direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Zuidbroek, 1e partiele herziening 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000028-0003

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor ' Wonen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep, met daarbijbehorende gebouwen, andere-bouwwerken, tuinen, erven,water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Op de tot ' Wonen ' bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat:

6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen in casu woonhuizen de volgende bepalingen gelden:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw mag vrijstaand en halfvrijstaand worden gebouwd,met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden' tot het daarbij vermelde aantal tevens woningen aaneen mogen worden gebouwd;
  • c. de afstand van de vrijstaande zijde van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen,met dien verstande dat dit bij vrijstaand geschakelde bouw geldt voor één zijde van het hoofdgebouw;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter, tenzij anders op de plankaart is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 11 meter;
  • f. de dakhelling mag niet minder dan 25o en niet meer dan 60o bedragen.
6.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen de volgende bepalingen gelden:

  • a. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2, met inachtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 50 bedragen;
    • 2. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen voor zover gelegen binnen het bouwvlak niet meegerekend;
  • c. de goothoogte van een aanbouw, uitbouw of een aangebouwd of vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • d. de bouwhoogte van een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw mag niet meer bedragen dan:
    • 1. indien het betreft een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw bij een woonhuis met één bouwlaag: de bouwhoogte van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,25 m;
    • 2. indien het betreft een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw bij een woonhuis met meerdere bouwlagen: de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 15% met dien verstande dat het verschil ten minste 1 m bedraagt;
  • e. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • f. de dakhelling mag niet meer dan 60º bedragen.
6.2.3 Andere-bouwwerken

Voor andere-bouwwerken de volgende bepalingen gelden:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Ontheffing van de bouwregels
6.4.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in 6.4.1 onder c en toestaan dat wordt gebouwd tot op een afstand van 1,5 m;
  • b. het bepaalde in 6.4.1 onder d ten behoeve van een lessenaardak en toestaan dat de goothoogte aan één zijde wordt verhoogd tot de toegestane bouwhoogte;
  • c. het bepaalde in 6.4.1 onder d en f en toestaan dat de dakhelling wordt verminderd tot 0º;
  • d. het bepaalde in 6.4.1 onder d en toestaan dat wordt gebouwd met een afwijkende dakvorm;
  • e. het bepaalde in 6.4.1 onder a en toestaan dat wordt gebouwd tot op een afstand van niet minder dan 0 m.
6.4.2 Afwegingskader

Een in 6.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4.3 Procedure

Bij gebruikmaking van de ontheffingsbevoegdheid is de in 12.2 opgenomen procedure van toepassing.

6.5 Ontheffing van de gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in 9.1 , wordt in ieder geval verstaan het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor doeleinden van bewoning.

6.5.2 Afwegingskader

Gebruik van ruimten binnen de woning of in de aanbouwen, uitbouwen of bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten hoogste 35% van het vloeroppervlakte van de woning en aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep tot een maximale oppervlakte van 50 m2, dan wel, indien de bestaande oppervlakte groter is, de oppervlakte zoals die bestaat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. geen detailhandel is toegestaan, behoudens direct aan het aan huis verbonden beroep gerelateerde en daaraan ondergeschikte detailhandel.
6.5.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.5.2 en toestaan dat de onder a genoemde oppervlakte van 50 m2 ten behoeve van een medisch beroep wordt vergroot tot ten hoogste 100 m2.

6.5.4 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning en aan-/uitbouwen en bijgebouwen voor een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • d. ten hoogste 35% van het vloeroppervlak van de woning en de aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag worden gebruikt voor een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling tot een maximum oppervlakte van 50 m2;
  • e. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • f. de bedrijfsactiviteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in de woonomgeving;
  • g. de activiteit mag niet vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
  • h. geen detailhandel is toegestaan.
6.5.5 Procedure

Bij gebruikmaking van de ontheffingsbevoegdheid is de in 12.2 opgenomen procedure van toepassing.