direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie
Plan: Kern Dinxperlo 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00043-OH01

Artikel 6 Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Waterzuiveringsinstallatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een rioolwaterzuiveringsbedrijf;
  • b. een watertuin ten behoeve van een waterzuiveringsysteem op natuurlijke basis ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watertuin';
  • c. recreatief medegebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - watertuin';

een en ander met de bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bedrijfsinstallaties;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, waaronder bassins en informatieborden.
6.2.2 Gebouwen en bedrijfsinstallaties

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub a en b, genoemde gebouwen en bedrijfsinstallaties gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen en installaties, waaronder tanks, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat, indien de bestaande bouwhoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub d, genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten, lichtmasten en reclame-uitingen en/of -masten mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 9 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de brandveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 6.2.1 en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten een bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 50 m² bedraagt;
  • b. de hoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 5 m bedraagt;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie;
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.