Plan: | Assendorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP09011-0004 |
Ontwikkelingen die de komende planperiode in het plangebied gerealiseerd gaan worden zijn reeds mogelijk binnen de vigerende bestemmingsplannen of komen tot stand met nieuwe planologische procedures.
Wijzigingsgebied 1
Dit wijzigingsgebied betreft de parkeerplaats tussen de Van der Laenstraat en de Van Karnebeekstraat (zie kaart 2 in paragraaf 1.4). Het gebied fungeert nu als parkeerterrein ten behoeve van ziekenhuis Isala Klinieken locatie Wezenlanden. De wijzigingsbevoegdheid houdt in dat als het gebruik van voor parkeervoorzieningen geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd de locatie herontwikkeld kan worden.
De wijzigingsbevoegdheid maakt mogelijk:
De wijzigingsbevoegdheid staat het gebruik als parkeervoorziening in onoverdekte vorm toe, maar tevens in de vorm van een parkeerdek of -kelder (maximum hoogte 3 meter). Bij een parkeervoorziening als zelfstandige functie wordt gedacht aan een parkeeroplossing die niet alleen dient voor de ter plaatse nieuw te bouwen woningen of bebouwing voor maatschappelijke doeleinden, maar die ook gebruikt kan worden om de aanwezige parkeerduk in de omgeving te helpen verlichten.
Om deze wijziging van bestemmingen te bewerkstelligen zal een wijzigingsplan moeten worden opgesteld. De wijzigingsbevoegdheid was in deze vorm ook opgenomen in het geldende bestemmingsplan Assendorp-Pierik.
Wijzigingsgebied 2
Dit wijzigingsgebied betreft het gebied tussen de Enkstraat en de Molendwarsstraat. Op een groot deel van deze locatie is het bedrijf Van Raalte gevestigd. Dit bedrijf is een timmerwerkfabriek van meer dan 200 m². Het bedrijf is als zodanig in het bestemmingsplan vastgelegd door middel van een aanduiding 'bedrijf'. De wijzigingsbevoegdheid houdt in dat als het huidige gebruik geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd de locatie herontwikkeld kan worden.
De wijzigingsbevoegdheid maakt mogelijk:
Na eventueel vertrek van het bedrijf kunnen op deze manier de mogelijkheden voor verbetering van de stedenbouwkundige structuur van het gebied worden benut. Stedenbouwkundig is gewenst dat de hoek Enkstraat - Van der Laenstraat door bebouwing begrensd blijft. In verband met dit bedoelde bebouwingsaccent is het wijzigingsgebied voorzien van een scheidingslijn voor wat betreft de goot- en bouwhoogte en het bebouwingspercentage.
Om deze wijziging van bestemmingen te bewerkstelligen zal een wijzigingsplan moeten worden opgesteld. De wijzigingsbevoegdheid was in deze vorm ook opgenomen in het geldende bestemmingsplan Assendorp-Pierik.
Wijzigingsgebied 3
Dit wijzigingsgebied betreft het gebied aan de Grasdorpstraat 2. Hier is nu de Gereformeerde Hogeschool gevestigd. De bestaande bebouwing is als zodanig in het bestemmingsplan opgenomen. De wijzigingsbevoegdheid houdt in dat als het huidige gebruik geheel of gedeeltelijk wordt beëindigd de locatie herontwikkeld kan worden.
De wijzigingsbevoegdheid maakt mogelijk:
Ondanks het handhaven van het huidige gebruik ten behoeve van de Gereformeerde Hogeschool in de bestaande bebouwing zijn veranderingen te verwachten. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid kunnen bebouwing voor maatschappelijke voorzieningen en woningen worden gerealiseerd met langs de Wethouder Alferinkweg een strook niet-geluidsgevoelige functies.
Om deze wijziging van bestemmingen te bewerkstelligen zal een wijzigingsplan moeten worden opgesteld. De wijzigingsbevoegdheid was in deze vorm ook opgenomen in het geldende bestemmingsplan Assendorp-Pierik.
Wijzigingsgebied 4
Dit wijzigingsgebied betreft de percelen Assendorperplein 19B/Coetsstraat 1. Deze wijzigingsbevoegdheid betreft de voormalige moskee. Voor dit perceel, dat één geheel vormt met het naastgelegen perceel Assendorperplein 19A, is er voor gekozen ruimte te bieden aan de mogelijkheid appartementen te realiseren. Dit mede gezien de vorige functie van het gebouw en de ligging van het pand. De bestaande bebouwing blijft ongewijzigd. De wijzigingsbevoegdheid ziet enkel op het gebruik en maakt de realisatie van appartementen mogelijk. Om deze wijziging van bestemmingen te bewerkstelligen zal een wijzigingsplan moeten worden opgesteld.
De locatie Hertenstraat 6b, 6c en 8 en Tuinstraat 64 is de locatie van een voormalige Kringloopwinkel. Voor deze locatie is op 31 mei 2011 een aanvraag omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag ziet op de bouw van 30 zorgappartementen en 2 huurappartementen aan de zijde van de Hertenstraat en een gezondheidscentrum aan de zijde van de Tuinstraat.
Dit bouwplan paste niet in het vigerende bestemmingsplan. Voor het betreffende bouwplan is een procedure gestart met toepassing van artikel 2.12, eerste lid onder a, onder 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) om omgevingsvergunning te kunnen verlenen. De gemeenteraad heeft hiertoe op 7 november 2011 besloten om in te stemmen met de ruimtelijke onderbouwing en een ontwerp verklaring van geen bedenkingen af te geven. Vervolgens is de omgevingsvergunning verleend.
Doordat de procedure voor de verandering in het gebruik en bebouwing doorlopen is wordt de vergunde situatie in het bestemmingsplan Assendorp opgenomen. De beoogde bebouwing is in het bestemmingsplan opgenomen door middel van de bestemming Maatschappelijk voor wat betreft de zorgappartementen en het gezondheidscentrum en de bestemming Wonen - Meergezinshuis voor wat betreft de huurappartementen.
De locatie van de rechtbank Zwolle-Lelystad aan de Luttenbergstraat 5 heeft de bestemming Maatschappelijk gekregen. Voor de bouw van het vernieuwde gerechtsgebouw is op 22 juni 2009 bouwvergunning verleend. Hierbij is tevens vrijstelling verleend van het bestemmingsplan 'Uitbreidingsplan Wezenlanden'. De bouwvergunning is onherroepelijk geworden. De vergunde situatie voor het vernieuwde gerechtsgebouw is in dit bestemmingsplan Assendorp opgenomen. De realisatie van het gerechtsgebouw is momenteel in ontwikkeling.
Inleiding
Park Wezenlanden is geopend in 1971. Het stadspark is ontworpen in samenhang met het Provinciehuis, met tuinen van Mien Ruys (een klassiek voorbeeld van de jaren ‘60). Dertig jaar later waren er nog maar weinig voorzieningen aanwezig. Wat er was, was sterk verouderd. Het park was omsloten door barrières. Door dichte uitgegroeide beplanting, vooral bij de toegangen, en teruglopend gebruik nam de sociale onveiligheid toe. Het gebruik en de betekenis van Park de Wezenlanden bleven ver achter bij de potenties van de plek, zo dicht bij de binnenstad.
In 2004 heeft de gemeente daarom - samen met een Adviesteam van vertegenwoordigers van de omliggende wijken, gebruikers en betrokken organisaties - het Herinrichtingsplan park Wezenlanden gemaakt. Dit plan is vanaf 2005 in uitvoering. De realisatie van een horecavoorziening is een van de laatste onderdelen van het herinrichtingsplan. Het Herinrichtingsplan park Wezenlanden is in het Structuurplan Zwolle 2020 (vastgesteld door de raad op 16 juni 2008) geïntegreerd door hierin het stadspark als ontwikkelingsgebied aan te merken. Tevens wordt in het Structuurplan Zwolle 2020 aangegeven dat in het structuurgroen voorzieningen gebouwd kunnen worden die passen bij desbetreffende functie, zoals een horecavoorziening in een stadspark, een sporthal in een sportpark of een aula bij een begraafplaats. Het Structuurplan Zwolle 2020 en het Herinrichtingsplan park Wezenlanden staan nader beschreven in paragraaf 3.2.3 Gemeentelijk beleid.
In het vigerende Uitbreidingsplan Wezenlanden van 1958 wordt in de bestemming 'Grond bestemd voor recreatieve doeleinden' al rekening gehouden met de toekomstige behoefte aan een 'consumptiegelegenheid' in het stadspark. Op grond van dit uitbreidingsplan kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat op de gronden met de bestemming 'Grond bestemd voor recreatieve doeleinden' consumptiegelegenheden worden gebouwd.
Planvorming
Op basis van het Herinrichtingsplan is een aanbestedingsprocedure gevoerd en een ondernemer te geselecteerd die de horecavoorziening in het stadspark zou mogen realiseren. Op 25 januari 2010 heeft de raad een voorstel besproken waarin werd gevraagd kennis te nemen van het advies van de selectiecommissie.
De discussie in de raadsvergadering heeft geleid tot een informatieavond die op 10 maart 2010 is gehouden. Hier is een vernieuwde klankbordgroep uit naar voren gekomen (ter uitbreiding van het adviesteam uit 2004) waar omwonenden zich bij aan konden sluiten.
Opinienota
Op basis van de uitkomsten van de bijeenkomsten met omwonenden en de klankbordgroep en het Programma van Eisen uit 2004 is een opinienota gemaakt met daarin drie varianten (variant A: geen voorziening, variant B: 150 m², variant C: 600 m²). Op 29 november 2010 is de opinienota voorgelegd aan de raad. Uitkomst daarvan was dat een ruime meerderheid van de raad graag een horecavoorziening gerealiseerd wil zien met een omvang en functie tussen variant B (150 m²) en variant C (600 m²).
Op 6 december 2010 is door de raad een motie aangenomen waarin het college is opgedragen in een open gesprek met de klankbordgroep en de beoogde exploitant te onderzoeken op welke wijze een horecavoorziening met de omvang en functie tussen B en C kan worden gerealiseerd, terwijl tegelijkertijd de belemmeringen van de omwonenden zoveel mogelijk worden weggenomen. Tevens werd gevraagd de kaders economisch en maatschappelijk te onderbouwen.
Besluitvorming
Het Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK) heeft gerapporteerd over de economische haalbaarheid. Met een vertegenwoordiging van de klankbordgroep zijn de conclusies van het IMK besproken en is gesproken over de belemmeringen. De conclusie van het IMK was dat een horecagelegenheid van 600 m² voor de exploitant de grootste kans op een levensvatbare exploitatie heeft.
In de gesprekken met de vertegenwoordigende klankbordgroep over, in hoofdzaak, de openingstijden, parkeren, geluid en verlichting is veel gesproken over maatregelen om de overlast ten gevolge van de horecagelegenheid te voorkomen.
In het raadsvoorstel over de realisatie van de horecavoorziening van maximaal 600 m² zijn de conclusies van het IMK en vertegenwoordigende klankbordgroep verwerkt. Dit voorstel is in de raadsvergadering van 17 oktober 2011 aangenomen.
Functioneel programma (aard)
Wat betreft het soort horecavoorziening kan worden gedacht aan een (grand) café - restaurant, met mogelijkheden voor lunches, diners en feestelijke bijeenkomsten. De horecavoorziening heeft ruimte voor een terras dat een integraal onderdeel vormt van het park. Voor het stadspark is de mogelijkheid om iets te drinken of te eten een goede aanvullende voorziening, die meer mensen naar het park trekt en het verblijf in het park veraangenaamt.
De horecavoorziening wordt hoofdzakelijk gezien als ondersteunend aan de groene, recreatieve functie van het stadspark doordat de functie van de voorziening bestaat uit het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken aan parkbezoekers. De openingstijden van de horeca zijn beperkter dan de tijden waarop parkbezoekers in park Wezenlanden terecht kunnen. Aan het stadspark zijn namelijk geen (tijds)beperkingen gesteld voor toegang.
De horecavoorziening wordt daarnaast gezien als ondersteunend aan het evenemententerrein omdat de horecavoorziening, ondersteunend aan het gebruik van het evenemententerrein, ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken aan de evenementenbezoekers verstrekt.
Complementair aan de ondersteunende functies voor park Wezenlanden brengt de niet-seizoengebonden horecafunctie het hele jaar door levendigheid in het stadspark.
Bebouwing (omvang)
De horecavoorziening wordt gerealiseerd aan de centraal gelegen vijver waarbij het de wandel- en fietsroutes door het stadspark, alsmede de wijken Wipstrik en Assendorp, met elkaar verbindt.
De te realiseren horecavoorziening dient een uitstraling te hebben passend bij zijn omgeving en functie. Het paviljoen kenmerkt zich door een helder bouwvolume, eventueel samengesteld uit twee à drie volumes, en een moderne architectuur. Het paviljoen dient zorgvuldig ingepast te worden in de ruimtelijke context van het stadspark. Het paviljoen kent een alzijdige oriëntatie waarbij dus geen achterkantsituatie kan ontstaan. Huisvuil en andere opslag wordt inpandig opgelost. Het paviljoen heeft een situering die vergelijkbaar is met de uitspanning in het Engelse Werk, maar zou een uitstraling kunnen hebben vergelijkbaar met het Vliegerhuys in Zwolle. De buitenruimte van het paviljoen (terrassen) vormt een integraal onderdeel van het stadspark en is gericht op vijver en bloementuin. De ruimte rondom het paviljoen kent dus een openbaar karakter en heeft geen hekwerken.
De horecavoorziening is ook qua oppervlakte ondergeschikt aan park Wezenlanden. Het maximale bouwoppervlak van de horecavoorziening (van maximaal 450 m²) bedraagt namelijk circa 0,21% van de totale oppervlakte van park Wezenlanden (van circa 210.000 m²).
Milieu
Milieuzonering
Bij het realiseren van een project moet in bepaalde situaties rekening gehouden worden met de milieuzonering van zowel bestaande als toekomstige bedrijven in de omgeving. Dit is van belang om de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Voor het bepalen van de milieuzonering wordt in beginsel gebruik gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde Lijst van Bedrijfsactiviteiten. In deze lijst wordt per bedrijfscategorie aangegeven welke milieu-invloed (in de vorm van geur, stof, geluid, gevaar) hiervan uit kan gaan en welke indicatieve afstand hierbij minimaal in acht genomen moet worden.
Voor een (grand)café-restaurant (categorie 1) geldt een afstandseis van 10 meter tot woningen (of andere gevoelige objecten). De afstand tussen het gebied van de aanduiding 'horeca' en de dichtstbijzijnde woning aan de noordzijde (Wipstrik) is 133 meter. De afstand naar de dichtstbijzijnde woning aan de zuidzijde (Assendorp) is 192 meter. Aan deze afstandseis wordt voldaan.
Het gebied waarin het te ontwikkelen horecapaviljoen ligt wordt gekenmerkt als groenstedelijk. Weliswaar een gebied met een hoge dynamiek. Zo heeft het gebied verschillende functies met onder andere mogelijkheden van ontspanning en sport. Daarnaast is er een aangewezen evenemententerrein, welke bedoeld is voor grootschalige evenementen.
In de Nota industriegeluid Zwolle staat dat voor AMvB-bedrijven buiten een gezoneerd industrieterrein een kritische afstand geldt ten opzichte van geluidsgevoelige bestemmingen. Hiervoor zijn afstandstabellen samengesteld, waaruit de kritische afstand in verschillende situaties is af te leiden. De kritische afstand komt overeen met de afstand waarop aangenomen mag worden dat de bijdrage van het bedrijf aan het omgevingsgeluid niet langer waarneembaar is.
Voor het gebied waarin het horecapaviljoen is gelegen geldt een kritische afstand van 100 meter ten opzichte van geluidsgevoelige bestemming. De afstand tussen het horecapaviljoen en de eerst dichtbijgelegen geluidsgevoelige bestemmingen is groter dan 100 meter. Ook aan deze kritische afstand uit het gemeentelijk beleid wordt voldaan.
Externe Veiligheid
Er zijn geen risicovolle inrichtingen en/of hogedrukaardgasleidingen in de nabijheid gelegen en er worden geen gevaarlijke stoffen vervoerd of opgeslagen in de nabijheid van het te ontwikkelen horecapaviljoen.
Bodem
Vanuit historisch onderzoek is bekend dat de bodem ter plaatse van het te ontwikkelen paviljoen geschikt is voor de geplande functies ('bebouwing', 'infrastructuur', 'industrie' en 'openbaar groen'). Hierdoor zijn er geen gezondheidsrisico's die bodemonderzoek noodzakelijk maken.
Luchtkwaliteit
In de Regeling NIBM is voor diverse categorieën aangegeven bij welke omvang van een initiatief de 3%-grens bereikt is. Voor de categorie woningbouw is de omvang tot waar geen toetsing nodig is, gesteld op 1.500 woningen. Voor kantoren is de omvang tot waar geen toetsing nodig is, gesteld op 100.000 m² bvo.
Om aan te tonen dat de verkeersaantrekkende werking van de horecavoorziening niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit is een berekening uitgevoerd met de NIBM-tool (VROM, zie website Infomil). Daarbij is uitgegaan van het aantal parkeerplaatsen dat op grond van de bouwverordening nodig is, op een locatie die goed bereikbaar is per openbaar vervoer), die vier keer per dag worden bezet. Hierbij wordt rekening gehouden met 2% vrachtverkeer als gevolg van de horecavoorziening.
Uit deze berekening blijkt dat de realisatie van de horecavoorziening niet in betekenende mate van invloed is op de luchtkwaliteit. Om die reden is nader onderzoek niet noodzakelijk.
Flora- en faunawet
De Flora- en faunawet is sinds 1 april 2002 van kracht. De wet regelt de bescherming van de in het wild levende planten en dieren in Nederland met het oog op de instandhouding van soorten. Dit betreft soorten die zijn aangemerkt als beschermd op basis van de Flora- en faunawet. Om de instandhouding van de beschermde soorten te waarborgen moeten negatieve effecten op de instandhouding worden voorkomen.
Er is deskstudy uitgevoerd naar het voorkomen van beschermde soorten en het potentieel voorkomen ervan. Voor het nieuw te bouwen paviljoen worden geen vaste rust- en verblijfplaatsen vernietigd. Er zijn geen gegevens bekend van beschermde plantensoorten onder de Flora- en Faunawet.
Bovenstaande afbeelding laat een verspreidingsbeeld zien van gedateerde data. De nummers 1, 2 en 3 zijn vindplaatsen van soorten op en in de directe nabijheid van het te realiseren paviljoen. Het betreft de volgende soorten: Groot kaasjeskruid (1) en Aarvederkruid (2, 3). Groot kaasjeskruid groeit hier op de oever en Aarvederkruid betreft een waterplant. Beide soorten zijn niet beschermd onder de Flora- en faunawet.
Er zijn vanuit de gemeentelijk bekende gegevens over de aanwezige natuurwaarden geen belemmeringen voor de ontwikkeling van de plannen.
Parkeren
In beide wijken (Assendorp en Wipstrik) is op dit moment sprake van parkeeroverlast, met name door mensen die in en rond de binnenstad werken en op een parkeerplaats parkeren waarvoor niet betaald hoeft te worden. In de Wipstrik-Zeeheldenbuurt is nog geen parkeerregime voor belanghebbenden ingevoerd, in het westelijke deel van Assendorp wel.
In artikel 31.1 is de algemene bouwregel opgenomen dat uitsluitend gebouwd mag worden, indien voorzien wordt in voldoende parkeerruimte. Wat voldoende is, wordt op basis van het algemene parkeerbeleid van de gemeente Zwolle bepaald tijdens de beoordeling van een bouwplan. Op dit moment geldt hiervoor de Bouwverordening met daarin de parkeernormen. Volgens de bouwverordening is een ondernemer verplicht voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning zijn eigen parkeerbehoefte op te lossen. Daarvan kan afgeweken worden mits er voldoende alternatieve parkeergelegenheid beschikbaar is. Aangezien het parkeren niet op het terrein rondom de horecavoorziening plaats kan vinden zal in voldoende alternatieve parkeergelegenheid moeten worden voorzien.
Voor de avondperiode op de donderdag tot en met de zondag en alle gehele zaterdagen en zondagen zal het parkeerterrein van het provinciehuis beschikbaar zijn. In een proefperiode zal, gedurende een jaar na opening van de horecagelegenheid, het parkeerterrein ook op de maandag- dinsdag- en woensdagavond opengesteld worden voor publiek. De overeenkomst tussen de gemeente en de provincie waarin geregeld is dat het parkeerterrein op de koopavonden en zaterdagen en koopzondagen opengesteld is voor publiek wordt daarvoor aangepast zodat een ieder, dus ook andere bezoekers van de stad, daar kan parkeren.
Voor de dagperiode zijn voldoende vrije betaalde parkeerplaatsen aanwezig in de directe omgeving in Assendorp. Het voorstel om de parkeergelegenheid bij de kinderboerderij in park Wezenlanden uit te breiden is overgenomen. Daarmee wordt een extra parkeermogelijkheid geschapen voor het overdag parkeren. De gemeente zal bij het afgeven van de omgevingsvergunning ontheffing verlenen van de parkeereis.
Hinder / overlast
In de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Zwolle is bepaald dat een exploitatievergunning voor horecabedrijven is vereist. Het motief daarvoor is de bescherming van de openbare orde. Daarnaast bieden de normen uit het Activiteitenbesluit onder andere bescherming tegen lawaai afkomstig van horeca-inrichtingen.
Geluidsoverlast
In de af te geven horecaexploitatievergunning wordt gesteld dat de ondernemer verplicht is elke vorm van overlast en hinder door geluidsinstallaties of levende muziek te beperken. Het paviljoen moet voldoen aan de eisen van de geluidemissie van het Activiteitenbesluit. Het horecapaviljoen is een inrichting type B volgens het Activiteitenbesluit.
De gemeente zal in dit geval een hogere eis opleggen zoals verwoord in de Nota industriegeluid Zwolle waarin een streefwaarde is vastgelegd die 5 dB(A) lager ligt dan de norm in de voorschriften. De klankbordgroep heeft gevraagd om die verzwaarde norm. De exploitant heeft aangegeven dat er systemen worden ingezet zodat indien de muziek bij een feest te hard wordt de stroom voor de muziek automatisch wordt uitgeschakeld of dat de deuren automatisch sluiten. De ondernemer zal op het terras geen geluidversterkende apparatuur aanbrengen en heeft toegezegd te willen voorkomen dat klanten voor de omgeving overlast veroorzaken. Het beheerplan van de ondernemer kan hierbij een goede rol spelen. De ondernemer is bereid het beheerplan regelmatig met de buurtbewoners te evalueren en zo nodig aan te passen.
Lichthinder
Op veel avonden en met name in de winterperiode zal het paviljoen op tijd gesloten zijn maar desondanks zal er 's avonds licht branden. Het zal alleen functionele verlichting zijn. 's Nachts zal er alleen voor de veiligheid wat licht branden. In de uitwerking van het bouwplan kan bekeken worden hoe de lichthinder voor de omgeving zoveel mogelijk voorkomen kan worden. De omwonenden zijn uitgenodigd daar hun inbreng voor te leveren. Afgesproken is dat er langs de toegangspaden naar het paviljoen geen lichtmasten geplaatst worden. Het voorstel is nu een plan uit te werken waarbij de looplijn verlicht wordt door LED-jes in het asfalt.
Openingstijden
De horecaexploitatievergunning staat de ondernemer toe om tot 02.00 uur open te zijn. Aan het stadspark Wezenlanden zijn geen (tijds)beperkingen gesteld voor toegang. De openingstijden van de horeca zijn dan ook beperkter dan de tijden waarop parkbezoekers in park Wezenlanden terecht kunnen.
In de praktijk (volgens informatie van de ondernemer) zal het paviljoen op maandag tot en met woensdag naar verwachting tussen 21.00 en 22.00 uur sluiten. Op vrijdag en zaterdag zal de sluitingstijd in het algemeen tussen 23.00 en 01.00 uur liggen en op de donderdag en zondag zal het afhankelijk van het aantal gasten tussen 21.00 en 0.00 uur zijn. Een feest zal veelal rond middernacht eindigen.
Beheerplan
In de erfpachtovereenkomst zal vastgelegd worden dat de ondernemer een beheerplan maakt in overleg met de gemeente en de omwonenden. In dat beheerplan zal bijvoorbeeld vastgelegd worden hoe de ondernemer er voor zorgt dat zo veel mogelijk bezoekers (en eigen personeel) parkeren op plekken waar ze geen overlast voor de omgeving vormen. Ook worden afspraken vastgelegd over hoe de ondernemer omgaat met bezoekers die 's avonds nog op het terras zitten en veel lawaai maken en bezoekers die na afloop van een feest de gelegenheid verlaten. In het beheerplan wordt ook vastgelegd hoe klachten worden geregistreerd, hoe er naar aanleiding van gehandeld wordt en hoe de klachten met de omgeving worden geëvalueerd.
Juridische aspecten
In het bestemmingsplan wordt de mogelijkheid opgenomen een horecabedrijf op te richten op de aangeduide locatie in de bestemming Groen. De mogelijkheid is vormgegeven door het opnemen van een aanduiding 'horeca' in de bestemming Groen. Deze bouw- en gebruiksmogelijkheid is facultatief. Indien er geen gebruik wordt gemaakt van de bouw- en gebruiksmogelijkheid voor de horecavoorziening dan blijft dat het gebruik conform de bestemming Groen al bewerkstelligd is.
Uitvoerbaarheid
Het gebruik volgens van de bestemming Groen is op de locatie al geëffectueerd. Zoals gezegd is de bouw- en gebruiksmogelijkheid van een horecavoorziening facultatief. Indien hier geen gebruik van wordt gemaakt dan blijft dat het gebruik conform de bestemming Groen al bewerkstelligd is.
De gemeente Zwolle is eigenaar van de gronden waarop de ontwikkeling van de horecavoorziening mogelijk is. De kavel zal aan de exploitant worden uitgegeven in erfpacht. De te verhalen exploitatiekosten zijn via de erfpachtovereenkomst verzekerd. De daadwerkelijke realisatie van de horecavoorziening is in handen van de exploitant en wordt ook door de exploitant gefinancierd.