Artikel 30 wro-zone - wijzigingsgebied
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' de bestemmingen 'Gemengd
- 6'en 'Verkeer - Erftoegangsweg' wijzigen in bestemmingen ten behoeve van woningen, maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening, parkeervoorzieningen en erftoegangswegen met bijbehorende voorzieningen, mits:
-
a. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
-
b. de volgende wijzigingsregels in acht worden genomen:
-
1. op deze gronden mag - in verband met het streven de woonfunctie in het plangebied te versterken - een gebouw worden gerealiseerd met daarin woningen en ruimten ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en parkeervoorzieningen, met de bijbehorende voorzieningen;
-
2. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' op de verbeelding in Bijlage 3 wro-zone - wijzigingsgebied dient een erftoegangsweg te worden geprojecteerd;
-
3. uitsluitend in de eerste en tweede bouwlaag van een gebouw mogen ruimten worden gerealiseerd ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening;
-
4. een gebouw dient te worden gebouwd in de grens van het wijzigingsgebied aan de Lijnbaan-zijde om zodoende de indertijd geamoveerde gevelwand te herstellen;
-
5. de horizontale bouwdiepte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 19 meter;
-
6. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 15 meter, behalve ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' op de verbeelding in Bijlage 3 wro-zone - wijzigingsgebied in welk geval de bouwhoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan 0 meter;
-
7. in afwijking van het bepaalde onder 5 is een gebouwde ondergrondse parkeergarage toegestaan over de gehele oppervlakte van het wijzigingsgebied;
-
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. het stedenbouwkundig beeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de verkeersveiligheid;
-
4. de parkeergelegenheid;
-
5. de sociale veiligheid;
-
6. de milieusituatie;
-
7. de groenstructuur;
-
8. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.