Plan: | Binnenstad en omgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP12001-0004 |
Algemeen beleid
De gemeenteraad heeft in 2005 de milieuvisie 'Milieu op scherp' vastgesteld. De milieuvisie geeft de richting aan van het Zwolse milieubeleid. In de milieuvisie worden ambities en doelstellingen geformuleerd en worden prioriteiten gesteld in de ontwikkeling en uitvoering van het Zwolse milieubeleid. In de milieuvisie is de strategie geformuleerd die Zwolle wil hanteren om te komen tot een effectief en efficiënt milieubeleid. Er worden parallelle sporen gevolgd.
Het beleid voor de aspecten geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid zijn relevant voor de Binnenstad en omgeving. Dit beleid wordt in de volgende paragrafen kort beschreven.
Geluid
In de milieuvisie 'Milieu op scherp' wordt de ambitie voor geluid als volgt omschreven.
Zwolle is een dynamische stad met geluidsniveaus die passen binnen de wettelijke grenswaarden. Er zijn alleen geluiden die passen bij de functie van een gebied. Een belangrijke doelstelling is het verminderen van geluidshinder in bestaande woningen en voorkomen van geluidshinder bij renovatie en nieuwbouw. Een belangrijke maatregel om deze doelstelling te bereiken is het toepassen van stillere wegdeksoorten. Een andere maatregel is het meenemen van de geluidsdoelstellingen bij de ruimtelijke planontwikkeling.
In de door de gemeenteraad vastgestelde 'Handreiking gebiedsgericht werken aan milieu gemeente Zwolle' (juli 2007) en in de beleidsregel 'Hogere waarden Wet geluidhinder' (februari 2007) worden de ambities en de grenswaarden (dit is maximale waarde waarvoor nog hogere grenswaarden kunnen worden vastgesteld) per gebiedstype genoemd.
Het bestemmingsplan Binnenstad en omgeving behoort tot het gebiedstype 'stedelijk'. Dit zijn de ambitie- en grenswaarde voor wegverkeerslawaai.
Gebiedstype | Ambitie | Grenswaarde (maximale ontheffingswaarde) |
Centrum stedelijk | 53 dB | 63 dB |
Luchtkwaliteit
Het luchtkwaliteitsplan gemeente Zwolle 2007-2011 beschrijft de luchtkwaliteitssituatie in Zwolle, de opgave, de ambitie en de aanpak om de vastgestelde doelen te bereiken. Zwolle wil, binnen de beïnvloedingssfeer van de gemeente, een significante bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Om dat te bereiken zijn de volgende doelen geformuleerd:
Dit betekent dat de luchtkwaliteit in het planvormingsproces van ruimtelijke plannen en verkeersplannen wordt meegenomen: beleid ten aanzien van luchtkwaliteit inbedden in bestaand gemeentelijk beleid. De gemeente streeft ernaar dat het aspect door gaat werken in het verkeers- en vervoersbeleid, het ruimtelijke ordeningsbeleid en het beleid van vergunningen en handhaving.
Externe veiligheid
Door het rijk zijn grens- en richtwaarden gesteld voor het garanderen van de basisveiligheid. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan moet wordt gekozen hoe deze grens- en richtwaarden in het bestemmingsplan worden verankerd. De gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid die in maart 2007 is vastgesteld biedt hierbij een aanvullend kader. In de visie wordt ernaar gestreefd voor haar gehele grondgebied te voldoen aan de basisveiligheid.
Basisveiligheid voor de gemeente Zwolle betekent:
In januari 2009 hebben burgemeester en wethouders het gebiedsgerichte beleidskader externe veiligheid vastgesteld. Het gaat om een ruimtelijke uitwerking van het externe veiligheidsbeleid dat aansluit op het gebiedsgerichte milieubeleid. Op basis van kenmerken (fysieke omgeving, hulpverleningsniveau en zelfredzaamheid) die bij een bepaald gebiedstype horen is een beleidsstandpunt bepaald ten aanzien van een mogelijke toename van het groepsrisico. Tevens is op basis van dezelfde kenmerken van een gebiedstype bepaald of er plaats is voor nieuwe risicobronnen.
De binnenstad van Zwolle behoort tot het gebiedstype 'centrum stedelijk'. Vanwege de zeer hoge personendichtheid en de lage organisatiegraad is de risicoruimte zeer beperkt. Ten aanzien van de hoogte van het groepsrisico geldt een stand still beleid waarbij overschrijding van de oriëntatiewaarde en een toename van het groepsrisico als gevolg van interne gebiedsontwikkelingen niet is toegestaan. Binnen dit gebiedstype geldt dat er gezien de hoge kwetsbaarheid geen plek is voor risicovolle activiteiten. Een uitzondering wordt gemaakt voor kleine risicovolle activiteiten (bijv. koeling) waarvan de PR 10-6 contour binnen de inrichtingsgrens blijften die geen invloed op het groepsrisico hebben.
Een deel van het plangebied valt binnen het gebiedstype Stroomzone. Stroomzones zijn gebieden rondom infrastructuur (spoorlijnen, wegen en waterwegen) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In het plangebied betreft het de zone van 300 meter vanaf het spoor. Voor stroomzones is een apart beleidskader geformuleerd. Het beleidskader voor de stroomzone is, anders dan de overige gebieden, niet normatief (t.a.v. het groepsrisico) maar is vooral gericht op een goede borging van de externe veiligheid belangen in het gebiedsontwikkelingsproces. Dit betekent dat er bij het ontwerpproces op voorhand geen maximaal groepsrisiconiveau voorgeschreven wordt maar dat er gezamenlijk gezocht wordt naar een verantwoorde ontwikkeling. Dit gebeurt door vanuit het beleidskader randvoorwaarden, uitgangspunten en handreikingen aan het ontwerp mee te geven ten aanzien van functies, inrichting en eventuele maatregelen. Op deze manier zal het groepsrisico zoveel mogelijk beperkt worden en kan het bestuur een verantwoord besluit nemen over het eventueel te accepteren restrisico. In het deel van het plangebied dat in de stroomzone valt is sprake van bestaand woongebied waar niet in nieuwe gebiedsontwikkelingen wordt voorzien. In dit conserverende bestemmingsplan worden geen nieuwe kwetsbare functies als nevenfunctie toegelaten.
Het plangebied behoort tot het gebiedstype 'stedelijk'. De 300 meter brede zone langs het spoor, aan de zuidzijde van het plangebied, behoort tot daarnaast ook tot het gebiedstype 'stroomzone'.