direct naar inhoud van Artikel 6 Detailhandel
Plan: Kern IJzerlo 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00008-OH01

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandelsbedrijven;
  • b. een bedrijfswoning;

met bijbehorende voorzieningen, zoals erven, terreinen, beplanting, parkeervoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Toegestane bebouwing

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving genoemde functies;
  • b. uitsluitend bestaande bedrijfswoningen;
  • c. bij de bedrijfswoning behorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • d. bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de lid 6.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat, indien de bestaande goothoogte of bouwhoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.
6.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub b genoemde bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat, indien de bestaande goothoogte of bouwhoogte hoger is, deze hogere maat maatgevend is.
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning mag ten hoogste 750 m³ bedragen, met dien verstande dat, indien de bestaande inhoud hoger is, deze hogere maat maatgevend is.
6.2.4 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub c genoemde aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen mag niet meer dan 90 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw aangebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,30 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 6 m bedragen;
  • e. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 3 m bedragen.
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag maximaal 5 m bedragen.
6.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 6.2.1 sub d genoemde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevels c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevels c.q. het verlengde daarvan mag niet meer dan 2 m bedragen mits deze op minimaal 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c mag de hoogte van speelvoorzieningen niet meer dan 4 m bedragen en mag de hoogte van licht- en vlaggenmasten niet meer dan 10 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.