Zuidbroek, 1e partiele herziening 2010

4.2 Milieuaspecten

4.2.1 Bodem

Op grond van het door DHV uitgevoerde Verkennend bodemonderzoek blijkt dat de betreffende gronden geschikt zijn voor de beoogde bebouwing (rapport van juli 2007, dossiernr B0589-01-001 en registernr ON-D-20070211).

4.2.2 Geluid

Op basis van het akoestisch rapport van Witteveen en Bos voor het gehele woongebied Zuidbroek (ref. WDN54-4/eekc/002) van 26 oktober 2006 met bijbehorende mailbericht over de ontbrekende verkeersgegevens van 31 oktober 2007 blijkt dat voor een aantal woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. De geluidbelasting blijft onder de wettelijk te ontheffen waarde van 53 dB.

In het geactualiseerde Akoestisch onderzoek van Witteveen en Bos d.d. 2 april 2010 blijkt dat voor twee blokken woningen de voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. Dit geldt dan voor de derde laag van deze woningen waar geluidsbelasting van 49 dB is berekend.

Het woningbouwplan kan uit akoestische overwegingen gerealiseerd worden indien voor de betreffende woningen een hogere grenswaarde wordt aangevraagd (en verleend). Hieraan wordt toegevoegd dat voor de eerdere opzet met 2-onder-1-kapwoningen ook al de hogere grenswaarde is verleend (op 6 augustus 2008).

4.2.3 Externe veiligheid

In of nabij de projectlocatie/ plangebied is geen sprake van inrichtingen als bedoeld in het Bevi dan wel andere risico's of gevaarbronnen. Ook zijn er geen routes gevaarlijke stoffen (over de weg, het spoor of het water) en buisleidingen in de nabije omgeving van de projectlocatie aanwezig. Nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid is daarom niet aan de orde.

4.2.4 Luchtkwaliteit

Onderhavig initiatief behelst een zodanig kleinschalige ontwikkeling dat duidelijk is dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit brengt geen belemmeringen met zich mee.