direct naar inhoud van Artikel 4 Detailhandel
Plan: Werken, Ommen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.werken201200001-va01

Artikel 4 Detailhandel

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1

De voor Detailhandel aangewezen gronden bestemd voor:

  • a. Detailhandel, met dien verstande dat uitsluitend een supermarkt met slijterij is toegestaan overeenkomstig de bestaande situatie ter plaatse;
  • b. verkeer en verblijfsvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. openbare nutsvoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. speelvoorzieningen;
  • g. water;
  • h. tuinen en erven;
  • i. de bescherming van de beeldbepalende waarden van de boom ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom';

met bijbehorende bouwwerken en (on)bebouwde gronden.

4.1.2

Detailhandel mag uitsluitend op de begane grond plaatsvinden.

4.2 Bouwregels
4.2.1

Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in artikel 4.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen de rooilijn niet overschrijden;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan 115% van de goot- en bouwhoogte van het bestaande hoofdgebouw op het bouwperceel;
  • c. het bebouwingspercentage bedraagt niet meer dan 70% van het bouwperceel, dan wel ten hoogste het bestaande percentage indien dat meer bedraagt.
4.2.2

In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 4.2.1 bedraagt de afstand van gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens minimaal 2,5 meter, dan wel tenminste de afstand van het bestaande gebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens indien deze minder bedraagt.

4.2.3

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en lichtmasten bedraagt maximaal 8 m;
  • b. de bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 3 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) een naar de weggekeerde gevel van het hoofdgebouw maximaal 1 bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 12 m.
4.2.4

In afwijking van het bepaalde in de artikelen 4.2.1 tot en met 4.2.3 mogen ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' geen bouwwerken worden gebouwd;

4.2.5 Nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:

  • a. de inhoud bedraagt per gebouw niet meer dan 30 m3;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van andere detailhandel dan genoemd in 4.1.1;
  • b. opslag buiten gebouwen en overkappingen voor de rooilijn.
4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. parkeervoorzieningen;

bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • e. lid 4.2.1. sub c voor het verhogen van het bebouwingspercentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering en eventuele woonfunctie ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en stallingsruimte;
  • f. lid 4.2.2 met dien verstande dat de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 m dient te bedragen.
4.4.2

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.4, mits het bouwen niet leidt tot onevenredige aantasting van de beeldbepalende waarden van de monumentale boom.