Plan: | Diezerpoort |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP10017-0004 |
Mobiliteitsvisie
Het op dit moment vigerende Zwolse mobiliteitsbeleid vloeit voort uit het rijks – en provinciaal beleid en is verwoord in de Mobiliteitsvisie. De Mobiliteitsvisie is door de gemeenteraad vastgesteld op 2 februari 2009.
Uit de Mobiliteitsvisie komt naar voren dat de verdere groei van de mobiliteit niet opgevangen kan worden door de mobiliteitsvraag te faciliteren met nieuwe infrastructuur. Zwolle heeft een gunstige positie qua ontwikkeling. In de na te streven doelen op het gebied van duurzaamheid, milieu, bereikbaarheid, economische groei, leefbaarheid en dergelijke is het daarom noodzakelijk om prioriteiten te stellen. De hoofddoelstelling voor het Mobiliteitsbeleid van de Gemeente Zwolle luidt daarom als volgt:
De kwaliteiten van Zwolle als bereikbare en gezonde stad vasthouden door, naast de noodzakelijke uitbreiding van de infrastructuur, de samenleving te mobiliseren om de groeiende vraag naar mobiliteit om te buigen in een duurzame richting.
Op een lager schaalniveau geldt voor het plangebied dat de erftoegangswegen moeten worden uitgevoerd als verblijfsgebied (30 km-gebied; volgens de principes van Duurzaam Veilig).
Beleidsplan verkeersveiligheid 2008 – 2018
In het beleidsplan verkeersveiligheid 2008 – 2018 wordt de prioriteit gelegd bij kwetsbare verkeersdeelnemers. De gemeente Zwolle richt zich daarmee – met fysieke en educatieve verkeersveiligheidsmaatregelen – primair op voetgangers, fietsers, bromfietsers (16 – 18 jaar), basisschoolleerlingen (4 – 12 jaar), leerlingen uit het voortgezet onderwijs (12 – 16 jaar) en ouderen (60 – plus).
Om de verkeersveiligheid op en nabij scholen te vergroten is een integrale aanpak gericht op infrastructuur, handhaving en educatie / voorlichting noodzakelijk. De procesaanpak 'Veilig op weg in het verkeer' (2008), wordt als handreiking gebruikt bij problemen met de verkeersveiligheid op en rondom scholen.
Prioriteitswegen
Prioriteitswegen zijn wegen die door de hulpverleningsdiensten primair gebruikt worden om tijdig (binnen de gestelde zorgnormen) op de plaats van een incident te kunnen zijn.
Hoofdroutes zijn:
Op deze wegen kan tenminste 50 kilometer per uur gereden worden. De snelheid van de hulpverleningsdiensten bij calamiteiten en hulpverleningen is zo mogelijk tot 20 kilometer per uur hoger dan de snelheid van het overige verkeer. Voor de hulpverleningsdiensten moet er ruimte zijn om zowel het verkeer op dezelfde baan als het tegemoetkomende verkeer te passeren.
Vervolgroutes zijn:
Op deze wegen binnen de gemeente mogen voor de hulpverleningsdiensten geen negatieve snelheidsremmers worden toegepast. Op deze hoofdwegen en doorgaande wegen kan tenminste 50 kilometer per uur gereden worden. De hulpverleningsdiensten moeten zonder verlies van tijd door snelheidsremmers van en naar de plaats van het incident kunnen. Uitgangspunt hierbij is het behalen van de gestelde zorgnorm.
In het bestemmingsplan zullen de genoemde wegen binnen het plangebied niet van functie veranderen. De functie voor de hulpdiensten blijft dus gehandhaafd.