgebouw op een andere dan de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 sub g voor het vergroten van de woonruimte, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.2.2 sub g voor het vergroten van de inhoudsmaat van een woning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
voor zover een geurgevoelige functie wordt gerealiseerd mogen de belangen van de in de omgeving gelegen functies niet onevenredig worden geschaad.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 24.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 24.1 onder c en d in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 24.2.2 voor bewoning mits het aantal woningen als bedoeld in artikel 24.1 sub a niet wordt vermeerderd.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.1 sub a en de toename van één woning binnen de hoofdbouwmassa toestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.1 sub e voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 24.5.2 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Zorg | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Opslag | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 24.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de in artikel 25.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 25.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 25.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 25.2.1 sub c genoemde overige bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.2.3 en 25.2.4 geldt ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering 3' dat bijbehorende bouwwerken uitsluitend ter plaatse van deze aanduiding mogen worden gebouwd met:
Voor het bouwen van de in artikel 25.2.1 sub d genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.3, onder a en artikel 25.2.4, onder a en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan of vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan wordt gebouwd mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke kwaliteit, een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.2 onder d en onder 25.2.2 onder f en toestaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.2 onder a en toestaan dat het hoofdgebouw op een andere dan de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 25.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 25.1 onder c en d in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een hoofdgebouw of een aan de woning aangebouwd bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 25.2.2 voor bewoning mits het aantal woningen als bedoeld in artikel 25.1 sub a niet wordt overschreden.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.2.1 sub e voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 25.5.2 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Zorg | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Opslag | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 25.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het ophogen van de bodem dan wel het aanleggen van een grondwal vóór de voorgevel dan wel vóór de naar de openbare weg gekeerde achtergevel tot een hoogte van méér dan 1 meter boven maaiveld.
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de in artikel 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 26.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 26.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 26.2.1 sub c genoemde overige bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 26.2.1 sub d genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.2.3 onder a en artikel 26.2.4, onder a toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan of vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan wordt gebouwd mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke kwaliteit, een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en/of de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.2.2 onder c en artikel 26.2.2 onder e en toestaan:
mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.2.2 onder a en toestaan dat het hoofdgebouw op een andere dan de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 26.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 26.1 onder b in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een hoofdgebouw of een aan de woning aangebouwd bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 26.2.3 voor bewoning mits het aantal woningen als bedoeld in artikel 26.1 sub a niet wordt vermeerderd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26.5.2 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage 1 met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen, dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage 1, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Dagrecreatie | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Zorg | 500 m2 | 500 m2 | 750 m2 |
Opslag | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | niet toegestaan | 500 m2 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 26.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het ophogen van de bodem dan wel het aanleggen van een grondwal vóór de voorgevel dan wel vóór de naar de openbare weg gekeerde achtergevel tot een hoogte van méér dan 1 meter boven maaiveld.
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Wonen - 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende bebouwing en onbebouwde terreinen.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 27.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 27.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 27.1 sub b in ieder geval gerekend:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden,
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, zijn op de in artikel 28.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt, voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' voorrang krijgt.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken op de in artikel 28.1 bedoelde gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 28.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.3.1 wordt slechts verleend, indien:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 28.1.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 28.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van de ondergrondse leiding.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 29.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 29.2 voor het bouwen in overeenstemming met de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande dat:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.3.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van de hoogspanningsleiding.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken op de in artikel 30.1 bedoelde gronden uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 30.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 30.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.3.1 wordt niet eerder verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van de ondergrondse leiding.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag op de in artikel 30.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van de ondergrondse leiding.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 31.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 31.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 31.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in artikel 31.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie gematigde verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 32.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 32.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 32.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in artikel 32.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 33.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 33.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 33.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in artikel 33.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 34.2.1 sub a, wint zij advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 34.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 34.4.1 opgenomen verbod geldt niet:
Ten aanzien van de in artikel 34.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 35.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 35.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.3.1 wordt niet verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterretentie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de retentie van water, met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 36.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 36.2 voor het bouwen in overeenstemming met het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.3.1 wordt niet verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de beheerder van het waterretentiegebied.
In afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming, mag een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 37.1.1 aanhef en onder a, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredig grote beperking voor het op de bestemming gerichte gebruik.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.1.2 wordt niet verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de gemeentelijke culturele erfgoedcommissie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende waarden van het bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de gemeentelijke culturele erfgoed commissie. .
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken, indien en voor zover dat noodzakelijk is om:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de in de bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van;
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan, een erfinrichtingsplan, een aanvraag om omgevingsvergunning en/of een stedenbouwkundig ontwerp.
De onder 1. genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Onder verboden gebruik in alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:
Onder verboden gebruik in de bestemmingen "Agrarisch" en "Agrarisch met waarden" wordt in ieder geval verstaan:
Onder verboden gebruik in de bestemmingen "Bos" wordt in ieder geval verstaan een gebruik van het hondendressuurterrein gedurende meer dan 10 uur per week.
Onder verboden gebruik in de bestemming "Recreatie - Recreatiewoningen" wordt in ieder geval verstaan een gebruik van een tennisbaan gedurende de periode tussen één uur vóór zonsondergang en twee uur na zonsopkomst.
Tot een gebruik in overeenstemming met het plan wordt gerekend de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van de (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het een aan huis gebonden beroep, met een maximum van 50 m2 .
Tot een gebruik in overeenstemming met het plan wordt gerekend het gebruik van oppervlakte- en/of grondwater ten behoeve van blusvoorzieningen ter bestrijding van calamiteiten.
De gronden ter plaatse van de aanduidingen 'overige zone - gelders natuurnetwerk' en 'overige zone - groene ontwikkelingszone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.
Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, met dien verstande dat significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied geen belemmering vormt voor het nemen van dat besluit:
Een in het plan opgenomen bevoegdheid om bij omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- of gebruiksregels of bij omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden toe te staan, of een wijzigingsbevoegdheid, dat een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied tot gevolg heeft, wordt niet eerder verleend respectievelijk toegepast dan nadat advies is gevraagd aan een deskundige op het gebied van natuur en landschap.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming c.q. instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder (bedrijventerrein 't Broek).
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in artikel 40.2.1 bedoelde gronden geen nieuwe woningen/bedrijfswoningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder gevoelige gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van herbouw van woningen overeenkomstig deze voorschriften.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 40.3.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - hydrologische bufferzone' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de landschapswaarden van het aangrenzende Naturschutzgebiet Reyerdingvenn respectievelijk het natuurreservaat Aaltense Goor.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterwindoeleinden en de bescherming van het grondwater.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - windturbine' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor windturbines met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen, toegangs- en ontsluitingswegen, met dien verstande dat per aanduiding maximaal 1 windturbine is toegestaan.
De hoogte van een windturbine bedraagt maximaal 100 m, de rotordiameter bedraagt maximaal 82 m en het brutovloeroppervlak bedraagt maximaal 44 m2.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - kleiduivenschietbaan' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, zijn op de in artikel 40.7.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 40.7.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten mits ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gerealiseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
In afwijking van het bepaalde in de andere daar voorkomende bestemmingen, is het oprichten van nieuwe bouwwerken uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 40.8.1 omschreven doeleinden en met inachtneming van de volgende bepalingen:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop 1' en 'vrijwaringszone - molenbiotoop 2' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de in het aanliggend gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen, mogen op de in artikel 40.9.1 bedoelde gronden:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu in verband met de nabijheid van het vulpunt van de LPG-installatie.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen zijn op de in artikel 40.10.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 40.10.2 voor het toestaan van nieuwe beperkt kwetsbare objecten, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van verwijderen van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'veiligheidszone - lpg', mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een LPG-installatie definitief is beëindigd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf in de (bedrijfs)woning of in een bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het na bedrijfsbeëindiging al of niet gedeeltelijk omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming "Wonen - 1" en het gedeeltelijk verwijderen van een agrarisch bouwvlak, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft:
- | het na bedrijfsbeëindiging al of niet gedeeltelijk omzetten van een agrarisch bouwvlak in de bestemming 'Bedrijf' en al of niet gedeeltelijk verwijderen van een agrarisch bouwvlak; |
- | het veranderen van de bestemming 'Wonen - 1', in de bestemming 'Bedrijf'; |
met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - gelders natuurnetwerk | overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | |
Verblijfsrecreatie | 750 m2 | 750 m2 | 900 m2 |
Dagrecreatie | 750 m2 | 750 m2 | 900 m2 |
Zorg | 750 m2 | 750 m2 | 900 m2 |
Opslag | x | 750 m2 | 750 m2 |
Overige nevenactiviteiten | x | 750 m2 | 750 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van de ter plaatse geldende bestemming in de bestemming "Natuur" in verband met de ontwikkeling van natuur, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het veranderen van de bestemming "Agrarisch" of "Agrarisch met waarden” en/of "Wonen - 1" op of aangrenzend aan een (voormalig) agrarisch bouwvlak of woonbestemming, in de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie", in verband met het realiseren van een kleinschalig kampeerterrein al dan niet in combinatie met de bestemmingen "Bos" en "Natuur" en de aanduiding 'houtsingel' in verband met de (landschappelijke) inpassing van dit kampeerterrein, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het wijzigen van de ter plaatse geldende bestemming in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' in verband met de plaatsing van een mast voor tele- en datacommunicatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De gronden ter plaatse van de zone:
zijn mede bestemd voor de veiligheid van het (spoor)verkeer.
Ter plaatse van de in artikel 43.1 bedoelde zone is in afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen het bouwen van nieuwe bouwwerken niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 1 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 43.2 voor het bouwen in overeenstemming met de daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a, wordt niet eerder verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de (spoor)wegbeheerder.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 44.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 44.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 44.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 44.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 44.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 44.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk gebied 2015'.