direct naar inhoud van Artikel 26 Wonen - Beschermd Stadsgezicht
Plan: Kern Bredevoort 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00044-OH01

Artikel 26 Wonen - Beschermd Stadsgezicht

26.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Beschermd Stadsgezicht' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. boekenwinkels;
  • c. ateliers, antiquariaten, musea, galerieën, ambachtelijke dienstverlening en bedrijvigheid, alsmede naar aard en uitstraling hiermee vergelijkbare functies, met dien verstande dat:
    • 1. de genoemde functies uitsluitend op de begane grondbouwlaag zijn toegestaan, met dien verstande dat ondergeschikte functies op de verdieping of in de kelder zijn toegestaan als niet-zelfstandig onderdeel van de functie op de begane grond;
    • 2. detailhandel ten behoeve van deze functies is toegestaan;
  • d. ondersteunende horeca, met dien verstande dat de verkoop van alcoholische dranken niet is toegestaan;
  • e. bed & breakfast;
  • f. aan-huis-gebonden-beroepen en/of -bedrijven, met inachtneming van het bepaalde in 26.4, en met dien verstande dat voor zover een aan huis verbonden beroep/bedrijf wordt gecombineerd met een van de nevenactiviteiten zoals genoemd in sub b of c, de gecombineerde oppervlakte in gebruik voor deze functies niet meer mag bedragen dan 50 m²;
  • g. de ontsluiting van percelen, ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' het bouwen van gebouwen niet is toegestaan;

met bijbehorende voorzieningen, zoals ontsluitingswegen, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.

26.2 Bouwregels
26.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 26.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde.
26.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 26.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en/ of bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend worden gebouwd in de naar de openbare weg gekeerde zijde van het bouwvlak;
  • d. de bestaande bouwwijze van het hoofdgebouw mag niet worden gewijzigd;
  • e. de afstand tussen de zijgevels mag niet minder bedragen dan 0,6 m, met dien verstande dat indien de bestaande afstand minder bedraagt de bestaande afstand maatgevend is.
26.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van de in lid 26.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bijbehorend bouwwerk mag zowel binnen als buiten een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op minimaal 3 m achter de voorgevel van de woning c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw, voor zover deze buiten een bouwvlak worden gebouwd, mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • d. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen danwel de hoogte van de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m wanneer het om aangebouwde bijbehorende bouwwerken gaat;
  • e. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mag maximaal 5 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 3 meter bedraagt voor zover het bijbehorend bouwwerk op een zijerf wordt gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte van een bijbehorende bouwwerk niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 1 m;
    • 3. in afwijking van het voorgaande ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m mag bedragen.
  • f. de gronden gelegen achter de achtergevel (c.q. het verlengde daarvan) van het hoofdgebouw en buiten het bouwvlak moeten voor tenminste 50% onbebouwd blijven;
  • g. in afwijking van het bepaalde in sub c mag de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken buiten een bouwvlak:
    • 1. maximaal 125 m² bedragen mits het bouwperceel minimaal 500 m² is
    • 2. maximaal 150 m² bedragen mits het bouwperceel minimaal 1.000 m² is;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 4' geldt in afwijking van het voorgaande dat uitsluitend een berging, overkapping of garage is toegestaan, waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 40 m² en de bouwhoogte niet meer dan 3 m.
26.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 26.2.1 sub c genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van de woning c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de woning dan wel het verlengde daarvan mag niet meer dan 2 m bedragen, mits deze op minimaal 1 m achter de voorgevel van de woning c.q. het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de hoogte van de schoorsteen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - schoorsteen' mag niet meer bedragen dan de bestaande hoogte;
  • d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
26.3 Afwijken van de bouwregels
26.3.1 Afwijking gevelbreedte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 teneinde de breedte van de voorgevel te kunnen wijzigen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • b. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.3.2 Afwijking goot- en bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 teneinde een hogere goot- en bouwhoogte toe te staan dan bestaand, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan voor een hoofdgebouw is aangegeven in de als bijlage bij de regels opgenomen Matrix beschermd stadsgezicht onder 'maximale goothoogte' en 'maximale hoogte';
  • b. de hogere goot- en bouwhoogte mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.3.3 Afwijking bouwen buiten voorgevellijn

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 teneinde het bouwen van de voorgevel van het hoofdgebouw buiten de bestaande voorgevellijn en/of buiten het bouwvlak toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. bij de ligging van de voorgevel wordt aangesloten bij de rooilijn 'waardevolle historische rooilijn binnenstadsgebied' zoals opgenomen in de bijlage Waardenkaart historische structuren Bredevoort;
  • b. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.3.4 Afwijking overschrijding bouwgrenzen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 26.2.2 teneinde het bouwen tot maximaal 3 m buiten de bouwgrenzen toe te staan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. bij de ligging van de voorgevel wordt aangesloten bij de rooilijn 'waardevolle historische rooilijn binnenstadsgebied' zoals opgenomen in de bijlage Waardenkaart historische structuren Bredevoort;
  • b. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • d. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.3.5 Afwijking bouwwijze

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in 26.2.2 teneinde een andere bouwwijze toe te staan dan de bestaande bouwwijze, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het aantal woningen wordt niet vermeerderd, met dien verstande dat indien een splitsing van de woning wordt toegestaan, ten hoogste één woning per bouwperceel mag worden toegevoegd;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • d. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren tegen de afwijking, waarbij in ieder geval geldt dat voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • e. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.3.6 Afwijking bijbehorende bouwwerken in voorgevellijn

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 26.2.3 en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. het mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden van het beschermde stadsgezicht;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend wordt advies gevraagd aan de commissie cultureel erfgoed omtrent de (eventuele) aantasting van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
26.4 Specifieke gebruiksregels
26.4.1 Nadere detaillering verboden gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 26.1 wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor bewoning;
  • b. opslag, anders dan ten behoeve van de onder 26.1 genoemde doeleinden.
26.4.2 Nadere detaillering toegestaan gebruik

Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in 26.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van ruimten voor een aan-huis-gebonden-beroep en/of een aan-huis-gebonden-bedrijf, waarbij het gezamenlijke vloeroppervlak ten behoeve van het aan-huis-gebonden-beroep of aan-huis-gebonden-bedrijf niet meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de begane grondbouwlaag van de gebouwen op het betreffende bouwperceel tot een maximum van 50 m² mag bedragen;

in verband met het aan huis verbonden beroep of bedrijf geldt dat de parkeerdruk in de omgeving niet onevenredig mag toenemen.

26.4.3 Nadere detaillering toegestaan gebruik: bewoning bijbehorende bouwwerken

Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor (niet-zelfstandige) bewoning voor zover:

  • a. de bijbehorende bouwwerken zijn gelegen op niet meer dan 15 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan;
  • b. de bijbehorende bouwwerken zijn gelegen op meer dan 15 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw c.q. het verlengde en de woonfunctie slechts op de begane grond plaatsvindt.
26.4.4 Bed & Breakfast

Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in 26.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van ruimten binnen het hoofdgebouw en/of aangebouwde bijbehorende bouwwerken voor een bed & breakfast, met dien verstande dat:

  • a. ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt.