direct naar inhoud van Artikel 14 Recreatie - Zwembad
Plan: Wonen Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.wonen201200001-va01

Artikel 14 Recreatie - Zwembad

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Zwembad' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een zwembad met de bijbehorende bebouwing;
  • b. parkeer- en ontsluitingsvoorzieningen;
  • c. openbare nutsvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen.
14.2 Bouwregels

Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 14.1 omschreven bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan 115% van de goot- en bouwhoogte van het bestaande hoofdgebouw op het bouwperceel;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 70% van het bouwperceel, dan wel ten hoogste het bestaande percentage indien dat meer bedraagt.
  • d. de hoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen;
  • e. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen:
    • 1. lichtmasten 8 m;
    • 2. speeltoestellen 6 m;
    • 3. badmeesterspost/ uitkijktoren 4,5 m;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 5 m.
  • f. er zijn uitsluitend vergunningsvrije erf- en perceelafscheidingen toegestaan overeenkomstig artikel 2 van bijlage 2 van het Besluit omgevingsrecht (zoals dat geldt op het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan), met dien verstande dat bestaande erf- en perceelafscheidingen eveneens zijn toegestaan;
14.2.1 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.

14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 sub c voor het verhogen van het percentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering en eventuele woonfunctie ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en stallingsruimte.

14.3.2 Goot- en bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2 onder b. voor het verhogen van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 15%.

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

14.4.1 Verbod

Behoudens het bepaalde in sublid 14.4.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist volgens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden;
  • c. aanleggen en dempen van water;
  • d. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het vellen en rooien van houtopstanden

14.4.2 Uitzonderingen

Het in sublid 14.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden die worden uitgevoerd ter ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 14.4.1 , bij b en c, voor zover het betreft het aanleggen van poelen.

14.4.3 Toelaatbaarheid

Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 14.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in dit artikel bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.