9.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. sociale-, educatieve-, gezondheids-, levensbeschouwelijke-, en overheidsvoorzieningen;
-
b. horeca, met dien verstande dat:
-
1. horeca uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'horeca';
-
2. maximaal 30 % van het vloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van horeca;
met bijbehorende voorzieningen, zoals erven, terreinen, beplanting, parkeervoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Toegestane bebouwing
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:
-
a. hoofdgebouwen ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving genoemde functies;
-
b. bijbehorende fietsenstallingen, bergingen en daarmee gelijk te stellen gebouwen;
-
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van de lid 9.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.
9.2.3 Gebouwen: fietsenstallingen en bergingen
Voor het bouwen van de lid 9.2.1 sub b genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
a. deze gebouwen mogen zowel binnen als buiten een bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de totale maximale oppervlakte buiten het bouwvlak niet meer mag bedragen dan 50 m²;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
9.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van de in lid 9.2.1 sub b genoemde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevels c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 1 m bedragen;
-
b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 2 m bedragen mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
-
c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen;
-
d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de hoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 m bedragen en mag de hoogte van licht- en vlaggenmasten niet meer dan 10 m bedragen.