direct naar inhoud van Hoofdstuk 8 Overleg
Plan: Spoorzone
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP12005-0004

Hoofdstuk 8 Overleg

Op 19 november 2012 is het voorontwerpbestemmingsplan Spoorzone in het kader van het overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening naar 28 instanties verzonden met het verzoek om uiterlijk op 15 januari 2013 te reageren.

Het plan is verzonden naar de volgende instanties:

  • 1. de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving van de provincie Overijssel;
  • 2. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed;
  • 3. het Waterschap Groot Salland, Afdeling Hydrologie en Ruimtelijke Ontwikkeling;
  • 4. het Oversticht;
  • 5. Tennet TSO B.V. Grondzaken-Noord;
  • 6. Enexis B.V. AEI Zwolle;
  • 7. de Veiligheidsregio IJsselland;
  • 8. Vereniging Vrienden van de Stadskern Zwolle;
  • 9. Vereniging Vrienden van Assendorp;
  • 10. Bewonersbelang Deventerstraatweg;
  • 11. Brandweer Zwolle;
  • 12. Kamer van Koophandel Oost Nederland;
  • 13. Koninlijke TNT Post B.V.;
  • 14. KPN Operator Vaste Net Straalverbindingen;
  • 15. NS Vastgoed B.V.;
  • 16. Pro Rail Regio Noordoost, Afdeling Milieu en Juridisch Beheer;
  • 17. Rijksgebouwendienst Directie Oost;
  • 18. Rijkswaterstaat Oost-Nederland;
  • 19. Stichting Milieuraad Zwolle;
  • 20. Vitens Overijssel N.V.;
  • 21. Zwolse Historische Vereniging;
  • 22. Koninklijke Horeca Nederland Regio Overijssel / Drenthe;
  • 23. Bewonersvereniging Binnenstad Zwolle;
  • 24. Stichting Levende Stadsgeschiedenis Zwolle;
  • 25. Stichting Menno van Coehoorn;
  • 26. Winkeliersvereniging City Centrum Zwolle;
  • 27. Winkeliersvereniging Assendorp Vooruit;
  • 28. Wijkvereniging Veeralleekwartier.

Ad 1: De provincie Overijssel:

  • 1. juicht de actualisering van het bestemmingsplan Spoorzone toe;
  • 2. stelt dat met dit plan aan bedrijven een actueel en eigentijds kader wordt geboden, waardoor niet alleen meer rechtszekerheid wordt geboden, maar er ook - indien nodig - een goede basis voor het handhavingsbeleid ontstaat;
  • 3. meldt dat het plan bijdraagt aan het ruimtelijke beleid van de provincie;
  • 4. deelt mee dat er vanuit het provinciale belang geen beletselen zijn voor het verdere vervolg van de procedure, indien het plan ongewijzigd in procedure wordt gebracht; er is voldaan aan het ambtelijke vooroverleg als bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening.

Ad 2: De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) deelt het volgende mee:

'Zoals bekend is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) begin 2012 in werking getreden. Daarmee zijn veranderingen gekomen in de rol van rijksdiensten op gebied van ruimtelijke ordening wat betreft bestemmingsplannen. Het Rijk en dus ook de RCE zal deze in de voorontwerp- en ontwerpfase niet meer toetsen op correcte doorwerking van het rijksbeleid, maar vertrouwt er op dat gemeenten die verantwoordelijkheid nemen. Een reactie van de RCE op standaard kennisgevingen, zoals deze, op grond van artikel 3.1.1 Bro, is derhalve niet meer te verwachten'.

Ad 3: Het Waterschap Groot Salland deelt mee dat het voorontwerp geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. De brief van het waterschap kan worden aangemerkt als wateradvies in het kader van de watertoetsprocedure.

Ad 4: Het Oversticht heeft het plan beoordeeld en deelt mee geen opmerkingen te hebben.

Ad 5: Tennet deelt mee dat het plan de ondergrondse hoogspanningsverbindigen een juiste bestemming geeft en dat de regels goed zijn opgenomen.

Ad 6: Enexis deelt mee geen aanleiding te hebben tot het maken van opmerkingen.

Ad 7: De Veiligheidsregio IJsselland meldt dat voor het hele plangebied een overstromingsrisico geldt.
Daarnaast zijn er in of vlakbij het plangebied de volgende risicobronnen aanwezig:

  • het doorgaande spoor waarover gevaarlijke stoffen vervoerd worden;
  • de IJsselallee waarover gevaarlijke stoffen vervoerd worden;
  • het LPG tankstation aan de IJsselallee;
  • het Hanzebad waar gevaarlijke stoffen opgeslagen liggen.

De sirenes van het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (de WAS-masten) bereiken het volledige plangebied.

Geadviseerd wordt om:

  • Het onderwerp externe veiligheid op te nemen in het bestemmingsplan. De gemeente heeft externe veiligheid nu niet genoemd in het plan; Gelet op de risico's voor het plangebied is dat niet terecht; Geadviseerd wordt om minimaal de risico's voor het gebied en mogelijke maatregelen te benoemen en daarbij te verwijzen naar de gebiedstypen en het gemeentelijk beleid voor externe veiligheid;
  • In het bestemmingsplan te verwijzen naar het gemeentelijk beleid op het gebied van prioriteitswegen;
  • In het bestemmingsplan in te gaan op het overstromingsrisico dat voor het gebied geldt;
  • In het bestemmingsplan de mogelijkheid uit te sluiten dat nieuwe kwetsbare functies als nevenfunctie in de gebruiksfase worden toegestaan;
  • In het bestemmingsplan bij de algemene afwijkingsregels de mogelijkheid om een Bed & Breakfast toe te staan, te schrappen;
  • In overleg met de hulpdiensten bovenplanse maatregelen te nemen voor het spoor (Op dit moment is de beschikbaarheid van bluswater onvoldoende.);
  • De hulpdiensten bij de voorbereiding op een incident (o.a. opleiden en oefenen) rekening te laten houden met de scenario's die kunnen optreden in de spoorzone; Daarbij dienen de hulpdiensten rekening te houden met de mogelijkheden en beperkingen van het eigen optreden en de situatie in de spoorzone;
  • Voor dit bestemmingsplan aan te sluiten bij de diverse bestemmingsplan voor de omliggende gebieden zoals Hanzeland;
  • De aanwezigen in het plangebied voor te lichten over de risico's die zij lopen en wat zij bij een eventueel incident zelf kunnen doen. (Bijzondere objecten, zoals het station, zijn hierbij een aandachtspunt. Dergelijke scenario's kunnen worden opgenomen in een bedrijfsnoodplan of ontruimingsplan.)

Reactie op 7:

Op 1 juli 2013 vervalt het recht van de gemeente om leges te vragen ter zake van bestemmingsplannen, welke ouder zijn dan 10 jaar.
Om deze datum te halen geldt er een noodprocedure voor de 3 laatste plannen van het project Zwolle op Orde, het project dat in 2003 is gestart om binnen 10 jaar alle oude ruimtelijke plannen in Zwolle te vernieuwen.
Het gaat om:

  • Hanzeland;
  • Binnenstad en omgeving;
  • Spoorzone.

Deze plannen worden voorzien van een vereenvoudigde toelichting, waarin alleen wordt ingegaan op die aspecten die de planregeling rechtstreeks beïnvloeden.
Bovendien is er een verkorte tijd voor de vooroverleg procedure.
In deze conserverende plannen is alleen sprake van een juridisch-technische modernisering, maar niet van inhoudelijke wijzigingen. Er is daarom geen sprake van een verandering in de veiligheidsrisico's en daarom voegt het aandacht besteden aan veiligheidsrisico's niets toe in het kader van bovengenoemde noodprocedure
Wij vinden deze conserverende plannen bovendien niet geschikt om te gebruiken voor de gevraagde voorlichting over veiligheidsrisico's.
Wij willen graag in een andere context overleg voeren met de Veiligheidsregio over het ontbreken van voldoende veiligheidsvoorzieningen, zoals het mogelijk onvoldoende aanwezig zijn van bluswater in het stationsgebied.

Ad 8: De Vereniging Vrienden van de Stadskern Zwolle heeft vanaf het begin, inmiddels ruim 5 jaar geleden, het planvormingsproces gevolgd en waar nodig en mogelijk van commentaar voorzien.
De Vrienden menen dat het ook in juridische zin noodzakelijk is de Spoorzone in een actueel conserverend bestemmingsplan vast te leggen. De Vrienden hebben er begrip voor dat gekozen is voor een conserverend bestemmingsplan. Om het recht op leges veilig te stellen, kan nu niet langer gewacht worden op de totstandkoming van een nieuw bestemmingsplan, waarin alle voor de komende 10 jaar beoogde ontwikkelingen worden veilig gesteld.
De Vrienden zullen bij de beoordeling van de plannen in de Spoorzone een van de accenten leggen op het behoud en inpassing van cultuurhistorische en monumentale waarden in het plangebied.
Resumerend stemmen de Vrienden in met het conserverende voorontwerpbestemmingsplan Spoorzone en de daarbij gevolgde en te volgen procedure. De Vrienden zullen een actieve bijdrage blijven leveren in onder andere de klankbordgroep Spoorzone. Daarbij zal in het bijzonder aandacht worden gevraagd voor de bescherming en inpassing van de cultuurhistorische waarden in het plangebied.

Ad 9: De Vereniging Vrienden van Assendorp constateert dat het cultureel waardevolle gebouw Deventerstraatweg 9 (voormalige groenteveiling) helaas al gesloopt is. De vrienden zouden graag zien dat de gemeente bij de volgende aanvraag beter naar haar eigen lijst van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing kijkt.
Ook het continue karakter van bomenrijen is van belang.
Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter waarbij de huidige planologische situatie wordt voortgezet. Er is maar een manier om met het bestemmingsplan om te gaan: alles laten zoals het nu is.
ProRail is op zoek naar meer opstelplaatsen voor de treinen. Indien dit doorgaat kan er niet gebouwd worden en is een (op ontwikkeling gericht) bestemmingsplan Spoorzone niet nodig. Dan kan de Deventerstraatweg gewoon weer bij het bestemmingsplan Assendorp horen.

Reactie op 9:

De plangrens is op deze manier bepaald omdat het gebied ten zuiden van de woningen aan de Deventerstraatweg en Oosterlaan onderdeel is van het studiegebied van de integrale gebiedsontwikkeling van de Spoorzone. In het startdocument stedenbouwkundige planvorming Spoorzone (vastgesteld door de gemeenteraad op 11 juli 2011) wordt de zone van de Deventerstraatweg beschreven als onderdeel van het studiegebied. In het startdocument wordt tevens de nadruk gelegd op een integrale gebiedsbenadering. Omdat het gebied ten zuiden van de woningen aan de Deventerstraatweg integraal wordt bekeken als onderdeel van het studiegebied is gekozen om voor het bestemmingsplan Assendorp dit gebied buiten het plangebied te laten.
Het studie- en plangebied van de integrale gebiedsontwikkeling van de Spoorzone wordt daarnaast aangemerkt als een ontwikkelingsgebied als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid Crisis- en herstelwet. Dit is bepaald in het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet van 13 juli 2010. Het plangebied van de integrale gebiedsontwikkeling van de Spoorzone maakt onderdeel uit van Bijlage 3 van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
Vooruitlopend op de gebiedsontwikkeling van de Spoorzone is in het kader van het project 'Zwolle op Orde' voor de Spoorzone een conserverend bestemmingsplan opgesteld om te voldoen aan de actualeringsplicht voor bestemmingsplannen.
In dit bestemmingsplan is het gebied ten zuiden van de woningen aan de Deventerstraatweg en Oosterlaan meegenomen. Het conserverende bestemmingsplan heeft als uitgangspunt om de vigerende bestemmingen te conserveren en de bestaande legale situatie vast te leggen.
Overigens is het gemeentebestuur in beginsel vrij in het bepalen van de begrenzing van het plangebied.
Vanaf de start van de nieuwbouwontwikkeling langs de Deventerstraatweg zullen de bewoners worden betrokken bij het planproces.

Ad 10: Het Bewonersbelang Deventerstraatweg is van mening dat het gedeelte van de Deventerstraatweg dat in het voorontwerpbestemmingsplan Spoorzone is bestemd als 'enkelbestemming Verkeer - Erftoegangsweg' moet worden ingedeeld bij het bestemmingsplan Assendorp.
Het Bewonersbelang is van mening, dat het onderbrengen van de woonstraat met de 'enkelbestemming Verkeer - Erftoegangsweg' bij het Spoorzonegebied de rechtszekerheid van de bewoners onevenredig aantast en derhalve toegevoegd zou moeten worden aan het Bestemmingsplan Assendorp.

Reactie op 10:

Wij zijn het niet eens met de redenering dat de rechtszekerheid van de bewoners zou worden aangetast door het opnemen van de Deventerstraatweg in het conserverende bestemmingsplan voor de Spoorzone. Bij opname in het bestemmingsplan Assendorp zou inhoudelijk precies de zelfde bestemmingsregeling zijn opgenomen. De rechtspositie van de bewoners zou hierdoor niet worden gewijzigd. Opname in het bestemmingsplan Assendorp geeft ook geen enkele extra waarborg dat niet van deze bestemming zou kunnen worden afgeweken om medewerking te geven aan een nieuwe ontwikkeling.
Uit constante jurisprudentie van de Raad van State blijkt overigens dat het gemeentebestuur in beginsel vrij is in het bepalen van de begrenzing van het plangebied.
Voor het overige wordt verwezen naar de reactie onder 9.

Verder zijn geen reacties van overleginstanties ontvangen.