direct naar inhoud van 3.5 Groenbeleid
Plan: Spoolde Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP09014-0004

3.5 Groenbeleid

Het groen in het plangebied is door de landschappelijke, recreatieve en ecologische functie van stedelijke betekenis en maakt deel uit van de Stedelijke Hoofdgroenstructuur die voor Zwolle is vastgesteld (Groenbeleidsplan 1998).

Een en ander betekent dat zeer terughoudend moet worden omgegaan met het toevoegen van bebouwing in het plangebied. Dit moet getoetst worden aan de groene functies in het gebied.

In het Structuurplan 2020 (2008) is dit als volgt vertaald. Het gebied tussen Willemsvaart en A28 en de bebouwing aan weerszijden van Spoolderbergweg en Ruiterlaan behoren tot de woongebieden. De Willemsvaart en Oude Veerweg, de Spoolderbergweg zelf, de Spoolderberg en het noordelijk deel van de Ruiterlaan behoren tot het Structuurgroen. Uitbreiding van de woongebieden ten koste van groen wordt in dit deel van de stad gedurende de planperiode niet voorzien.

Voor de bomen geldt de Bomenverordening (2005). Voor het vellen van een boom met een omtrek groter dan 30 cm, die staat op een perceel van 400 m2 en groter, is een (kap)vergunning nodig. Onder vellen valt ook het rooien, het verplanten en het verrichten van handelingen die de dood, ernstige beschadiging of ontsiering van een houtopstand ten gevolge kunnen hebben. Een ernstige beschadiging kan bijvoorbeeld optreden wanneer de wortels aangetast worden. Daarbij geldt als vuistregel dat de ruimte die bovengronds wordt ingenomen door de kroon, ondergronds wordt ingenomen door het wortelgestel. Daarom is het niet alleen ongewenst dat er gebouwd wordt binnen de projectie van de kroon op de grond, maar ook dat daar bijvoorbeeld verharding wordt aangebracht, wordt afgegraven of opgehoogd. Het basisprincipe is dat bij kap van bomen herplant plaats vindt; voor iedere gekapte boom een nieuwe boom. Wanneer bij functiewijziging er absoluut geen mogelijkheden zijn voor (voldoende) herplant, moet er financiële compensatie plaatsvinden. De waarde van de bomen wordt daarbij bepaald volgens de actuele methode van de Nederlandse Vereniging van Beëdigde Taxateurs van Bomen. Dit geld wordt gebruikt om in de stad bomen kwantitatief of kwalitatief te verbeteren. Bij functiewijziging van een gebied dient in het vroegste stadium geïnventariseerd te worden welke bomen en groenstructuur gehandhaafd dient te blijven en of er Bijzondere Bomen staan. Alleen op basis van een goede doorwrochte groeninventarisatie en een verantwoorde afweging kan een kapvergunning worden aangevraagd en worden verleend.