8.2 Bouwregels
Op de op de verbeelding voor Horeca aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
8.2.1 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. binnen het bouwvlak mag/mogen de goothoogte of/en bouwhoogte niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding maximale goothoogte/maximale bouwhoogte/maximale goot- en bouwhoogte, aangegeven goothoogte en/of bouwhoogte;
-
c. de dakhelling mag niet minder dan 15º en niet meer dan 60° bedragen;
-
d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
8.2.2 Bijgebouwen en overkappingen
Voor bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m2;
-
b. de afstand van een bijgebouw tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen;
-
c. de goothoogte mag niet meer dan 3 bedragen;
-
d. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 8 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte 15% lager dient te zijn dan het hoofdgebouw, met een minimum van 1 m;
-
e. in afwijking van het bepaalde onder d geldt in geval van een hoofdgebouw met één bouwlaag, dat de bouwhoogte van een bijgebouw niet meer dan 4 m mag bedragen;
-
f. in afwijking van het bepaalde onder a tot en met e geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, echter niet in geval van herbouw.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. indien zij vóór de voorgevel of naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
-
b. de bouwhoogte van reclame- en vlaggenmasten mag ten hoogste 8 m bedragen;
-
c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2,5 m.
8.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, en voorzover de gronden op de verbeelding zijn aangeduid als cultuurhistorisch waardevol gebied, tevens aan de nokrichting en dakhelling van de kappen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de sociale veiligheid;
-
c. de milieusituatie;
-
d. de verkeersveiligheid;
-
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.