direct naar inhoud van Bijlage 9 Reactienota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Waterwijk
Plan: Waterwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2010Waterwijk-0004

Bijlage 9 Reactienota zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Waterwijk

9.1 Zienswijzen

Behorend bij het raadsbesluit van 25 oktober 2012

Terinzagelegging beide ontwerpbestemmingsplannen: 15 juni t.m. 27 juli 2012

Ontwerpbestemmingsplan Waterwijk

Zienswijzen
Op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens is het niet toegestaan om persoonsgegevens (zogenaamde NAW-gegevens: naam, adres en woonplaats) van natuurlijke personen te verwerken zonder bijvoorbeeld een wettelijke grondslag, dringende noodzaak of toestemming van de betreffende personen. In voorliggende reactienota worden de indieners van zienswijzen daarom niet met naam en toenaam genoemd.

Nr.   Naam   Nummer brief (kenmerk)  
1.   Reclamant 1 ´de buren van de Winterpeil´   2012.05658  
2.   Reclamant 2 (bewoners Wiepen)   2012.06182  
3.   Triade   2012.06242  
4.   Reclamant 4   2012.06333  
5.   Trentvast BV   2012.06357  

De zienswijzen zijn veelal ondertekend door meerdere personen. Waar in deze nota wordt gesproken over 'reclamant' wordt bedoeld degene of degenen die de betreffende ondertekende zienswijze hebben ingediend.

Zienswijze 1. Reclamant 1. ´de buren van de Winterpeil´
Ingekomen 3 juli 2012; tijdig en ontvankelijk.

Samenvatting inhoud zienswijze:
Bezwaar tegen het geplande appartementencomplex zoals opgenomen in het (ontwerp)bestemmingsplan ten oosten van Winterpeil 32 t/m 54 om de volgende redenen:

  • 1. Bewoners van de Winterpeil (hierna: reclamant) betogen dat er in het concept van het bestemmingsplan Waterwijk geen sprake was van appartementen achter de woningen, maar van een bestemming wonen (éénlaags met daarachter tweelaags of twee-onder-een-kap). In het huidige conceptbestemmingsplan dat nu ter inzage ligt is sprake van een groot appartementencomplex met een bouwhoogte van 12 meter. Het aanpassen van het bestemmingsplan zonder overleg met de bewoners van de Winterpeil is volgens reclamant in strijd met het vertrouwensbeginsel.
  • 2. Het handelen van de gemeente is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel; bij het voornemen tot het plaatsen van een appartementencomplex had de gemeente op zijn minst overleg kunnen voeren met de bewoners van de Winterpeil.
  • 3. Er wordt een beroep gedaan op het evenredigheidsbeginsel; het concept bestemmingsplan heeft nadelige gevolgen voor de bewoners van de Winterpeil. Wanneer het plan doorgezet zal worden zal reclamant een verzoek om planschade indienen bij de gemeente Urk vanwege waardedaling van de huizen.
  • 4. Het appartementencomplex zal zorgen voor hinder; vanaf de 2e, 3e en 4e verdieping kijk je naar binnen bij de bewoners van Winterpeil 32 t/m 54.
  • 5. Er zijn in het bestemmingsplan Waterwijk genoeg andere mogelijkheden voor een appartementencomplex welke niet onevenredig nadelig zijn voor buurtbewoners.

Reactie:

  • 1. Het concept waar de reclamant op doelt is het nu vigerende, vastgestelde bestemmingsplan Waterwijk. Het huidige plan dat ter inzage ligt is echter een nieuw (ontwerp)bestemmingsplan Waterwijk. Er is hier dus geen sprake van een planaanpassing maar van een nieuw plan. Dat dit plan is aangepast zonder (voor)overleg met reclamant klopt, dat het daarom in strijd is met het vertrouwensbeginsel of zorgvuldigheidsbeginsel klopt niet. Een bestemmingsplan wordt in dit geval namelijk, zorgvuldig voorbereid door middel van o.a. diverse onderzoeken en rekening houdende met de Algemene wet bestuursrecht, ontwikkeld door de gemeente waarbij bijv. omwonenden de gelegenheid krijgen te reageren door middel van het indienen van een zienswijze. Dit is een normale gang van zaken en is hier het geval. Bij een vertrouwensbeginsel gaat het om een officiële toezegging van bevoegde bestuursorganen; dit is hier niet het geval. De Raad van State heeft zelfs al eens geoordeeld dat zelfs aan een ontwerpplan in dit geval geen rechten kunnen worden ontleend.
  • 2. Zie reactie hierboven. Ten opzichte van de planologische mogelijkheden zoals deze waren opgenomen in het nu vigerende plan Waterwijk is (de locatie van) het voorgestelde appartementencomplex ten voordele van de reclamant aangepast; de watergang is breder gemaakt en daarnaast bevindt er zich nog een ´bufferzone´ tussen watergang en appartementencomplex. De afstand tussen de woningen aan de Winterpeil en de in het (ontwerp)bestemmingsplan Waterwijk opgenomen woonfunctie is groter dan in het huidige bestemmingsplan het geval is.
  • 3. Zoals reeds in voorgaande reacties is weergegeven is de Gemeente Urk de mening toegedaan dat de nadelige gevolgen beperkt blijven. De Raad van State heeft in diverse uitspraken zelfs bevestigd dat er geen recht op blijvend uitzicht bestaat. Men dient er rekening mee te houden dat, zeker in bebouwd gebied, ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. In het kader van het evenredigheidsbeginsel is de gemeente Urk van mening dat reclamant niet onevenredig wordt getroffen in verhouding tot de in het bestemmingsplan te dienen doelen.

    Om reclamant toch verder tegemoet te komen zal de locatie van de gestapelde woningbouw naar aanleiding van de zienswijze worden gewijzigd; de gestapelde woningbouw is verder van de woningen aan de Winterpeil af geprojecteerd (de kleinste afstand tussen de woningen aan de Winterpeil en appartementencomplex is vergroot van 38 naar 64 meter). Het direct ten oosten van de Winterpeil geprojecteerde complex is verder naar het oosten verplaatst en zal zich op 80 meter afstand van de woningen aan de Winterpeil gaan bevinden, met daartussenin woningen. Ook is gestapelde woningbouw verder van de woningen aan de Wiepen af geprojecteerd. Deze is nu op bijna 68 meter gelegen van de dichtstbijzijnde woning aan de Wiepen (zijnde nr. 35) en mag maximaal 12 meter hoog zijn, terwijl in het nu vigerende plan op ruim 80 meter afstand bebouwing was toegestaan met een hoogte van 13 meter.

    Ook is de bestemming van de achter de woningen aan de Wiepen gelegen woningbouw gewijzigd van Wonen met de aanduiding ´gestapeld´ naar Wonen zonder eerdergenoemde aanduiding. Wat betreft laatstgenoemd punt wordt de nieuwe situatie ten opzichte van de huidige planologische mogelijkheden voor bewoners van de Wiepen zelfs voordeliger; er worden dezelfde woningbouwmogelijkheden toegestaan in het nieuwe bestemmingsplan maar deze zijn op grotere afstand van de woningen aan de Wiepen geprojecteerd. Uiteraard staat het de reclamant vrij om een aanvraag voor planschadevergoeding in te dienen; zou er al sprake zijn van eventuele schade dan wordt deze gecompenseerd.
  • 4. Het argument dat de bouw van een appartementencomplex inkijk veroorzaakt gaat maar ten dele op; ook bij de mogelijke bouw van woningen was hier sprake van geweest. Dat de hinder voor de reclamant ten opzichte van het reeds vigerende bestemmingsplan Waterwijk licht toeneemt is evident, daarom zal naar aanleiding van deze zienswijze de locatie van de gestapelde woningbouw gewijzigd worden ten faveure van reclamant. De afstand tussen de woningen aan de Winterpeil en de geprojecteerde gestapelde woningbouw wordt vergroot.
  • 5. Het is stedenbouwkundig en financieel niet haalbaar en gewenst om het appartementencomplex op een andere locatie te projecteren; om de reclamant toch tegemoet te komen zijn de complexen verplaatst naar de oostelijke zijde van de percelen.

Met de zienswijze wordt gedeeltelijk ingestemd (onderdelen 3 (wat betreft nadelige gevolgen) en 4 zijn gegrond). Op andere punten wordt niet met de zienswijze ingestemd, deze is ongegrond.

Zienswijze 2. Reclamant 2 (bewoners Wiepen)
Ingekomen 20 juli 2012; tijdig en ontvankelijk.

Samenvatting inhoud zienswijze:
Bezwaar tegen het geplande appartementencomplex zoals opgenomen in het (ontwerp)bestemmingsplan ten oosten van de Wiepen om de volgende redenen:

  • 1. Reclamant betoogt dat er in het concept van het bestemmingsplan Waterwijk geen sprake was van appartementen achter de woningen. In het huidige conceptbestemmingsplan dat nu ter inzage ligt is sprake van een groot appartementencomplex met een bouwhoogte van 12 meter. Het aanpassen van het bestemmingsplan zonder overleg met de bewoners van de Wiepen is volgens reclamant in strijd met het vertrouwensbeginsel.
  • 2. Het handelen van de gemeente is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel; bij het voornemen tot het plaatsen van een appartementencomplex had de gemeente op zijn minst overleg kunnen voeren met de bewoners van de Wiepen en de Winterpeil.
  • 3. Er wordt een beroep gedaan op het evenredigheidsbeginsel; het concept bestemmingsplan heeft nadelige gevolgen voor de bewoners van de Wiepen en de Winterpeil. Wanneer het plan doorgezet zal worden zal de reclamant een verzoek om planschade indienen bij de gemeente Urk vanwege waardedaling van de huizen.
  • 4. Het appartementencomplex zal zorgen voor hinder; vanaf de 2e, 3e en 4e verdieping kijk je naar binnen bij de bewoners van de Wiepen en de Winterpeil.
  • 5. Er zijn in het bestemmingsplan Waterwijk genoeg andere mogelijkheden voor een appartementencomplex welke niet onevenredig nadelig zijn voor buurtbewoners.

Reactie:

  • 1. Het concept waar de reclamant op doelt is het nu vigerende, vastgestelde bestemmingsplan Waterwijk. Het huidige plan dat ter inzage ligt is echter een nieuw (ontwerp)bestemmingsplan Waterwijk. Er is hier dus geen sprake van een planaanpassing maar van een nieuw plan. Dat dit plan is vervaardigd zonder (voor)overleg met de reclamant klopt, dat het daarom in strijd is met het vertrouwensbeginsel of zorgvuldigheidsbeginsel klopt niet. Een bestemmingsplan wordt in dit geval namelijk, zorgvuldig voorbereid door middel van o.a. diverse onderzoeken en rekening houdende met de Algemene wet bestuursrecht, ontwikkeld door de gemeente waarbij bijv. omwonenden de gelegenheid krijgen te reageren door middel van het indienen van een zienswijze. Dit is een normale gang van zaken en is hier het geval. Bij een vertrouwensbeginsel gaat het om een officiële toezegging van bevoegde bestuursorganen; dit is hier niet het geval. De Raad van State heeft zelfs al een geoordeeld dat zelfs aan een ontwerpplan in dit geval geen rechten kunnen worden ontleend.
  • 2. Zie reactie hierboven. Ten opzichte van de planologische mogelijkheden zoals deze waren opgenomen in het nu vigerende plan Waterwijk is (de locatie van) het voorgestelde appartementencomplex ten voordele van de reclamant aangepast; de watergang is breder gemaakt en daarnaast bevindt er zich nog een ´bufferzone´ tussen watergang en appartementencomplex. De afstand tussen de woningen aan de Wiepen en de in het (ontwerp)bestemmingsplan Waterwijk opgenomen woonfunctie is groter dan in het huidige bestemmingsplan het geval is.
  • 3. Zoals reeds in voorgaande reacties is weergegeven is de Gemeente Urk de mening toegedaan dat de nadelige gevolgen binnen de perken blijven. De Raad van State heeft in diverse uitspraken zelfs bevestigd dat er geen recht op blijvend uitzicht bestaat. Men dient er rekening mee te houden dat, zeker in bebouwd gebied, ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. In het kader van het evenredigheidsbeginsel is de gemeente Urk van mening dat de reclamant niet onevenredig wordt getroffen in verhouding tot de in het bestemmingsplan te dienen doelen.

    Om reclamant toch nog verder tegemoet te komen zal de locatie van de gestapelde woningbouw worden gewijzigd; het appartementencomplex is verder van de woningen aan de Wiepen af geprojecteerd. Deze is nu op bijna 68 meter gelegen van de dichtstbijzijnde woning aan de Wiepen (zijnde nr. 35, de afstand tot nr. 29 bedraagt 74 meter) en mag maximaal 12 meter hoog zijn, terwijl in het nu vigerende plan op ruim 80 meter afstand bebouwing was toegestaan met een hoogte van 13 meter. Ook is de bestemming van de achter de woningen aan de Wiepen gelegen woningbouw gewijzigd van Wonen met de aanduiding ´gestapeld´ naar Wonen zonder eerdergenoemde aanduiding.
    Wat betreft laatstgenoemd punt wordt de nieuwe situatie ten opzichte van de huidige planologische mogelijkheden zelfs voordeliger; er worden dezelfde woningbouwmogelijkheden toegestaan in het nieuwe bestemmingsplan maar deze zijn op grotere afstand van de woningen aan de Wiepen geprojecteerd. Uiteraard staat het de bewoners vrij om een aanvraag voor planschadevergoeding in te dienen; zou er al sprake zijn van eventuele schade dan wordt deze gecompenseerd.
  • 4. Het argument dat de bouw van een appartementencomplex inkijk veroorzaakt gaat maar ten dele op; ook bij de mogelijke bouw van woningen was hier sprake van geweest. Dat de hinder voor de reclamant ten opzichte van het reeds vigerende bestemmingsplan Waterwijk licht toeneemt is evident, daarom zal naar aanleiding van deze zienswijze de locatie van de gestapelde woningbouw gewijzigd worden ten faveure van reclamant. De afstand tussen de woningen aan de Wiepen en de gestapelde woningbouw zal worden vergroot.
  • 5. Het is stedenbouwkundig en financieel niet haalbaar en gewenst om het appartementencomplex op een andere locatie te projecteren; om de reclamant toch tegemoet te komen zijn de complexen verplaatst naar de oostelijke zijde van de percelen.

Met de zienswijze wordt gedeeltelijk ingestemd (onderdelen 3 (wat betreft nadelige gevolgen) en 4 zijn gegrond). Op andere punten wordt niet met de zienswijze ingestemd; deze is ongegrond.

Zienswijze 3. Triade
Ingekomen 25 juli 2012; tijdig en ontvankelijk.

Samenvatting inhoud zienswijze:
Triade spreekt de verwachting uit dat toekomstige bewoners van de Waterwijk overlast van de Kinderboerderij De Stekplek zullen hebben. Er wordt door Triade verzocht om voldoende buffer in het bestemmingsplan te creëren om overlast te voorkomen. Het is Triade niet geheel duidelijk of met de kinderboerderij rekening is gehouden.

Reactie:
Uiteraard heeft de Gemeente Urk rekening gehouden tijdens de planontwikkeling met de aanwezigheid en nabijheid van de kinderboerderij. In het bedrijven- en milieuzoneringsonderzoek dat in het kader van het bestemmingsplan is uitgevoerd is gekeken naar mogelijke (nadelige) effecten van nabijgelegen bedrijven op het plan. Hieruit is met betrekking tot de kinderboerderij naar voren gekomen dat (voor zover aanwezige) effecten zodanig zijn dat deze het plan niet nadelig beïnvloeden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de geurcirkel van de kinderboerderij zich ruim buiten het ontwerpbestemmingsplan bevindt. Dit, tezamen met de aanwezigheid de windsingel als natuurlijke buffer, maakt dat, voor zover er al sprake van overlast kan zijn, deze naar onze mening miniem is. Om de windsingel te borgen heeft de Gemeente Urk de verbeelding (plankaart) gewijzigd; er is een extra groenzone (bestemming groen) opgenomen tussen de te realiseren woningen en de kinderboerderij. Wij delen uw verwachting m.b.t. eventuele overlast voor toekomstige bewoners dus niet.

Met de zienswijze wordt niet ingestemd. Zienswijze is ongegrond.

Zienswijze 4. Reclamant 4
Ingekomen 26 juli 2012; tijdig en ontvankelijk.

Samenvatting inhoud zienswijze:
Reclamant is van mening dat de Waterwijk niet mag worden ontwikkeld op een wijze zoals in het ontwerpbestemmingsplan is voorzien. Reclamant geeft aan dat gedurende het jaar 2003 door hem onderhandelingen zijn gevoerd met de Gemeente Urk waarin de uitkomst was dat reclamant de helft van zijn erf zou verkopen. Daar tegenover zou staan dat de te verkopen grond zou worden gebruikt voor de aanleg van een speeltuin. Dit had voor reclamant het voordeel dat bij het bestemmen van het in zijn eigendom blijvende deel van het erf rekening gehouden kon worden met de voortzetting van het huidige gebruik van de landbouwschuur, met de speeltuin als buffer. Voornoemde afspraken zijn volgens reclamant vastgelegd in een met de gemeente gesloten koopovereenkomst van januari 2004. De plankaart van het ontwerpbestemmingsplan wijst uit dat er geen rekening wordt gehouden met de met reclamant gemaakte afspraken; in plaats van de voorgespiegelde speeltuin is de locatie aan de noordkant van het erf bestemd voor woondoeleinden. Reclamant vreest dat het klachten zal gaan regenen vanuit de aan te leggen woonwijk zodra de bestemming van zijn erf wordt geconcretiseerd.

Verder maakt reclamant nog melding van het feit dat hij per brief van 7 februari 2012 heeft verzocht de helft van het reeds verkochte deel van de gronden terug te kunnen kopen. Er heeft wel een gesprek plaatsgevonden met een ambtenaar maar er is niet anders dan een ontvangstbevestiging van deze brief ontvangen.

Reactie:
Om reclamant tegemoet te komen zal een deel (circa 1478 m2) van de reeds verkochte gronden worden terugverkocht aan reclamant. Om vervolgens ook het door reclamant gewenste gebruik mogelijk te maken worden de aan reclamant terugverkochte gronden uit het bestemmingsplan Waterwijk gehaald en zullen deze zodoende (weer) deel uit gaan maken van het bestemmingsplan Buitengebied.
Vervolgens zal reclamant een aanvraag bij de gemeente moeten indienen om in afwijking van het bestemmingsplan Buitengebied het door hem gewenste gebruik m.b.t. de Urkerweg 60 mogelijk te maken.
De gemeente is voornemens om welwillend met voornoemde aanvraag om te gaan.

Met de zienswijze wordt ingestemd. Zienswijze is gegrond.

Zienswijze 5. Trentvast BV
Ingekomen 27 juli 2012; tijdig en ontvankelijk.

Samenvatting inhoud zienswijze:
Evenals de zienswijze van reclamant 4 (zie hierboven) maakt Trentvast BV (namens reclamant 4) duidelijk dat hoewel door de gemeente beloofd is dat ten noorden van de Urkerweg 60 een speelterrein ingericht zou worden, uit het ontwerpbestemmingsplan blijkt dat woningbouw is voorgenomen. Dit terwijl het bedrijfsgebouw op het onderhavige erf wordt gebruikt voor opslag, verkoop en verhandeling van akkerbouwproducten. Dit gebruik vindt plaats zoals met de Gemeente Urk is overeengekomen en is vastgelegd in het kader van de grondverkoop in januari 2004.

Verder blijkt dat de Urkerweg 60 niet is meegenomen in de bedrijven- en inrichtingennotitie. Naar aangenomen zullen de bedrijfsmatige activiteiten op dit adres niet zijn meegenomen in de afweging m.b.t. woningbouw. Projectie van woningbouw zo kort op onderhavig erf zal leiden tot geluids- en wellicht geur- en stofoverlast. Het lijkt Trentvast BV niet correct om onder de titel ´rustige woonwijk´ op deze locatie woningen te verkopen.

Bovendien ligt het bewuste bouwvlak binnen de geluidzonering waarbinnen een hogere grenswaarde moet worden aangevraagd. Het bedrijfsgebouw veroorzaakt een cumulerend effect wat tot extra overlast leidt.

Reclamant 4 heeft voorgesteld om een gedeelte van de verkochte grond terug te kopen en als buffer tussen de woningbouw en de Urkerweg 60 in te richten. Helaas heeft reclamant 4 tot aan heden geen inhoudelijke reactie mogen ontvangen.

Reactie:
Trentvast BV geeft aan dat de aanleg van een speeltuin aan de noordzijde van het perceel Urkerweg 60 is vastgelegd in de koopovereenkomst van januari 2004. Bij nadere lezing van voornoemde overeenkomst blijkt echter het begrip speeltuin of een aanverwant begrip niet voor te komen in de overeenkomst.

Er is bij de voorbereiding van het ontwerpbestemmingsplan rekening gehouden met de geldende bestemming van het perceel Urkerweg 60 (Woondoeleinden, W1) zoals deze in bestemmingsplan Buitengebied (2005) is opgenomen. Voornoemde bestemming staat geen gebruik of activiteiten toe welke kunnen leiden tot klachten voor bewoners van de toekomstige woonwijk. Het perceel Urkerweg 60 is niet zodanig bestemd dat opslag, verkoop en verhandeling van akkerbouwproducten binnen de geldende bestemming ´Woondoeleinden´ vallen. Het bestemmingsplan is hierin leidend en niet afspraken die in een privaatrechtelijke overeenkomst (lees: eerdergenoemde koopovereenkomst van januari 2004) zijn gemaakt.

Om bovengenoemde reden is de Urkerweg 60 niet meegenomen in de bedrijven- en inrichtingennotitie; volgens het bestemmingsplan Buitengebied (2005) heeft het perceel immers een woonbestemming.

Het bewuste bouwvlak bevindt zich inderdaad binnen de geluidszone van de Urkerweg, maar komt niet in aanmerking voor een aanvraag hogere grenswaarde (zie akoestisch onderzoek) omdat na maatregelen zoals een snelheidsverlaging en stil wegdek de geluidswaarden ruim binnen de perken blijven. Zoals in voorgaande alinea´s reeds is beschreven heeft het perceel Urkerweg 60 een woonbestemming welke niet zal moeten leiden tot extra (geluids)overlast. De opmerking over het terug kopen van de verkochte grond is ter kennisgeving aangenomen en maakt geen deel uit van (de procedure m.b.t.) ontwerpbestemmingsplan Waterwijk.

Wij zien dan ook geen redenen om het ontwerpbestemmingsplan aan te passen naar aanleiding van de ingediende zienswijze.

Met de zienswijze wordt niet ingestemd. Zienswijze is ongegrond.

Erratum:
Naar aanleiding van de vergadering van Commissie I d.d. 11 september 2012 zijn enige wijzigingen doorgevoerd in de reactienota zienswijzen. Deze worden hieronder weergegeven.

Toevoeging aan reactie op punt 3 van zienswijze 1:

  • Het direct ten oosten van de Winterpeil geprojecteerde complex is verder naar het oosten verplaatst en zal zich op 80 meter afstand van de woningen aan de Winterpeil gaan bevinden, met daartussenin woningen.

De reactie op zienswijze 4 is geschrapt en vervangen door onderstaande reactie:

  • Om reclamant tegemoet te komen zal een deel (circa 1478 m2) van de reeds verkochte gronden worden terugverkocht aan reclamant. Om vervolgens ook het door reclamant gewenste gebruik mogelijk te maken worden de aan reclamant terugverkochte gronden uit het bestemmingsplan Waterwijk gehaald en zullen deze zodoende (weer) deel uit gaan maken van het bestemmingsplan Buitengebied.
    Vervolgens zal reclamant een aanvraag bij de gemeente moeten indienen om in afwijking van het bestemmingsplan Buitengebied het door hem gewenste gebruik m.b.t. de Urkerweg 60 mogelijk te maken.
    De gemeente is voornemens om welwillend met voornoemde aanvraag om te gaan.

9.2 Ambtshalve wijzigingen bestemmingsplan Waterwijk
  • Artikel 4 Maatschappelijk: aanpassing bouwregels (art. 4.2 lid 1 sub c) m.b.t. de bouwhoogte; maximale hoogte wordt 14 meter i.p.v. 12 vanwege dakopbouwen welke deel uitmaken van de gevel.
  • Een ondergeschikte aanpassing van een bouwvlak op de verbeelding met de bestemming maatschappelijk aan de Kotter.
  • de toevoeging van de volgende tekst aan paragraaf 4.1.1 van de toelichting om extra aandacht te geven aan het Rugstreeppaddenmanagementplan:
    ´Als gevolg van de toename van het verharde oppervlak in de nieuwe Waterwijk voorziet het ontwerp bestemmingsplan in voldoende compensatie van waterberging in het plangebied zelf. Dit leidt tot meer open water in vergelijking tot het huidige bestaande watersysteem waarbij "slechts" perceelsloten aanwezig zijn. De watertoets is in nauwe samenwerking met het waterschap Zuiderzeeland doorlopen hetgeen geleid heeft tot een ontwerp watersysteem waarbij de meerwaarde voor de natuur één van de uitgangspunten is geweest. Conform het advies van het Zuiderzeeland worden de oevers van de watergangen en vijverpartijen voor het merendeel "natuurvriendelijk" uitgevoerd met plasbermen en taluds van 1:4. Dat zijn randvoorwaarden voor het ontstaan van nieuw leefgebied voor de Flora en Fauna; hiermee wordt tevens voldaan aan de afspraken uit het Rugstreeppaddenmanagementplan´.