direct naar inhoud van Artikel 5 Woongebied
Plan: Pannerden; Uuleveld 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0196.6911Uuleveld-VG01

Artikel 5 Woongebied

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maximaal 60 woningen ter plaatse van de aanduidingen:

'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;

'gestapeld' : gestapelde woningen;

'twee-aan-een' : twee-aan-een gebouwde woningen;

'vrijstaand' : vrijstaande woningen;

  • b. aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief bijgebouwen, met een maximum van 40 m², mag worden gebruikt ten behoeve van deze functie;
  • c. zorgfunctie in de vorm van zorgwoningen, ter plaatse van de aanduiding (zw);

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijde, andere-werken, tuinen en erven.

5.2 bouwregels

1. Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw wordt in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • c. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. de oppervlakte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 150 m2;

2. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 4 m achter (het verlengde van ) de voorgevelrooilijn met dien verstande dat:

1. vrijstaande bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan achter de achtergevelrooilijn;
2. overkappingen zijn toegestaan tot 1,25 m vóór de voorgevelrooilijn;
3. uitbouwen in de vorm van erkers zijn toegestaan tot vóór de voorgevelrooilijn, mits:

a de horizontale diepte maximaal 1,25 m bedraagt;

b de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2 m bedraagt;

c de breedte maximaal 60% van de breedte van de gevel waaraan de erker is gebouwd, bedraagt;

d de goothoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt.
4. achter de achtergevel van het hoofdgebouw dan wel voor zover aanwezig, achter de aan- of uitbouw gebouwd aan de achtergevel van het hoofdgebouw, is een onbebouwde ruimte aanwezig met een breedte van minimaal 50% van het hoofdgebouw en een diepte van minimaal 7 m;

b. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;

c. de diepte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan de zijgevels van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 3,5 m, met dien verstande dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan de zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse bouwperceelgrens mogen worden gebouwd met uitzondering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan één zijde van het hoofdgebouw ten behoeve van een vrijstaande woning waarbij de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 2,5 m bedraagt;

d. gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw maximaal 60 m2, mits het bebouwingspecentage van het, buiten het hoofdgebouw gelegen deel van het, bouwperceel maximaal 50% bedraagt, met dien verstande dat voor vrijstaande woningen de gezamenlijke oppervlakte maximaal 75 m2 mag bedragen.

3. Bouwhoogtes van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:

a. antennes 15 m;

b. pergola's, tuinmeubilair, vlaggenmasten 4 m;

c. erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn 1 m;

d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.

5.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2, nadere eisen te stellen ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, ten aanzien van:

  • a. de situering van bijgebouwen ten opzichte van het hoofdgebouw;
  • b. de situering en afmeting van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.4 afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel:

  • a. 5.2, lid 3 onder a (bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde) voor het bouwen van antennes tot een bouwhoogte van 20 m, mits de oppervlakte van de antenne niet meer dan 10 m2bedraagt;
  • b. 5.2, lid 3 onder d voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een bouwhoogte van maximaal 10 m, mits deze hogere bouwhoogte noodzakelijk is voor een doelmatig gebruik van de aan de grond gegeven bestemming;
  • c. 5.2, lid 3 onder d voor het bouwen van een waarschuwingssysteem ten behoeve van hulpverleningsdiensten tot een bouwhoogte van 20 m, mits de oppervlakte van de voorziening niet meer dan 10 m2 bedraagt.
5.5 afwijken van de gebruiksregels
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:
    • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt, met een maximum van 40 m2;
    • b. uitsluitend bedrijven worden toegestaan die zijn opgenomen in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel wat betreft aard en mate van hinder vergelijkbaar zijn met deze bedrijven;
    • c. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
    • d. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
    • e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • f. er geen detailhandel plaatsvindt, behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.

2. Van een afwijking als bedoeld in artikel 5.5, lid 1 mag slechts sprake zijn, mits:

a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.

5.6 wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone- wijzigingsgebied 1' naar de bestemming 'Woongebied met de aanduiding aaneengebouwd of 'Woongebied met de bouwaanduiding twee-aaneen', met inachtneming van de voorwaarden dat:

  • a. de wijziging is ten behoeve van het bouwen van aaneengebouwde woningen of twee-aan-een woningen, waarvoor geldt dat:
    • 1. de maximale goothoogte 6 meter en de maximum bouwhoogte 10 meter is;
    • 2. de voorgevel op minimaal 5 meter van de voorste perceelsgrens komt te liggen;
    • 3. het bouwvlak maximaal 20 meter diep is;
  • b. toepassing van deze bevoegdheid dient te passen binnen het gemeentelijk woonbeleid en de mogelijkheid dient te bestaan om, al dan niet op eigen erf, te parkeren. Daarnaast moet aangetoond worden dat de wijziging niet stuit op milieutechnische beperkingen voortvloeiende uit de Wet geluidhinder, de bodemkwaliteit, het aspect externe veiligheid, hinder van nabijgelegen bedrijven en de Flora- en Faunawet;
  • c. het bepaalde in artikel 5 van toepassing is.