Plan: | Zeeheldenwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0184.BP2019ZHW-0302 |
het bestemmingsplan Zeeheldenwijk met identificatienummer NL.IMRO.0184.BP2019ZHW-0302 van de gemeente Urk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een bedrijfsmatig door een bewoner van de woning verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk en voor zover behorend tot maximaal milieucategorie 1 genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende bouwwerken past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden en waarbij wordt voldaan aan de 'Beleidsregel wonen en werken aan huis gemeente Urk';
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning in een rij van 3 of meer niet-gestapelde woningen waarvan de hoofdgebouwen aan elkaar zijn gebouwd;
de oorspronkelijke gevel van het hoofdgebouw die tegenover de voorgevel ligt;
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, ver-/bewerken, herstellen of installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt, waarbij de omvang van de activiteit zodanig is, dat als deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen worden uitgeoefend de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd;
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning op grond van de Monumentenwet 1988 beschikt;
een boven de grond gelegen open ruimte met balustrade aan of in de buitenmuur van een huis, welke ruimte vanuit de woning toegankelijk is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het percentage van de oppervlakte van een bouwperceel, dat mag worden bebouwd;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht;
Een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
Het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan of krachtens een omgevingsvergunning voor dat tijdstip is ingediend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
bruto-oppervlakte als bedoeld in NEN2580;
het opslaan, of opgeslagen houden van voorwerpen, stoffen of producten en andere materialen op de onbebouwde gronden van de (agrarische) bedrijfspercelen, daaronder mede begrepen de uitstalling ten verkoop, verhuur en dergelijke;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bijbehorend bouwwerk;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met een maximale bruto vloeroppervlakte van 750 m2;
de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbiedt;
een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden (twee of meer wanden die tot de constructie behoren) omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
de bewoonbare vloeroppervlakte, exclusief opslagruimten en dergelijke op basis van de Meetinstructie bepalen gebruiksoppervlakte woningen volgens NEN 2580;
een woning in een gebouw, dat meerdere geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat;
een als zodanig aangegeven lijn, die deel uitmaakt van een bouwperceel;
een detailhandelsonderneming of instelling met een ondergrens van 1.000 m2 wvo/1.250 m2 bvo die vanwege de schaal van in- en verkoop met bijbehorende vervoersbewegingen niet passen in een centrumgebied, waarvan uitgezonderd perifere detailhandel en supermarkten;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
horeca conform de Staat van horeca-activiteiten zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels;
een aantal aan elkaar door familie- of daarmee gelijk te stellen -band gerelateerde personen, dat gezamenlijk een eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in een woning, zoals een gezin, een gezin met inwonende ouders of een woongroep. Kamergewijze bewoning door studenten, seizoensarbeiders of arbeidsmigranten wordt niet beschouwd als één huishouden;
inpandige voorzieningen ten behoeve van sport, cultuur en ontspanning, zoals een bowlingcentrum, fitnesscentrum, museum, poolcentrum, sauna en wellness;
inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer;
detailhandel via internet, met dien verstande dat:
in gebruik (laten) hebben en/of (laten) geven van een (gedeelte van een) woning, woongebouw en/of zelfstandige woonruimte als onzelfstandige woonruimte;
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening -niet zijnde detailhandel -al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
een constructie van één of meer uitsluitend hellende dakvlakken met een helling van meer dan 20- en minder dan 65 graden;
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, van weg- en waterbouwkundige aard, zoals bruggen, viaducten, duikers, keerwanden, beschoeiingen, kademuren en dergelijke;
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch opzicht;
de ruimte die door een plezier- of vrachtvaartuig, al dan niet met tussentijdse onderbrekingen, wordt ingenomen, waarbij het vaartuig gedurende het gebruik van de ligplaats direct met het land is verbonden;
voorzieningen inzake welzijn, onderwijs, opvoeding, religie, verenigingsleven, maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg en cultuur alsook ondergeschikte detailhandel en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
functies die gevoelig zijn voor hinder door geur, stof, geluid en/of, gevaar, zoals wonen, medische zorgverlening, onderwijs en kinderopvang;
werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat het voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
voorziening ten behoeve van telecommunicatie en de gas- water en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen, en zendmasten;
een onderdeel van een bedrijf of instelling, geen horecabedrijf zijnde, in welk onderdeel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers en/of werknemers van dat bedrijf of die instelling;
een voor verblijf geschikt bouwwerk, waaronder begrepen een al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, ark, caravan, woon- of stacaravan, chalet, voor zover geen bouwwerk zijnde, alsmede een tent;
woonruimte die niet voldoet aan de begripsbepaling zelfstandige woonruimte;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied, dat voor publiek algemeen toegankelijk is;
de opslag van goederen, met uitzondering van het stallen van auto's ten behoeve van de verkoop;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een woning waar een cliënt met een zorgindicatie samenwoont met een (gezonde) partner;
een niet voor bewoning bestemd aangebouwd gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat uitsluitend dienstbaar is aan de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf;
de onderkant van de afgewerkte begane grond vloer ten opzichte van het naastgelegen maaiveld en de hoogte van de as van de weg;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, motoren, landbouwwerktuigen en –machines, aanhangwagens, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels, woninginrichting en sanitair;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf waaronder begrepen een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halte-aanduidingen, parkeerregulerende constructies, roadbarriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, rijwielstandaards, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, speelvoorzieningen, abri's, antenne-installaties 5G e.d.;
een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar in hoofdzaak levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel – en in beperkte mate huishoudelijke artikelen worden verkocht, met een bruto vloeroppervlakte groter dan 750 m2;
woning die aan één zijde middels het hoofdgebouw met een andere woning is verbonden;
een dak begroeid met beplanting ten behoeve van duurzaamheid;
de digitale verbeelding van het bestemmingsplan;
de bouwlaag, respectievelijk bouwlagen, die boven de begane grondbouwlaag is/zijn gelegen;
een detailhandelsbedrijf al dan niet in de vorm van een zelfbedieningszaak waar in hoofdzaak levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen, zoals groente, brood, vlees en zuivel – en in beperkte mate huishoudelijke artikelen worden verkocht, met een bruto vloeroppervlakte kleiner dan 812 m2 bvo;
de naar de weg gekeerde of aan de voorzijde van een gebouw gelegen gevel of, indien het een gebouw betreft met meerdere zodanige gevels, één van die gevels;
de naar de weg toegekeerde gevellijn van een bouwperceel;
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste bouwperceelsgrens aan;
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan;
doeleinden die het waterhuishoudingsbelang dienen, zoals watergangen, waterpartijen, oevers en taluds, waterberging, waterstaatkundige kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang, voorzieningen voor de waterhuishouding e.d.;
een wijkgebouw is een gebouw waar verschillende wijkverzorgende functies terecht kunnen en dito activiteiten worden georganiseerd, zoals een kleinschalige ruimteverhuur, een jeugdpunt, een steunpunt, een centrum voor jeugd en gezin, de GGD, etc. Een wijkgebouw functioneert als ontmoetingsplek;
het gehuisvest zijn in een woning;
een complex van ruimten in een gebouw inclusief aan- en uitbouwen, dat blijkens de indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
het bouwkundig en/of functioneel splitsen van één woning of zelfstandige woonruimte of een gedeelte daarvan naar twee of meer woningen/zelfstandige woonruimten;
het omzetten van een (gedeelte van een) woning of zelfstandige woonruimte naar één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n), alsook het omzetten van één of meerdere onzelfstandige woonruimte(n) naar één of meerdere woningen of zelfstandige woonruimten;
besloten ruimte die, al dan niet tezamen met andere ruimten, bestemd of geschikt is voor nagenoeg zelfstandige bewoning door één huishouden;
woonruimte die een eigen toegang heeft en die door één huishouden kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (zoals badruimte, toilet en keuken) buiten de woonruimte;
de bovenste ruimte in een gebouw onmiddellijk onder de kap;
een in het plan als zodanig aangegeven gebied, waarvoor speciale, aanvullende bepalingen gelden in verband met de afweging van alle in het geding zijnde belangen;
wonen met zorg voor mensen die vanwege hun leeftijd, gezondheid of beperkingen aangewezen zijn op enige zorg en ondersteuning, ongeacht of deze door een professional, vrijwilliger of mantelzorger wordt verstrekt;
een woning die gekoppeld is aan een zorgfunctie ten behoeve van de bewoner(s) met een geïndiceerde zorgbehoefte.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de loodrechte afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is;
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van een bouwvlak indien dat in de planregels wordt aangegeven;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, ingangspartijen, galerijen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1,5 meter wordt overschreden;
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de bestemming, waarbij geldt dat voldaan dient te worden aan het stedenbouwkundig plan Zeeheldenwijk, waarbij eveneens wordt voldaan aan de bouwregels als opgenomen in lid 3.2.
Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 3.2.2 onder f en voor grootschalige en perifere detailhandel een groter bouwperceel toestaan, mits:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 3.5.1 onder c voor wat betreft de uitstalling van motorvoertuigen (auto's), mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 3.1 genoemde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het in 3.7.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 3.7.1 zijn slechts toelaatbaar indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterhuishoudkundige functie van de damwanden in de Zuidermeertocht.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden te wijzigen en meer perifere en grootschalige detailhandel en indoor-leisure toe te staan, mits aangetoond is dat voldaan wordt aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden met de aanduiding 'kantoor 'te wijzigen naar één van de overige gemengde bestemmingen, zoals opgenomen in 3.1, mits:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening bedrijven toe te staan, die naar aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kunnen worden gesteld met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in de milieucategorie 1 of 2, zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels, mits is aangetoond dat sprake is van:
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de bestemming, waarbij geldt dat voldaan dient te worden aan het stedenbouwkundig plan Zeeheldenwijk, waarbij eveneens wordt voldaan aan de bouwregels als opgenomen in lid 4.2.
Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 4.1 genoemde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het in 4.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden met de bestemming Gemengd - 2 te wijzigen en een supermarkt toe te staan, onder de voorwaarden dat:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden met de bestemming Gemengd - 2 te wijzigen en minimaal 650 m2 bvo detailhandel te wijzigen in een supermarkt, onder de voorwaarden dat:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden met de bestemming Gemengd - 2 te wijzigen en grondgebonden woningen en meer gestapelde woningen toe te staan, mits:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 5.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 5.1 genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 5.4.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de bestemming, waarbij geldt dat voldaan dient te worden aan het stedenbouwkundig plan Zeeheldenwijk, waarbij eveneens wordt voldaan aan de bouwregels als opgenomen in lid 6.2.
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat de bouwhoogte:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
Tot een gebruik, strijdig met de bestemmingsplanregels, genoemd in artikel 6.1 waarin gronden en gebouwen (geheel of deels) zijn aangewezen voor zorgwonen, wordt gerekend:
Van het bepaalde in lid 6.4.2 mag het college van burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken, mits:
De in lid 6.1 genoemde functies zijn slechts toelaatbaar, indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfsingel' een erfsingel conform de dan geldende beleidsregels 'Beeldkwaliteitplan onderdeel de Groene Clusters', binnen 2 jaren na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aangeplant en duurzaam instand wordt gehouden.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - kinderboerderij' verboden de gronden te gebruiken of in gebruikt te geven of te laten voor het houden en of beweiden van dieren.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 6.1 genoemde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het in 6.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Maatschappelijk' ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer' onder de volgende voorwaarden dat:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 7.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik in strijd met het bepaalde in artikel 21.2 ten aanzien van het parkeren.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 7.1 genoemde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het in 7.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering van de in lid 8.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik in strijd met het bepaalde in artikel 21.2 ten aanzien van het parkeren.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 8.1 genoemde gronden de volgende andere werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 8.5.1 onder a zijn slechts toelaatbaar indien:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 9.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en maatvoering, van de in lid 9.2 genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, indien en voor zover dit noodzakelijk is voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats uitgesloten' is het afmeren en/of doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever niet toegestaan.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 9.1 genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 9.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 9.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet wordt gekomen.
De voor 'Wonen - Erfsingel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
De in lid 10.1 onder a genoemde functies zijn slechts toelaatbaar, indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfsingel' een erfsingel conform de dan geldende beleidsregels 'Beeldkwaliteitplan onderdeel de Groene Clusters', binnen 2 jaren na inwerkingtreding van dit bestemmingsplan aangeplant en na realisering duurzaam in stand gehouden wordt.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 10.1 genoemde gronden de volgende werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 10.4.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld onder 10.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet wordt gekomen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden ter plaatse van de 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' te wijzigen en toe te staan dat binnen de bestemming 'Wonen - Erfsingel' eenmalig 3 extra woningen wordt toegevoegd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden ter plaatse van de 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 4' te wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' onder de volgende voorwaarden dat:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
De voor 'Woongebied’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mag uitsluitend gebouwd worden ten dienste van de bestemming, waarbij geldt dat voldaan dient te worden aan het stedenbouwkundig plan Zeeheldenwijk, waarbij eveneens wordt voldaan aan de bouwregels als opgenomen in lid 11.2.
Algemeen
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Maatvoering
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bijbehorende bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij geldt dat:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt slechts verleend, indien voldaan wordt aan:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en/of afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de in lid 11.1 genoemde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Het in 11.6.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De voor 'Gemengd - Uit te werken’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
alsmede voor:
Het bevoegd gezag werkt de in artikel 12.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
Bij de uitwerking worden de volgende beleidsregels via de regels van het uitwerkingsplan van toepassing verklaard:
zoals die op het moment van vaststelling van het uitwerkingsplan gelden.
Zolang en voor zover een hiertoe strekkend uitwerkingsplan nog niet in werking is getreden, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 12.1 opgenomen bestemmingsomschrijving, zonder de aanplant en instandhouding van een erfsingel conform de geldende beleidsregels 'Beeldkwaliteitplan onderdeel de Groene Clusters', ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - erfsingel'.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening de bestemming van de gronden te wijzigen en meer detailhandel, indoor-leisure en maatschappelijke functies toe te staan, mits is aangetoond dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 3' te wijzigen met als doel de realisatie van bedrijfswoningen en woningen toe te staan, onder voorwaarden dat:
zoals die op het moment van wijziging gelden.
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij horende:
alsmede voor:
Het bevoegd gezag werkt de in artikel 13.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van de volgende regels:
Bij de uitwerking worden de volgende beleidsregels via de regels van het uitwerkingsplan van toepassing verklaard:
zoals die op het moment van vaststelling van het uitwerkingsplan gelden.
Zolang en voor zover een hiertoe strekkend uitwerkingsplan nog niet in werking is getreden, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en de bescherming van gasleidingen met een strook van 5 meter ter weerszijden van de op de verbeelding aangeduide leiding.
Binnen deze dubbelbestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regel:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
De werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde, als bedoeld in lid 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan, hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/ of functies welke het plan beoogt te beschermen dan wel door hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet wordt gekomen.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, de instandhouding en bescherming van de rioolpersleiding.
Binnen deze dubbelbestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming worden gebouwd. Op de in 15.1 bedoelde gronden mag in afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen niet worden gebouwd met uitzondering van gebouwen ten behoeve van het leidingbeheer, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 15.2 voor wat betreft het oprichten van bebouwing overeenkomstig de ter plaatse geldende basisbestemming, mits hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de rioolpersleiding, in verband waarmee de bevoegde leidingbeheerder wordt gehoord.
Het in 15.4.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 1' mede bestemde gronden.
Het onder 16.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan onderstaande voorwaarde wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het verbod in 16.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits op basis van deskundig archeologisch onderzoek in voldoende mate blijkt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Het is verboden, op of in de in lid 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 16.4.1 mag alleen worden verleend, indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect, te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Vooraf dient door aanvrager van de omgevingsvergunning een deskundig archeologisch rapport overgelegd te worden waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt dat:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 16.4.1 is vereist voor werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 2' mede bestemde gronden.
Het onder 17.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan tenminste één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het verbod in 17.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits op basis van deskundig archeologisch onderzoek in voldoende mate blijkt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Het is verboden, op of in de in lid 17.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 17.4.1 mag alleen worden verleend, indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect, te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Vooraf dient door aanvrager van de omgevingsvergunning een deskundig archeologisch rapport overgelegd te worden waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt dat:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 17.4.1 is vereist voor werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 3' mede bestemde gronden.
Het onder 18.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing als aan tenminste één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het verbod in 18.2.1 voor het bouwen volgens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits op basis van deskundig archeologisch onderzoek in voldoende mate blijkt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de afwijking onder beperkingen verlenen en de volgende voorschriften aan de afwijking verbinden:
Het is verboden, op of in de in lid 18.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in 18.4.1 mag alleen worden verleend, indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan, hetzij direct hetzij indirect, te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Vooraf dient door aanvrager van de omgevingsvergunning een deskundig archeologisch rapport overgelegd te worden waaruit naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate blijkt dat:
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 18.4.1 is vereist voor werken of werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van deskundig archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan afwijkt van de in de planregels gegeven regels, mag in afwijking van deze regels, de bestaande:
als maximaal toelaatbaar worden aangehouden, mits deze afwijkende maatvoering, inhoud of oppervlakte op een legale wijze bij of krachtens de Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet ruimtelijke ordening en -voorzover van toepassing- de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen.
Wanneer bij uitwerkingsplannen een besluit hogere waarde geluid moet worden vastgesteld, geldt het volgende:
Van het bepaalde in lid 21.1 onder d kan het college van burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 21.1 ten behoeve van het toestaan van internetwinkels met afhaalpunt, mits wordt aangetoond dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van de regels van het plan ten behoeve van:
Met toepassing van het bepaalde in artikel 3.6, lid 1, sub a, Wet ruimtelijke ordening kunnen burgemeester en wethouders het plan wijzigen voor wat betreft het aanbrengen van geringe wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, mits het wijzigingen betreft ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan, waarbij belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden in de verbeelding.
Bij gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen op grond van artikel 3.6, lid 1, sub d, Wet ruimtelijke ordening is de volgende procedure van toepassing:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van bebouwing en beplanting in verband met het in acht te nemen van afstanden tot wegen ten aanzien van verkeersveiligheid en in verband met het in acht nemen van afstanden tot watergangen.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze gelden op het moment van vaststelling van dit plan.
Met het vaststellen van dit bestemmingsplan wordt, gebruikmakend van artikel 7c, lid 9 van het Besluit uitvoering Crisis en herstelwet, ter hoogte van de volgende bestaande woningen de daarbij aangegeven hogere grenswaarden ingevolge artikel 83, lid 1 van de Wet geluidhinder vastgesteld:
Woning | Maatgevende weg | Hogere grenswaarde (Lden) |
Urkerweg 60 | Urkerweg (N351) | 54 dB |
Aanduiding | Maatgevende weg | Hogere grenswaarde (Lden) |
'overige zone - hogere waarde geluid 53 dB' | Michiel de Ruyterallee | 53 dB |
Aanduiding | Maatgevende weg | Hogere grenswaarde (Lden) |
'overige zone - hogere waarde geluid 58' | Michiel de Ruyterallee | 58 dB |
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Zeeheldenwijk'.