direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch - Dorpsgebied
Plan: Kern Bredevoort 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00044-OH01

Artikel 3 Agrarisch - Dorpsgebied

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Dorpsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het grondgebonden agrarisch bedrijf in de vorm van het telen van gewassen en/of het weiden van vee, met dien verstande dat:
    • 1. de uitoefening van een boomkwekerij met houtachtige gewassen hoger dan 0,5 m niet is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid';
  • b. hobbymatig houden van dieren (paardenwei e.d.);
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige landschapselementen, zoals bosjes, houtwallen en poelen;
  • d. behoud, herstel en ontwikkeling van de openheid van het landschap, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid';
  • e. moestuinen;
  • f. extensieve dagrecreatie;

met bijbehorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, erven, terreinen, beplanting en voorzieningen voor de waterhuishouding.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 3.2.1 sub a genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 8 m bedragen.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning schuilgelegenheid

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in lid 3.2.1, teneinde de bouw van een schuilgelegenheid voor vee toe te staan, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de oppervlakte van een schuilgelegenheid bedraagt maximaal 25 m²;
  • b. de goothoogte van een schuilgelegenheid bedraagt maximaal 2,5 m;
  • c. de bouwhoogte van een schuilgelegenheid bedraagt maximaal 3,5 m;
  • d. de oppervlakte van het perceel bedraagt minimaal 5.000 m²;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de belangen van derden.
3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.4.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - openheid':

  • a. het vergraven, afgraven en egaliseren van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande beplanting;
  • d. het uitvoeren van werkzaamheden of het treffen van voorzieningen waardoor het beoogde gebruik onmogelijk wordt;
3.4.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in 3.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer, (agrarisch) gebruik en onderhoud;
  • b. werken en/of werkzaamheden welke zijn aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • c. de aanleg van verharde kavelpaden ter ontsluiting van agrarische gronden.
3.4.3 Verlening

De in 3.4.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voorzover door de werken en werkzaamheden geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan:

  • a. van de bodemstructuur, het bodemniveau, het landschap en de waterhuishouding;
  • b. van de overige aanwezige waarden zoals opgenomen in 3.1.