Plan: | Waterwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0184.BP2010Waterwijk-0004 |
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) van kracht geworden. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen en vervangt de AmvB Ruimte.
Onderwerpen waarvoor het rijk ruimte vraagt zijn de mainportontwikkeling van Rotterdam, bescherming van de waterveiligheid in het kustfundament en in en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen en de uitoefening van defensietaken.
In de loop van 2012 zal het besluit worden aangevuld met de ruimtevraag voor de onderwerpen veiligheid op rijksvaarwegen, toekomstige uitbreiding van infrastructuur, de elektriciteitsvoorziening, de ecologische hoofdstructuur (EHS), de veiligheid van primaire waterkeringen, reserveringsgebieden voor hoogwater langs de Maas en maximering van de verstedelijkingsruimte in het IJsselmeer. Ook zal het onderwerp duurzame verstedelijking in regelgeving worden opgenomen.
De kaders van het nieuwe rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. In de SVIR zijn 13 nationale belangen gedefinieerd, waaronder het versterken van de mainportfuncties en het verbeteren van de rijksinfrastructuur, het behoud van erfgoederen van uitzonderlijke universele waarde en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora en fauna.
Op 2 november 2006 is het Omgevingsplan Flevoland 2006 vastgesteld. Het Omgevingsplan bevat het integrale omgevingsbeleid van de provincie voor de periode van 2006 tot 2015, met een doorkijk naar 2030.
Het Omgevingsplan valt onder het overgangsrecht van de Wro. Dit wil zeggen dat het Omgevingsplan sinds 1 juli 2008 automatisch de status van structuurvisie heeft gekregen.
Het plangebied valt binnen het in het Omgevingsplan aangegeven stedelijk gebied voor 2015. Het provinciaal verstedelijkingsbeleid is gericht op de ontwikkeling van vitale steden en dorpen. Daarbij zijn behoud en versterking van de fysieke omgeving via efficiënt ruimtegebruik, kwaliteitsverbetering en herstructurering en versterking van het draagvlak voor voorzieningen belangrijke doelstellingen. Deze doelstellingen worden gediend door de stedelijke ontwikkeling van de kernen te bundelen waarmee nieuwe bebouwing wordt geconcentreerd in of aansluitend aan het bestaande bebouwde gebied. Dit ondersteunt tevens de optimale benutting van infrastructuur en centrumvorming rondom belangrijke vervoersknooppunten. Het stedelijk gebied omvat zowel (bestaand en toekomstig) bebouwd als onbebouwd gebied en biedt ruimte aan woongebieden, werklocaties, infrastructuur, (recreatieve) voorzieningen, water, groengebieden en ecologische verbindingen.
Bij het verstedelijkingsbeleid Flevoland speelt het provinciale bundelingsbeleid een belangrijke rol. Dit beleid is gebaseerd op een aantal principes:
Het voorliggend bestemmingsplan past binnen deze principes en is dus in overeenstemming met het provinciaal beleid.
De Structuurvisie Urk 2025+, vastgesteld in juni 2003, geeft de beoogde ontwikkelingsrichting voor de komende vijfentwintig jaar weer. De plus in de titel geeft aan dat bij het bepalen van de ontwikkelingsrichting tevens gekeken is naar de periode na 2025.
Afbeelding – Structuurbeeld 2025
In de structuurvisie Urk 2025+ is Waterwijk als een van de uitbreidingslocaties aangewezen (wonen in de polder).
Op dit moment wordt door de gemeente een nieuwe structuurvisie voorbereid. In de nieuwe structuurvisie zal worden uitgegaan van de realisatie van Waterwijk.
In oktober 2008 heeft de gemeente Urk in samenwerking met de Christelijke Woningstichting Patrimonium het woonbeleid vastgelegd in de Woonvisie 2008+. De woonvisie omschrijft het beleid met betrekking tot het woningbouwprogramma, zowel kwantitatief als kwalitatief.
Dit jaar wordt het huidige woonbeleid geactualiseerd. Voordat de Woonvisie daadwerkelijk opgesteld kan worden, zal er eerst het nodige geïnventariseerd moeten zijn. Op basis van goed onderbouwde bevolkingsprognoses en woningmarktanalyses moet bijvoorbeeld geïnventariseerd worden welke groeisnelheid realistisch is en gehanteerd kan worden bij woningbouwontwikkeling. Bovengenoemde woningmarktanalyse geeft daarnaast inzicht in het kader van het 'vraag en aanbod' vraagstuk gebaseerd op woningbouwtypologieën. Per 'doelgroep' kan onderscheid gemaakt worden in hoe we willen wonen en welke woningbouwtypologie(ën) daarbij passen (hoe we kunnen wonen). Het Woonbeleid vormt samen met het Welzijn- en Zorgbeleid het integrale WWZ-beleid. Belangrijk zijn de specifieke woningbouwtypologieën zoals bijvoorbeeld de woon-zorg eenheden.
Het woningbouwprogramma zoals deze verwerkt is binnen het stedenbouwkundige plan en grondexploitatie is gebaseerd op de hoofduitgangspunten zoals deze zijn weergegeven in de Woonvisie 2008+ aangevuld met de huidige inzichten.
Sector, prijsklasse | Aandeel in nieuwbouwprogramma |
Huur, eengezins | 5% |
Huur, nultreden (zelfstandig wonen) | 15-20% |
Huur, verzorgd wonen (woonzorgcentrum) | 5% |
Subtotaal huur | 25-30% |
Koop, eengezins tot € 160.000 | 10-15% |
Koop, eengezins € 160.000 tot € 200.000 | 10-15% |
koop, eengezins € 200.000 tot € 300.000 | 25-35% |
Koop, eengezins > € 300.000 | 10-15% |
Koop, appartementen | 10-15% |
Subtotaal koop | 70-75% |
Tabel - Nieuwbouwprogramma Woonvisie 2008
In de Woningwet is vastgelegd voor welke bouwwerkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is bepaald welke bouwwerken vergunningsvrij zijn en voor welke bouwwerken een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden. In de welstandsnota zijn de beleidsregels vastgelegd met daarin de welstandscriteria en welstandskaders die kunnen worden toegepast bij de welstands-beoordeling van vergunningsplichtige bouwwerken.
De welstandscriteria voor Urk zijn vastgelegd in de Welstandsnota 2004 (vastgesteld door de gemeenteraad op 24 juni 2004). De welstandsnota van Urk is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid het belang van een aantrekkelijk gebouwde omgeving dient te behartigen. In de welstandsnota van Urk staan algemene welstandscriteria, gebiedsgerichte welstandscriteria die gelden voor de bestaande woonwijken en sneltoetscriteria die onder andere gelden voor aan- en uitbouwen.
Voor Waterwijk zijn geen specifieke welstandscriteria opgesteld. Voor de nieuwe woonwijk wordt gelijktijdig met het bestemmingsplan een beeldkwaliteitplan opgesteld (zie paragraaf 3.4).
Het doel van het beeldkwaliteitplan is om deel uit te gaan maken van de welstandsnota, zodat bij het verlenen van de omgevingsvergunning om te mogen bouwen er aan getoetst kan worden.
Archeologie
Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze wet behelst de implementatie in de Nederlandse wetgeving van het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (ook wel het Verdrag van Malta genoemd).
De Wamz verplicht gemeenten om bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen gronden, rekening te houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarde. Vanwege deze verplichting en aangezien de gemeente het van groot belang acht om de nog aanwezige archeologische en cultuurhistorische waarden mee te laten wegen bij de ruimtelijke planvorming is een "Archeologische Basiskaart Urk" opgesteld. Op de basiskaart worden de archeologische waarden aangegeven in een zeer hoge, hoge, middelhoge of lage verwachtingswaarde. Het grootste deel van het plangebied heeft een lage verwachtingswaarde. Alleen het zuidelijk deel heeft een hoge verwachtingswaarde.
Afbeelding - Uitsnede Archeologische Basiskaart Urk
Recentelijk is in dit kader onderzoek verricht naar deze hoge verwachtingen. Uit dit onderzoek is gebleken dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn. In het bestemmingsplan is daarom voor het hele plangebied van Waterwijk geen onderzoeksverplichting opgenomen.
Cultuurhistorie
Tot aan de inpoldering van de Noordoostpolder in 1939 maakte het plangebied deel uit van de Zuiderzee. Na de inpoldering is het land ontgonnen en vanaf die tijd in gebruik geweest als landbouwgrond, tot 2006. In dat jaar is het plangebied met een zandpakket opgehoogd, vooruitlopend op de ontwikkeling van Waterwijk.
In het westelijk gelegen uitbreidingsgebied Urkerhard is een winkelcentrum gerealiseerd, waarvan alle omringende woonbuurten gebruik maken. Ook Waterwijk zal voor de distributieve voorzieningen gebruik maken van dit winkelcentrum.
In het kader van de verdeling van kerkgebouwen over de verschillende in Urk voorkomende kerkgenootschappen is in het plangebied in principe geen ruimte voor de bouw van een kerk. In de directe nabijheid van de nieuwe woonwijk zijn al diverse kerken aanwezig.
In overleg met de schoolbesturen is door de gemeente een globaal scholenplan ontwikkeld. Dit plan voorziet in het realiseren van een nieuwe basisschool in Waterwijk.
Op bijzondere plaatsen in het plangebied, met name in het gebied dat aansluit bij de reeds in ontwikkeling zijnde “middenzone” (Winkelcentrum Urkerhard en de kop van Polderwijk), wordt rekening gehouden met ruimte voor (maatschappelijke) zorgvoorzieningen.
De op te nemen school kan gelet op het spreidingsbeleid voor de scholen beter in het midden van het plangebied worden gesitueerd.