direct naar inhoud van Artikel 16 Algemene wijzigingsregels
Plan: Centrum Enter
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000022-0002

Artikel 16 Algemene wijzigingsregels

16.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  • a. ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 2 de bestemming wijzigen in de bestemming Centrum, Verkeer - Verblijfsgebied, Wonen - Woongebouw en/of Groen, met dien verstande dat:
    • 1. op de nieuwe vestigingslocatie mag het bruto-vloeroppervlak niet meer bedragen dan 2500 m², waarbij de oppervlakte ondergronds hierin niet wordt meegerekend;
    • 2. op de gronden mag tot een verticale diepte van 4,50 m en tot een oppervlakte van niet meer dan 3000 m² (ondergronds) worden gebouwd;
    • 3. in geval van nieuwvestiging of uitbreiding van een detailhandelsfunctie met meer dan 750 m² bruto-winkelvloeroppervlak, geldt dat middels een distributieplanologisch onderzoek de uitvoerbaarheid wordt aangetoond en dat geen sprake mag zijn van duurzame ontwrichtig van de detailhandelstructuur;
    • 4. voor het bouwen van gebouwen geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 8 m, met uitzondering van schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en schotelantennes;
    • 5. de dakhelling mag niet minder dan 25° en niet meer dan 60° bedragen. In uitzondering hierop mag binnen de bestemming Centrum de dakhelling minder dan 25° bedragen, indien sprake is van een dak dat niet aan de openbare weg is gelegen;
    • 6. bebouwing voor geluidgevoelige functies zodanig dient te worden geprojecteerd dat de voorkeursgrenswaarde in acht wordt genomen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding wro-zone - wijzigingsgebied 5 kan de bestemming wijzigen in de bestemming Centrum, met dien verstande dat:
    • 1. in geval van een verhuizing een detailhandelsfunctie binnen het plangebied geldt dat de bruto-winkelvloeroppervlakte, waarover reeds wordt beschikt, mag worden benut op de nieuwe vestigingslocatie;
    • 2. in geval van nieuwvestiging of uitbreiding van een detailhandelsfunctie met meer dan 200 m² bruto-winkelvloeroppervlakte, geldt dat middels een distributie-planologisch onderzoek de uitvoerbaarheid wordt aangetoond en dat geen sprake mag zijn van een duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur;
    • 3. voor het bouwen van gebouwen geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 7 m en de bouwhoogte niet meer dan 12 m;
    • 4. voor het bouwen van gebouwen geldt dat in geval van een haaks op de weg geprojecteerde kapvorm ontheffing van de goothoogte kan worden verleend tot een goothoogte van niet meer dan 9 m;
    • 5. bebouwing voor geluidgevoelige functies zodanig dient te worden geprojecteerd dat de voorkeursgrenswaarde in acht wordt genomen.

16.1.1 Afwegingskader

Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 16.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin waarden, die het plan beoogt te beschermen, kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of eigenaren van de aanliggende gronden worden geschaad;
  • c. de mate waarin de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische-, de waterhuishoudkundige-, de archeologische-, de ecologische-, de verkeerstechnische toelaatbaarheid en de stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond.

16.1.2 Procedure

Voor een besluit tot wijziging geldt de in 17.1 vermelde voorbereidingsprocedure.