Artikel 10 Bedrijventerrein - 5
10.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijven die in de van deze regels deel uitmakende bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen,
met een milieucategorie
|
ter plaatse van de aanduiding
|
1 en 2
|
bedrijven tot en met categorie 2
|
-
b. kantoren behorende bij bedrijven;
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning, een bedrijfswoning;
-
d. evenementen;
-
e. aan de hoofdfunctie ondergeschikte verkeers- en groenvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen;
-
f. bijbehorende overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen.
met uitzondering van:
-
g. een bevi - inrichting;
-
h. detailhandelsbedrijven;
-
i. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
-
j. bedrijven met activiteiten zoals bedoeld in artikel 7.2 lid 1 van de Wet milieubeheer.
-
k. vuurwerkbedrijven.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan op de plankaart aangegeven;
-
c. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven; als geen bebouwingspercentage is aangegeven geldt een bebouwingspercentage van 100%;
-
d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m3.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen en vrijstaande reclamezuilen mag niet meer bedragen dan 3 m;
-
b. de bouwhoogte van lichtmasten behorende bij bedrijven mag niet meer bedragen dan 10 m.
10.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de ontsluiting vanaf de weg en de situering van de bebouwing met het oog op:
-
a. het realiseren van parkeerplaatsen op eigen terrein;
-
b. de eisen vanuit de sectorale milieu- en waterwetgeving;
-
c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
met dien verstande dat de gebruikswaarde van het bedrijf niet onevenredig wordt geschaad.
10.4 Specifieke gebruiksregels
-
a. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is alleen op de verdieping een bedrijfswoning toegestaan;
-
b. Het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven;
-
c. Het gebruik ten behoeve van evenementen is alleen op niet bebouwde grond toegestaan;
-
d. Per bedrijf mag de oppervlakte van bijbehorende kantoren niet meer bedragen dan 35% van de bedrijfsvloeroppervlakte, met een maximum van 1.000 m²;
-
e. Productiegebonden detailhandel is toegestaan als nevenactiviteit waarbij niet meer dan 10% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt met een maximum van 100 m2;
-
f. Gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie is niet toegestaan.
10.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1 ten behoeve van de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen in ten hoogste een categorie hoger dan volgens de betreffende aanduiding is toegestaan, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijfstypen die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Bedrijven genoemd in lid 10.1 onder g t/m k zijn niet toegestaan.