a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met toepassing van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan wijzigen in die zin dat de bestemming( en) met het oog op een aanpassing van de verkaveling en de inrichting van de openbare ruimte worden gewijzigd in de bestemming 'Groen' en/of de bestemming 'Verkeer'.
b. Bebouwing voor geluidgevoelige functies dient - in geval van een zonering als bedoeld in de Wet geluidhinder - zodanig te worden geprojecteerd dat de voorkeursgrenswaarde in acht wordt genomen dan wel een verkregen hogere grenswaarde.
c. Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in11.1.1 onder a genoemde bevoegdheid vindt een evenredige belangafweging plaats waarbij betrokken worden:
1. de mate waarin waarden, welke het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
2. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
3. de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische toelaatbaarheid, de waterhuishoudkundige toelaatbaarheid, de ecologische toelaatbaarheid, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond.