direct naar inhoud van Artikel 27 Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Plan: Havens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2013Havens-0301

Artikel 27 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

27.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ´Waarde - Beschermd dorpsgezicht` aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: de bescherming en instandhouding van het dorpsgezicht, zoals beschreven in het Aanwijzingsvoorstel voor bescherming van Urk als beschermd gezicht in de zin van de Monumentenwet 1988 in bijlage 4 bij deze regels.

27.2 Bouwregels
27.2.1 Vergunningplicht

Op de in 27.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met een omgevingsvergunning bouwwerken ten behoeve van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen worden gebouwd;

27.2.2 Aanvulling

In aanvulling op het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) gelden voor het bouwen de volgende regels:

  • a. gronden die nog niet conform de bestemming zijn bebouwd, mogen uitsluitend worden gebruikt als tuinen en erven met de daarbij behorende verhardingen. Er mogen alleen materialen worden toegepast die passen in het historisch beeld van het plangebied. De verharding dient daarom in overleg met de gemeente te worden bepaald;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn' zal een gebouw in de gevellijn worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting loodrecht' zal de nokrichting van een gebouw haaks op de figuur 'gevellijn' op de plankaart lopen.

27.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.2, indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 27.1 beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.

27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vergraven en egaliseren van gronden;
  • b. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
  • e. het aanbrengen van leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
  • g. werken en werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten;
  • h. het slopen of verwijderen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

27.4.2 Toepassingsvoorwaarde

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in 27.1 beoogt te beschermen, dan wel het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.

27.4.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 is vereist voor:

  • a. werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden welke op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. werken en werkzaamheden op gronden die reeds op basis van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.

27.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
27.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de in lid 27.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, bouwwerken in het geheel of gedeeltelijk te slopen.

27.5.2 Toepassingswaarde

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 27.1 beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen;

27.5.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.5.1 is vereist voor:

  • a. werken en werkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. werken en werkzaamheden welke op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning;
  • c. werken en werkzaamheden op gronden die reeds op basis van de Monumentenwet 1988 zijn beschermd.