Plan: | Pannerden; Uuleveld 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0196.6911Uuleveld-VG01 |
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen;
'gestapeld' : gestapelde woningen;
'twee-aan-een' : twee-aan-een gebouwde woningen;
'vrijstaand' : vrijstaande woningen;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijde, andere-werken, tuinen en erven.
1. Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
2. Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
a. gebouwd op het zij- en achtererf en minimaal 4 m achter (het verlengde van ) de voorgevelrooilijn met dien verstande dat:
1. vrijstaande bijgebouwen uitsluitend zijn toegestaan achter de achtergevelrooilijn;
2. overkappingen zijn toegestaan tot 1,25 m vóór de voorgevelrooilijn;
3. uitbouwen in de vorm van erkers zijn toegestaan tot vóór de voorgevelrooilijn, mits:
a de horizontale diepte maximaal 1,25 m bedraagt;
b de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden minimaal 2 m bedraagt;
c de breedte maximaal 60% van de breedte van de gevel waaraan de erker is gebouwd, bedraagt;
d de goothoogte maximaal de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedraagt.
4. achter de achtergevel van het hoofdgebouw dan wel voor zover aanwezig, achter de aan- of uitbouw gebouwd aan de achtergevel van het hoofdgebouw, is een onbebouwde ruimte aanwezig met een breedte van minimaal 50% van het hoofdgebouw en een diepte van minimaal 7 m;
b. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
c. de diepte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan de zijgevels van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 3,5 m, met dien verstande dat aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan de zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse bouwperceelgrens mogen worden gebouwd met uitzondering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen aan één zijde van het hoofdgebouw ten behoeve van een vrijstaande woning waarbij de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 2,5 m bedraagt;
d. gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw maximaal 60 m2, mits het bebouwingspecentage van het, buiten het hoofdgebouw gelegen deel van het, bouwperceel maximaal 50% bedraagt, met dien verstande dat voor vrijstaande woningen de gezamenlijke oppervlakte maximaal 75 m2 mag bedragen.
3. Bouwhoogtes van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:
a. antennes 15 m;
b. pergola's, tuinmeubilair, vlaggenmasten 4 m;
c. erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn 1 m;
d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.2, nadere eisen te stellen ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit, ten aanzien van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel:
2. Van een afwijking als bedoeld in artikel 5.5, lid 1 mag slechts sprake zijn, mits:
a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig wordt geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone- wijzigingsgebied 1' naar de bestemming 'Woongebied met de aanduiding aaneengebouwd of 'Woongebied met de bouwaanduiding twee-aaneen', met inachtneming van de voorwaarden dat: