direct naar inhoud van 7.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
Plan: Waterwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0184.BP2010Waterwijk-0004

7.1 Vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

Van de overlegpartners is een reactie ontvangen van de Provincie Flevoland en het Waterschap Zuiderzeeland.

7.1.1 Provincie Flevoland

Reactie provincie Flevoland

  • 1. De provincie Flevoland benadrukt dat uit oogpunt van een goede bereikbaarheid belangrijk is dat de bushalte op de plaats van de toegangsweg naar het plangebied gehandhaafd blijft.
  • 2. Er is een fout in het akoestisch onderzoek opgetreden; door deze fout valt de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde 9 dB hoger uit.
  • 3. In hoeverre is het Rugstreeppadmanagenmentplan van toepassing voor dit plangebied en hoe komt dit tot uiting?
  • 4. Uit de archeologische beleidskaart volgt dat het gebied is vrijgegeven. Dit moet echter gebeurd zijn op basis van inhoudelijke overwegingen. Indien hier een onderzoek aan ten grondslag ligt, wordt verzocht dit aan het bestemmingsplan toe te voegen. Tenslotte wordt gevraagd nog aandacht te besteden aan mogelijke cultuurhistorische waarden in het plangebied.

Antwoord gemeente Urk

  • 1. De gemeente Urk is zich bewust van de huidige locatie van de bushalte ter plaatse van de Urkerweg aan de zuidelijke rand van het plangebied. In het kader van de aanbesteding van de concessie IJsselmond heeft de gemeente in 2011 haar visie op de toekomst van openbare busvervoer op Urk gegeven. In hoofdzaak gaat deze visie uit van een nader te realiseren centrale bushalte. De verschillende lijndiensten rijden rechtreeks van en naar deze halte. Het (stads) vervoer vindt daarbij plaats met pendelbussen. Tot die tijd blijft het openbare busvervoer echter zo veel als mogelijk gebruik maken van de huidige routes waar de halte aan de Urkerweg deel van uit maakt. De komende tijd wordt onderzocht of en hoe deze bushalte het openbare vervoer van en naar de Waterwijk kan bedienen. Voorop staat het faciliteren van een veilige oversteek voor het langzame verkeer van en naar de bewuste bushalte.
  • 2. De fout is gecorrigeerd; het bleek dat was gerekend met dag- en nachtgemiddelden van de verkeersintensiteiten van de Urkerweg (N351), terwijl met uurgemiddelden gerekend diende te worden. Zowel akoestisch onderzoek, tekst van de toelichting als de aanvraag hogere grenswaarde geluid zijn hierop aangepast. Resultaat is dat uiteindelijk voor minder woningen een hogere grenswaarde geluid hoeft te worden aangevraagd; er blijkt veel minder geluidsbelasting op de toekomstige gevels te komen dan in de eerdere berekeningen was gesuggereerd.
  • 3. In reactie op deze vraag is de toelichting aangevuld. Aan de hand van het Rugstreeppadmanagementplan wordt tot verdere actie(s) overgegaan.
  • 4. Het archeologische onderzoek op basis waarvan het gebied is vrijgegeven is bijgevoegd. Op pagina 8 van dit onderzoek valt te lezen: ´In de boringen die in de oeverwallen van de Uniogeul gezet zijn tijdens het onderzoek op kavel C1659 vertonen geen sporen van een laklaag. De boringen tonen aan dat de oeverwallen op deze locatie minimaal ontwikkeld zijn, waarschijnlijk onder invloed van een meer actieve rivier. Uit de boorresultaten mag geconcludeerd worden dat de landschappelijke omstandigheden op de oeverwal hier beduidend minder gunstig waren voor bewoning dan ca. 200 meter naar het zuidwesten, hetgeen niet opmerkelijk is in een dynamisch rivierenlandschap. Het pleistocene dekzand op deze kavel bevindt zich op een diepte van meer dan 6 meter beneden maaiveld. Op basis van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat nader archeologisch onderzoek of beheersmaatregelen op deze locatie niet noodzakelijk zijn.´
    Daarnaast is in de toelichting nu ingegaan op de cultuurhistorische waarden.
7.1.2 Waterschap Zuiderzeeland

Reactie Waterschap Zuiderzeeland (d.d. 22 mei 2012, kenmerk PWB/153134):

  • 1. Er hebben voor het opstellen van het voorontwerp diverse gezamenlijke overleggen plaatsgevonden. Het Waterschap is verheugd dat een aantal aandachtspunten zijn verwerkt in de waterparagraaf. Zij vermelden dat in algemene zin een passend watersysteem is ontworpen voor de lastige lokale situatie voor water bodem
  • 2. In het plan worden enkele peilwijzingen voorgesteld. Het Waterschap geeft aan dat daarvoor een peilbesluit noodzakelijk. Het betreft een verhoging van het formele peil van NAP-6,20 m waarbij vanuit is gegaan dat dit in de praktijk hoger is door de hoge ligging van de bodem van de sloten. Het betreft tevens het instellen van een peil van NAP-4.90 m. in de noordelijke watergang.
  • 3. Het beoogde peil in de noordelijke watergang is NAP-4.90 m en niet NAP-5.70 m.
  • 4. Het Waterschap vindt de plaatsing van een extra stuw voor de afvoer naar de Urkervaart niet wenselijk.
  • 5. Onder de paragraaf “Oppervlaktewater” klopt de berekening voor het vereiste wateroppervlak ten opzichte van het verhard oppervlak niet. 5,2% van 8,4 ha is niet gelijk aan 0,99 ha. Het Waterschap vraagt de juiste oppervlakten aan te geven.
  • 6. Om het “weglekken” van water uit de noordelijke watergang te beperken adviseert het Waterschap een kleibekleding toe te passen i.p.v. een folie.
  • 7. Het Waterschap verzoekt, ten behoeve van de ecologie, om in het brede gedeelte van de westelijke watergang een diepte van 1,50 m te realiseren.
  • 8. Het Waterschap vraagt aandacht voor het realiseren van drijvende woningen in de zuidelijke vijverpartij. Voor drijvende woningen is een waterdiepte van 1,80 m minimaal noodzakelijk. Het Waterschap verzoekt rekening te houden met extra maatregelen om opbarsten van de onderwaterbodem te voorkomen.

Antwoord gemeente Urk

  • 1. Ook de gemeente Urk is verheugd dat in samenwerking met het Waterschap Zuiderzeeland een voor de Waterwijk passend watersysteem is ontworpen.
  • 2. De gemeente Urk realiseert zich dat ten behoeve van de beoogde peilverhogingen een peilbesluit noodzakelijk is. Medio 2012 dient de gemeente Urk daartoe een verzoek in.
  • 3. Het beoogde streefpeil in de noordelijke watergang is inderdaad NAP-4.90 m in plaats van NAP-5.70 m. De tekst van de waterparagraaf is aangepast.
  • 4. Conform het advies van het Waterschap wordt afgezien van het plaatsen van een extra stuw ter plaatse van de Urkervaart. De betreffende tekst is uit de waterparagraaf verwijderd. Echter blijft de kans op opbarsten van de waterbodem hier een nader uit te werken aandachtspunt. Een en ander zou ertoe kunnen leiden dat de gewenste waterdiepte in de zuidelijke waterplas uit oogpunt van waterkwaliteit in relatie tot de gewenste waterwoningen niet (overal) kan worden gerealiseerd. Een stuw beperkt ook het binnenstromen van de hoeveelheid kwalitatief minder goed water uit de Urkervaart in de woonwijk.
  • 5. De wateroppervlakten staan correct in de waterparagraaf vermeld. Ter verduidelijking wordt echter toegevoegd: (8,5% van het peilgebied van 22,6 ha) en (5,2% van het peilgebied van 18,9 ha).
  • 6. Aan de tekst van de waterparagraaf wordt het volgende toegevoegd: “Vanuit oogpunt van duurzaamheid en onderhoud heeft een kleibekleding de voorkeur”.
  • 7. In verband met risico van het opbarsten van de onderwaterbodem beziet de gemeente Urk samen met het Waterschap waar ter plaatse van het brede gedeelte van de watergang tussen de Polderwijk en de Waterwijk een waterdiepte van 1,50 m gerealiseerd kan worden.
  • 8. Het bestemmingsplan beperkt zich ter plaatse niet tot de realisering van drijvende woningen. In het plan voorziet in de bestemming waterwoningen. Ter plaatse kunnen woningen in, aan of op het water gerealiseerd worden. Indien drijvende woningen worden overwogen zal in overleg met het Waterschap het waterprofiel- en -diepte nader worden bepaald.