direct naar inhoud van 8.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Havens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0301

8.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Van de overlegpartners is een reactie ontvangen van de Provincie Flevoland, Waterschap Zuiderzeeland en Rijkswaterstaat.

8.1.1 Provincie Flevoland

Reactie provincie Flevoland

1. Op de verbeelding mist een dubbelbestemming archeologie voor die delen van het plangebied waar een vrijstelling van 1,5 ha en tot 50 cm diep geldt (volgens het concept archeologiebeleid van Urk). Dit betreft onder andere de Kamperhoek. Het bestemmingsplan behoeft aanpassing in de zin dat voor de betreffende plandelen een dubbelbestemming voor de waarde archeologie wordt opgenomen conform het concept archeologiebeleid van Urk.

2. De provincie Flevoland geeft aan dat de GVV als gemeentelijk beleid ten grondslag behoort te liggen aan elk bestemmingsplan voor een werklocatie, ook al is deze conserverend. Daarvan is bij onderhavig bestemmingsplan geen sprake. Zo is niet duidelijk welke bedrijven in de hogere milieucategorie vallen. Tevens dienen bedrijven apart bestemd te worden zodanig dat bij het verplaatsen van het bedrijf alleen bedrijven in de voorgestane milieucategorie zich nieuw kunnen vestigen. In artikel 7 van de planregels is niet duidelijk welke bedrijven binnen Kamperhoek West in de hogere milieucategorie vallen of waar wordt gewoond (in combinatie met werken).

Verder zijn in Lemsterhoek alle categorieën (A, B, en C) van de VNG Handreiking bedrijven en milieuzonering onder sub. a van artikel 8 gebracht, terwijl de provincie graag een indeling naar categorie ziet. Daarnaast zijn woon-werk vestigingen en wonen niet opgenomen in de functiemengingindeling terwijl juist wel is bedoeld om deze functies onder A in te delen. De visverwerkingsvestigingen en het LPG-station vallen onder milieucategorie 3.2 of hoger maar dit is in de planregel niet vermeld.

Het havengebied is ingedeeld met de aanduidingen BT-4, BT-5, GD-1, GD-2 en wonen; hierdoor ontstaat een onoverzichtelijk beeld. Hierdoor is niet uit te sluiten dat zich bedrijven kunnen vestigen welke niet in het gebied passen. Wederom adviseert de provincie hier de VNG-indeling A, B en C.

Antwoord gemeente Urk

1. De dubbelbestemming archeologie zal worden opgenomen zoals de provincie in haar vooroverlegreactie voorstelt. De verbeelding en de planregels zijn hierop aangepast.

2. Naar aanleiding van deze reactie zijn de gemeente Urk en de Provincie Flevoland met elkaar de dialoog aangegaan. Hieruit is naar voren gekomen dat de gemeente Urk vanwege het feit dat de huidige GVV is verouderd (en daarom wordt gewerkt aan een actualisatie), het feit dat er nog wordt gewerkt aan visies voor Lemsterhoek en Kamperhoek West welke nog niet zijn uitgekristalliseerd en het feit dat er nogal wat tijdsdruk bestaat om het bestemmingsplan voor 1 juli 2013 vast te stellen, niet alle grondslagen vanuit de GVV in het voorliggende bestemmingsplan kan doorvoeren. Wel is de intentie om conform het provinciaal locatiebeleid te handelen.

Wel is afgesproken dat bovengenoemde redenen duidelijk zullen worden gemotiveerd in de toelichting van het bestemmingsplan. Tevens zijn al wel bepaalde zaken ´voorgesorteerd´; zoals het bij een vertrek van een bedrijf in een hoge milieucategorie (3.2 of hoger) vervolgens alleen voor een nieuw bedrijf van een lagere categorie mogelijk maken om zich te vestigen (bijvoorbeeld bij de scheepswerf in het havengebied) en het functiegemengd bestemmen van Lemsterhoek. Zo wordt alvast een voorschot genomen op meer woonwerkgerelateerde milieus binnen het plangebied.

Tevens zal extra aandacht worden besteed aan het duidelijker weergeven van de milieucategorieën van de verschillende bedrijven welke worden genoemd in de planregels. Vooralsnog wordt (nog) niet gekozen voor de VNG (locatiebeleid)-indeling omdat het nu nog de wens van de gemeente is om de vestigingsmogelijkheden binnen het plangebied niet teveel te beperken. Dit zal uiteraard veranderen zodra de GVV is geactualiseerd en de visies zijn afgerond. Het bestemmingsplan zal dan op termijn (weer) worden geactualiseerd en de gebieden zullen waar mogelijk worden ingedeeld naar categorie A, B of C, dit conform de milieucategorie-indeling van het locatiebeleid.

8.1.2 Waterschap Zuiderzeeland

Reactie Waterschap Zuiderzeeland

1. De binnen het bestemmingsplan aanwezige strekdam vormt een onderdeel van de regionale waterkering en wordt ook als zodanig opgenomen in de 'legger regionale waterkeringen'. Daarom adviseert het waterschap de strekdam reeds te bestemmen als waterkering. Dit in plaats van de waterstaatkundige functie welke deze in het voorontwerp heeft gekregen.

2. In de artikelen 7, 8 en 9 van de regels adviseert het waterschap, gezien de ligging nabij het water, eisen vanuit waterwetgeving te noemen op basis waarvan nadere eisen gesteld kunnen worden.

Antwoord gemeente Urk

1. Hierover is contact opgenomen met het waterschap. Op de verbeelding is in overeenstemming met de bepalingen uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening de bestemming Waterstaat – waterkering alleen gegeven aan de primaire waterkering. Aan de beschermingszone is de aanduiding ’ vrijwaringszone – dijk’ gegeven. Ook de strekdam heeft deze aanduiding.

2. In de nadere eisen van de artikelen 7, 8 en 9 van de regels is nu expliciet ´eisen vanuit de milieu- en waterwetgeving´ genoemd/.

8.1.3 Rijkswaterstaat

Reactie Rijkswaterstaat

1. In de waterparagraaf van de Toelichting zijn de beheerdersbelangen van Rijkswaterstaat niet meegenomen. Het plangebied is echter grotendeels onderdeel van het rijkswater en daarmee komt Rijkswaterstaat in beeld. De gemeente Urk dient in de waterparagraaf melding te maken van beide waterbeheerders die actief zijn binnen het plangebied.

2. Rijkswaterstaat attendeert de gemeente Urk graag op artikel 2.12 'Uitbreidingsruimte IJsselmeergebied' van het Barro. Uit voorliggend bestemmingsplan blijkt dat er geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen gefaciliteerd worden (paragraaf 1.1 en 4.4). Mochten er toch nieuwe activiteiten in, of met effect op, het buitendijks gebied voorzien zijn dan wordt de gemeente Urk verzocht contact op te nemen met Rijkswaterstaat.

Antwoord gemeente Urk

1. In de waterparagraaf zal melding worden gemaakt van het feit dat beide waterbeheerders actief zijn binnen het plangebied.

2. Voor kennisgeving aangenomen; deze opmerking wordt tevens in de toelichting opgenomen.