direct naar inhoud van 7.1 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Centrum Enter
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000022-0002

7.1 Economische uitvoerbaarheid

7.1.1 Grondexploitatie

Sinds 1 juli 2008 heeft de Grondexploitatiewet als onderdeel van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening rechtskracht gekregen. Doel van de wet is te komen tot een verbetering van het stelsel van kostenverhaal en het kunnen stellen van locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie.

Hoofdregel is dat een exploitatieplan moet worden vastgesteld bij elk bestemmingsplan. Artikel 6.12 Wro stelt dat de gemeenteraad gelijktijdig met de vaststelling van het bestemmingsplan kan besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen (6.12.2 Wro).

Dit is mogelijk indien:

  • a. het verhaal van kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd;
  • b. het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is;
  • c. het stellen van nadere eisen en regels niet noodzakelijk is.

In het bestemmingsplan worden ter plaatse van Dorpsstraat 146 ontwikkelmogelijkheden gecreƫerd. Het verhaal van de kosten met betrekking tot deze ontwikkeling is geregeld met het aangaan van een anterieure overeenkomst.

In dit bestemmingsplan worden verder geen directe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die de gemeente voor exploitatiekosten zullen stellen die op derden te verhalen zouden zijn door middel van een exploitatieplan.

Ook is het niet noodzakelijk om tijdvakken, faseringen, nadere eisen en/of regels vast te stellen. Daarom wordt afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan.

Wel is er een aantal mogelijkheden opgenomen om met toepassing van artikel 3.6 Wro het bestemmingsplan te wijzigen. In het geval de eigenaar van de betreffende eigendommen medewerking wenst, zullen eventuele kosten worden verhaald door het sluiten van een exploitatieovereenkomst of door het opstellen van een exploitatieplan behorend bij de betreffende wijziging.

7.1.2 Planschade

In deze paragraaf wordt aangegeven of planschade als gevolg van de planontwikkeling te verwachten is.

Het bestemmingsplan biedt naast de ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van Dorpsstraat 146 geen aanleiding tot het ontstaan van planschade. Eventuele planschade als gevolg van de ontwikkelingsmogelijkheden ter plaatse van Dorpsstraat 146 is met anterieure overeenkomst bij de exploitant neergelegd.

Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid van een wijzigingsbevoegdheid, zal de afhandeling van eventuele planschade via een anterieure overeenkomst dan wel een exploitatieplan worden geregeld.