Plan: | Buitengebied, herziening Ommen-Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.buiten2012bp0016-va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'Buitengebied, herziening Ommen-Zuid' met identificatienummer NL.IMRO.0175.buiten2012bp0016-va01 van de gemeente Ommen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
vrije beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten horend bij de woonfunctie die ten hoogste vallen binnen de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in Bijlage 1 waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van artikel 1.1, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw én dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een aanbouw, bijgebouw of recreatiewoning dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin (een gedeelte van) een huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren. Sierteelt, houtteelt, glastuinbouw en intensieve veehouderij worden daaronder niet begrepen.
een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur en/of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het verstrekken van logies met ontbijt binnen de bestaande (bedrijfs)woning al dan niet met deelruimte in een omvang die ondergeschikt is aan de woonfunctie.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of nabij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, ten dienste van staat.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
bouwwerken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
het op het tijdstip van het inwerking treden van het plan aanwezige gebruik.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een, al dan niet vrijstaand, gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en niet gebruikt mag worden voor bewoning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een mobiel kampeermiddel dat kan worden aangemerkt als aanhangwagen in de zin van de Regeling Voertuigen.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen, sport en spel, natuurobservatie, natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen en waaronder tevens begrepen manege- en groepsaccommodatieactiviteiten.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw of bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een logeeradres waar huisdieren tijdelijk kunnen worden ondergebracht.
de bouwlaag op de begane grond.
een al of niet omheind stuk grond, in ruimtelijk opzicht direct behorend bij, in functioneel opzicht ten dienste van en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning (of ander gebouw) dat in beginsel behoort tot de kavel waarop de woning is geplaatst, zoals blijkt uit de kadastrale gegevens.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven.
de teelt van gewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen.
een gebouw bedoeld voor recreatief nachtverblijf van groepen.
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van erotisch getinte vermaaksfunctie.
een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
de teelt van bomen ten behoeve van de houtproductie.
een agrarisch bedrijf of een deel daarvan met tenminste 250 m² bedrijfsvloeroppervlak dat wordt gebruikt voor veehouderij volgens de Wet milieubeheer en waar geen melkrundvee, schapen, paarden of dieren 'biologisch' worden gehouden en waar geen dieren worden gehouden uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve natuurbeheer; in deze definitie wordt onder melkrundvee verstaan:
een voorziening met een dak en ombouw, al dan niet op palen, die gebruikt wordt voor de jacht.
kleine verblijven op palen die met een trap/ladder bereikbaar zijn en gebruikt worden voor de jacht.
één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, op daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
als karakteristiek wordt beschouwd, een hoofdgebouw:
voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie alsmede ten behoeve van outdoor-activiteiten en vergelijkbare activiteiten in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken.
theeschenkerij of proeverij van streekeigen producten dan wel producten afkomstig van het eigen bedrijf, géén café, restaurant of ander horecabedrijf zijnde.
een kampeerterrein bij een (voormalig) agrarisch bedrijf gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober.
de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes, poelen en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers tot een oppervlak van 0,5 ha.
objecten zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b en l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik.
(overheids)voorzieningen op het gebied van openbaar bestuur en overheidsdiensten, levensbeschouwelijke organisaties, onderwijs, gezondheidszorg, veterinaire diensten en welzijnszorg, uitvaartverzorging, crematoria, mortuaria, begraafplaatsen, cultuur, religie, sport, openbare orde, veiligheid en daarmee gelijk te stellen sectoren.
een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca (kantine, foyer, en dergelijke) en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie n de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
objecten/functies die, gelet op hun aard en omvang, hinder ondervinden van inrichtingen, (spoor)wegen en bedrijven(bedrijfsactiviteiten), voor wat betreft aspecten als geluid, luchtkwaliteit, geur, stof, veiligheid en trillingen. De volgende objecten/functies zijn als milieugevoelig aan te merken:
bosbouw met een multifunctioneel karakter, gericht op natuur, productie en recreatie, vallend onder de Boswet.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna.
onderdelen van een bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de neventakken/nevenfuncties afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie;
horeca van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvom, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft. Voor ondersteunende horeca geldt dat het horeca betreft ter ondersteuning van een andere hoofdfunctie / andere activiteit van het bedrijf. Het verstrekken van horeca aan derden is niet toegestaan, waarbij onder derden wordt verstaan: mensen / groepen die niet specifiek voor de hoofdfunctie van het bedrijf komen, zoals passanten. Het organiseren van feesten en partijen en dergelijke is tevens niet toegestaan;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard.
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan.
een onverhard, niet overdekt, en omheind terrein al dan niet voorzien van lichtmasten met een andere ondergrond dan gras, ingericht voor het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport, met dien verstande dat een tredmolen hieronder niet is begrepen.
een bedrijfswoning behorend tot of voorheen behorend tot een landbouwinrichting, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) inclusief aan-huis-gebonden beroep.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
extensieve, verspreide dagrecreatie.
het exploiteren van recreatieve verblijven/appartementen binnen de bestaande bedrijfsgebouwen.
een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, dat bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken.
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een plan dat beschrijft op welke wijze het erf landschappelijk gezien is ingepast in zijn omgeving, hoe de sterke gebiedskenmerken worden doorvertaald in de inrichting van het erf en hoe de nieuwe ontwikkeling op het erf en waar nodig compenserende maatregelen elders, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.
het resultaat van menselijk handelen en natuurlijke processen dat de ruimte geschikt maakt en houdt voor wat voor mens, plant en dier belangrijk is.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
standplaats waar gedurende meerdere aaneengesloten maanden hetzelfde kampeermiddel, niet zijnde een stacaravan, is/wordt geplaatst.
de teelt van siergewassen al dan niet met behulp van kassen en al dan niet gecombineerd met de handel in boomkwekerijgewassen en vaste planten;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze regels onderdeel van de regels uitmaakt.
een kampeermiddel dat voldoet aan de volgende kenmerken:
opslag van goederen en producten die geen regelmatige verplaatsing behoeven, zonder dat deze ter plaatse bewerkt, verwerkt, gerepareerd of verhandeld worden; uitgezonderd de opslag van gevaarlijke stoffen.
een recreatieve verblijfplaats met vaste wanden en een dak van tentzeil dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een standplaats die bedoeld is voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.
een houten blokhut dat dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/ in de regio zijn verwerkt of bewerkt.
een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of paden behorende bermen en zijkanten en bermsloten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig gebruikte parkeerterreinen.
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
de perceelsscheiding van een bouwperceel, niet gelegen aan de voor- of achterzijde van het perceel.
de opvang van volwassenen, gehandicapten, gedetineerden, moeilijk opvoedbare jeugd of zorgbehoeftige ouderen, hetzij als niet-agrarische neventak, hetzij als vervolgfunctie op een agrarisch bouwperceel, waarbij het meewerken in het agrarisch bedrijf of bij het kleinschalig houden van dieren een wezenlijk onderdeel is van resocialisatie of therapie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
In geval van recreatiewoningen wordt de inhoud van een kelder onder de recreatiewoning wel meegeteld bij de inhoud van de recreatiewoning.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
2.1.5 De afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Daar waar twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken door middel van aanduiding ‘relatie’ met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak respectievelijk één bouwvlak.
De voor 'Agrarisch - Bos- en landgoederenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Bos- en landgoederenlandschap' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 3.2.1 geldt het volgende:
max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |||
omheining van een paardenbak | 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2 teneinde het mogelijk maken van foliebassins en mestzakken op een grotere afstand dan 50 m van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.2.2:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Bos- en landgoederenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Natuur'. Het wijzigen mag uitsluitend geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Bos- en landgoederenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het toestaan van kleinschalige waterberging, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | O | ||||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | ||||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O | ||||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||||
aanleg kavelpaden | O | ||||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O | ||||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
Het in 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.6.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 4.2.1 gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 5,5 m | 12 m | ||
voedersilo's | 15 m | ||||
mestsilo's | 6 m | 10 m | |||
omheining van een paardenbak | 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m | ||||
sleufsilo's | 2 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d en toestaan dat er een tweede agrarische bedrijfswoning wordt opgericht ten dienste van een volwaardig agrarisch bedrijf, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d ten behoeve van het vergroten van de inhoudsmaat van bedrijfswoningen, teneinde het mogelijk te maken dat de inhoud van de woning inpandig wordt vergroot tot 1.000 m³, zulks ten behoeve van de huisvesting van een tweede arbeidskracht, of een rustende boer met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder b teneinde het mogelijk maken van foliebassins en mestzakken op een grotere afstand dan 50 m van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.2 onder d:
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 | ||
veearts/hoefsmederij | - | 200 | ||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 | ||
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 | ||
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | - | 500 | |||||||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | - | 500 | |||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | A | - | 200 | |||||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | - | 200 | |||||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | R | 1.200 | 200 | |||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | 500 | 200 | |||||||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | - | 100 | |||||||
recreatief nachtverblijf | A | - | 300 | |||||||
groepsaccommodatie | A | - | 200 | |||||||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | - | 200 | |||||||
tentoonstellingsruimte/museum | A | 500 | 200 | |||||||
dierenpension; hondenfokkerij | A | 500 | 200 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen binnen agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van het vergroten van agrarische bouwvlakken het plan te wijzigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de verschuiving van agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één compensatiewoning binnen bouwvlakken van agrarische bedrijven met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Natuur'. Het wijzigen mag uitsluitend geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' met bouwvlak te wijzigen in 'Natuur', met inachtneming van het volgende :
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | N | |||||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||
paardenstalling /paardenpension | W | |||||
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf | W | |||||
overige dienstverlening | ||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | |||||
dierenpension; hondenfokkerij | W |
Tabel : Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Essen- en kampenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het toestaan van kleinschalige waterberging, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | R | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | R | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
Het in 4.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.7.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Agrarisch - Rivierenlandschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende voorzieningen:
Op de voor 'Agrarisch - Rivierenlandschap' aangewezen gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd;
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 5.2.1 gelden de volgende regels:
max. aantal per bouwvlak | max. inhoud | max. oppervlak | max. goothoogte | max. bouwhoogte | |
bedrijfswoningen( inclusief aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bedrijfswoningen' | 750 m³ | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m² | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | volledig bouwvlak | 5,5 m | 12 m | ||
voedersilo's | 15 m | ||||
mestsilo's | 6 m | 10 m | |||
omheining van een paardenbak | 2 m | ||||
erf- en terreinafscheidingen - voor de voorgevelrooilijn - overige plaatsen * |
1 m 2 m |
||||
lichtmasten | 6 m | ||||
veldschuren | bestaand** | bestaand** | bestaand** | ||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m | ||||
sleufsilo's | 2 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
** Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder a, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder b teneinde het mogelijk maken van foliebassins en mestzakken op een grotere afstand dan 50 m van het bouwvlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder d:
aard van de nevenfunctie | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | ||
verkoop aan huis van streekeigen agrarische producten | - | 200 | ||
veearts/hoefsmederij | - | 200 | ||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 | ||
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 | ||
natuur- en milieueducatie, bezoekboerderijen, rondleidingen | - | 100 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties bij recht
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenfunctie |
Passend / toelaatbaar A = Toelaatbaar na afwijking N = Niet toelaatbaar R = Bij recht toegestaan |
maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenfunctie | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||||||
agrarische handels- en exportbedrijven (transport en opslagbedrijven, koelhuizen) | A | - | 500 | |||||||
opslag en stalling van agrarische producten (meer dan reguliere opslag van eigen bedrijfsvoering) | A | - | 500 | |||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | A | - | 200 | |||||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | A | - | 200 | |||||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 500 | |||||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | A | - | 200 | |||||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | R | 1.200 | 200 | |||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | A | 500 | 200 | |||||||
kano- boot- of fietsenverhuur | R | - | 100 | |||||||
recreatief nachtverblijf | A | - | 300 | |||||||
groepsaccommodatie | A | - | 200 | |||||||
overige dienstverlening | ||||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | A | - | 200 | |||||||
tentoonstellingsruimte/museum | A | 500 | 200 | |||||||
dierenpension; hondenfokkerij | A | 500 | 200 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van het gebruik van een bedrijfswoning als plattelandswoning, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen binnen agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van het vergroten van agrarische bouwvlakken het plan te wijzigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de verschuiving van agrarische bouwvlakken, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de bouw van één compensatiewoning binnen bouwvlakken van agrarische bedrijven met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Rivierenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Natuur'. Het wijzigen mag uitsluitend geschieden ten aanzien van gronden waarvan vaststaat dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Rivierenlandschap' met bouwvlak te wijzigen in 'Wonen - VAB', met inachtneming van het volgende :
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties ter plaatse van agrarische bouwvlakken zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | N | |||||
opslag en stalling van agrarische producten in de bestaande bebouwing | W | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
opslag/stalling van niet-agrarische goederen behorende tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten in bestaande bebouwing of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||
paardenstalling /paardenpension | W | |||||
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf | W | |||||
overige dienstverlening | ||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | |||||
dierenpension; hondenfokkerij | W |
Tabel: Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Agrarisch - Rivierenlandschap' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het toestaan van kleinschalige waterberging, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
WR-RN4
(art. ) |
|||||
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | R | ||||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O | ||||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O | ||||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||||
aanleg kavelpaden | R | ||||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O | ||||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
Het in 5.7.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 5.7.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
met dien verstande dat:
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 6.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | één | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
bedrijfsgebouwen | bestaand + 15% | 5,5 m | 10 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf' worden afgeweken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor het uitbreiden van de toegestane oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met inachtneming van het volgende:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan het gebruiken of het laten gebruiken van onbebouwde gronden voor opslag van goederen met een totale opslaghoogte van meer dan 4 m.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten, teneinde:
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regel:
De voor 'Bos'aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en onbebouwde gronden.
Op de voor 'Bos' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
Behoudens het bepaalde in sublid 8.3.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in sublid 8.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 8.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, een of meer waarden of functies van de in dit artikel bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, (parkeer)voorzieningen en (on)bebouwde gronden.
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfsgebouwen | bestaand + 15%, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' | 5,5 m | 10 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden | Toelaatbaar | ||
ontginnen, ophogen, afgraven, bodemverhogen, egaliseren | O | ||
dempen, graven, afdammen, vergroten of herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater | O | ||
aanbrengen opgaande beplanting (m.u.v. erfbeplanting) | O2) | ||
verwijderen opgaande beplanting, vellen/rooien houtopstanden | O2) | ||
aanleg verharde wandel- of fietspaden en overige verhardingen > 50 m² (niet zijnde kavelpaden) |
O | ||
aanleg kavelpaden | O | ||
aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verbandhoudende constructies, installaties of apparatuur | O | ||
het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 50 cm bij wijze van woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en afgraven dan wel ten behoeve van ontginningen met uitzondering van de aanleg van drainage | O2) | ||
aanleg van nutsvoorzieningen | R |
Tabel: Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
R Rechtstreeks zonder meer toelaatbaar
O Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist
O2) Geen omgevingsvergunningplicht indien de betreffende werken en werkzaamheden passen binnen de doeleindenomschrijving van de bestemming ‘Natuur’ of worden genoemd in een beheersplan voor de betreffende natuurgebieden.
Het in 11.3.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.3.1 wordt slechts verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op:
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan het ontwerp van de bebouwing en de landschappelijke inrichting, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
De voor 'Recreatie - Recreatiewoningen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
alsmede voor:
Op de voor 'Recreatie - Recreatiewoningen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 13.1 geldend de volgende regels:
Max. aantal | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | ||
recreatiewoningen (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en kelders) |
1 | 300 m3 per recreatiewoning incl. bergingen, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt | 3 m | 6 m | ||
bergingen en overkappingen bij recreatiewoningen | 1 per recreatiewoning | 6 m2 | 3,75 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2 m |
|||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bebouwing, het ontwerp van de bebouwing en de landschappelijke inrichting, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2.2 voor het vergroten van een overkapping bij een recreatiewoning tot maximaal 15 m2, met inachtneming van het volgende:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik of het laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van permanente bewoning.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 13.6 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 13.6 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van een ruimtelijk kwaliteitsplan kan aantonen dat elders op het verblijfsrecreatieve terrein compensatie plaatsvindt van de verloren natuur- of landschapswaarden als gevolg van de uitgevoerde werken of werkzaamheden.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
alsmede voor:
Op de voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Max. aantal | Max. aantal | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen) | 1 | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | ||
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | |||
recreatiewoningen (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en kelders) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal recreatiewonningen' | 300 m3 per recreatiewoning, incl. bergingen | 3 m | 6 m | ||
bergingen en overkappingen bij recreatiewoningen | 1 per accommodatie | 6 m2 | 3,75 m | |||
groepsaccommodaties | 4 | Bestaand + 25% per groepsaccommodatie | 5,5 | 10 m | ||
bedrijfsgebouwen | Bestaand + 25% | 5,5 m | 10 m | |||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
|||||
speel- en sporttoestellen | 12 m | |||||
licht- en vlaggenmasten | 8 m | |||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van bebouwing, het ontwerp van de bebouwing en de landschappelijke inrichting, voor zover dit noodzakelijk is voor een landschappelijk en stedenbouwkundig aanvaardbare en verantwoorde inpassing in de omgeving.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.2 sub a en b van het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen door het toestaan van een uitbreiding van 50% in plaats van de bij recht toegestane uitbreiding van 25%, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.2 sub b voor het vergroten van een overkapping bij een recreatiewoning tot maximaal 15 m2, met inachtneming van het volgende:
In aanvulling van het bepaalde in 14.5.1 kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van het maximale oppervlak aan bedrijfsgebouwen door het toestaan van een uitbreiding tot 75% van het bestaande oppervlak, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 14.2.2 sub b ten behoeve van het overschrijden van de maximale bouwhoogte voor speel- en sporttoestellen, met inachtneming van het volgende:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 14.6 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:
De in lid 14.6 genoemde vergunning kan uitsluitend worden verleend indien de aanvrager van de omgevingsvergunning aan de hand van een ruimtelijk kwaliteitsplan kan aantonen dat elders op het verblijfsrecreatieve terrein compensatie plaatsvindt van de verloren natuur- of landschapswaarden als gevolg van de uitgevoerde werken of werkzaamheden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op de voor 'Verkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 8 m.
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt de volgende regel:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitsluitend ten dienste van de waterhuishouding, alsmede bruggen, duikers en keerwanden geldt de volgende regel:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 18.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
woningen (incl. aan- en uitbouwen) ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' | twee-aaneen-gebouwde woningen | 600 m3 | 4,5 m | 10 m | |
overige woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 18.2.2 sub b ten behoeve van die gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
met daarbijbehorende:
Op de voor 'Wonen - VAB' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in 19.2.1 gelden de volgende regels:
Max. aantal per bestemmingsvlak | Max. inhoud (m3) | Max. oppervlak (m2) | Max. goothoogte (m) | Max. bouwhoogte (m) | |
overige woningen (incl. aan- en uitbouwen) | één, tenzij anders op de verbeelding aangegeven. | 750 m3 | 4,5 m | 10 m | |
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie | 150 m2 | 4 m | 6 m | ||
erf- of terreinafscheidingen: - vóór de voorgevelrooilijn - overige plaatsen* |
1 m 2m |
||||
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 3 m |
* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 19.2.2 ten behoeve van vervangen danwel beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing of vergroting van de woning, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 19.1 ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische nevenactiviteiten oals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtneming van de volgende regels:
aard van de nevenactiviteit | maximaal aantal m² gronden in gebruik voor nevenactiviteit | maximaal aantal m² bebouwing in gebruik voor nevenactiviteit | |||||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | |||||||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel | - | 200 | |||||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | - | 200 | |||||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | |||||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | - | 200 | |||||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | - | 200 | |||||||
recreatieve functies / agrotoerisme | |||||||||
paardenstalling (inclusief exploitatie paardenkoets/paardenpension) | 1.200 | 200 | |||||||
kleinschalige horecagelegenheid/dagrecreatie (speelboerderij, theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij) | 200 | 100 | |||||||
kano- boot- of fietsenverhuur | - | 100 | |||||||
recreatief nachtverblijf | - | 200 | |||||||
groepsaccommodatie | - | 200 | |||||||
overige dienstverlening | |||||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | - | 100 | |||||||
dierenpension; hondenfokkerij | 200 | 100 |
Tabel: Niet-agrarische nevenfuncties na afwijken van het bestemmingsplan
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd gronden direct grenzend aan een woonperceel te betrekken bij de bestemming 'Wonen - VAB' ten behoeve van een optimale inrichting van het perceel, met inachtneming van het volgende:
Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van vervolgfuncties zoals opgenomen in onderstaande tabel, met inachtnemening van het volgende:
aard van de vervolgfunctie |
Passend / toelaatbaar W= Toelaatbaar na planwijziging N = Niet toelaatbaar |
|||||
aan landbouw verwante functies / bedrijvigheid | ||||||
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | N | |||||
veehandelsbedrijven, foeragehandel, paardenhandel; africhtingsbedrijven voor paarden | W | |||||
veearts/hoefsmederij | W | |||||
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij) | W | |||||
niet-agrarische bedrijfsactiviteiten | ||||||
hoveniersbedrijf in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
overige bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of bedrijven die daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen zijn | W | |||||
recreatieve functies / agrotoerisme | ||||||
paardenstalling /paardenpension | W | |||||
dagrecreatie (inclusief kleinschalige horeca-gelegenheid zonder verblijf | W | |||||
overige dienstverlening | ||||||
sociale functie (resocialisatie, therapie, kinderopvang, zorgboerderij) | W | |||||
dierenpension; hondenfokkerij | W |
Tabel : Niet-agrarische vervolgfuncties na planwijziging
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
Bouwen is toegestaan uitsluitend ten dienste van de in artikel 20.1 omschreven bestemming en met inachtneming van de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen en verkeer en verblijf gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
De uitoefening van aan huis gebonden beroepen is alleen toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.1 voor het toestaan van kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten waarbij niet meer dan maximaal 30% met een maximum van 45 m2 van de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen ten behoeve van de kleinschalige beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag worden genomen met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.1, voor het in één of meerdere woningen wonen in groepsverband voor speciale doelgroepen, zoals hulpbehoevenden met daarbij behorende speciale woonzorgfuncties, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de voorkomende archeologische waarden.
Op de in lid 21.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op:
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 100 m2 en dieper stekend dan 50 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in artikel 21.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Alvorens het burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.3.1, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in artikel 21.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van artikel 21.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in artikel 21.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de in lid 22.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op:
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 2.500 m2 en dieper stekend dan 50 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in lid 22.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Alvorens het burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.3.1, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in lid 22.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 22.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 22.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
De voor 'Waarde - Archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op de in lid 23.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op:
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde groter dan 10.000 m2 en dieper stekend dan 50 cm ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning, zoals in lid 23.3.1 bedoeld is niet vereist, indien:
Alvorens het burgemeester en wethouders beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.3.1, winnen zij schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
In geval van verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is het aan de gemeente Ommen of een daardoor aangewezen partij altijd toegestaan archeologische waarnemingen te doen ten tijde van de bouwwerkzaamheden.
Het is verboden op of in de in lid 23.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van lid 23.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in lid 23.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 24.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders is verleend. Omgevingsvergunning wordt verleend, indien is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 24.3.1 is niet vereist, indien:
Het is verboden op of in de in artikel 24.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van artikel 24.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Het verbod, zoals is bedoeld in artikel 24.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door :
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen - mede bestemd voor de waterhuishouding, waaronder begrepen de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging alsmede dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering.
Op de in lid 25.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat artikel bedoelde doeleinden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Ten behoeve van andere daar voorkomende bestemming(en) mag, met inachtneming van de voor de betrokken bestemming geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 25.1 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, mits het waterstaatsbelang en het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning, als genoemd in lid 25.3.1 te beslissen ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de rivier en de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor de situering van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van de woonfunctie geldt het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.1, met inachtneming van het volgende:
Ten aanzien van bestaande afstanden en andere maten geldt het volgende:
Bij een omgevingvergunning kan worden afgeweken van de herbouw op dezelfde plaats zoals bepaald in lid 27.2.1 onder b, met inachtneming van het volgende:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 27.3.1, mits de (ver)bouw van woningen niet leidt tot onevenredige beperkingen voor de betreffende agrarische bedrijven.
Indien sprake is van (her)bouw van geluidsgevoelige objecten in een zone langs een (spoor)weg als bedoeld in de Wet geluidhinder mag de afstand tot deze (spoor)weg niet worden verkleind.
De voorgevelrooilijn mag uitsluitend worden overschreden door tot het hoofdgebouw behorende stoepen, stoeptreden, funderingen, balkons, erkers en entreeportalen die direct aan het hoofdgebouw worden aangebouwd, mits de overschrijding niet meer dan 1,2 m bedraagt, met dien verstande dat:
Onder een strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1 , eerste lid onder c van de Wabo wordt in elk geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding Vrijwaringszone - molenbiotoop zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag de bouwhoogte van nieuw op te richten bouwwerken:
H(x)= de maximaal toelaatbare hoogte
X = de afstand tot de molen
Z= askophoogte
waarbij per molen in acht genomen dient te worden:
Windkorenmolen De Konijnenbelt (stellingmolen)
Ligt ten zuiden van de Vecht nabij het Molenerf.
Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland AHN is de maaiveldhoogte ter plaatse van de molen 4,7 m. Op basis van de uitgangspunten van de Hollandse molen c.q. de SOM kunnen de volgende maximale hoogtes voor bebouwing in de omgeving van de molen worden berekend:
Z = 18,10 m
De stelling is 6,70 meter hoog.
H(100m)= 6.70 m
H(200m) = 7,60 m
H(300m)= 9.62 m
Beltkorenmolen De Besthmenermolen
Ligt ten zuiden van de Vecht op de kruising van de Hammerweg en de Lemelerweg.
De molenbiotoop bestrijkt alleen bebouwing, die in het bestemmingsplan Ommen Zuid is gelegen. Het betreft verspreid staande bebouwing. De molenbiotoop wordt ook met name door omringende beplanting beinvloed.
Volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland AHN is de maaiveldhoogte ter plaatse van de molen 7,5 m.
Op basis van de uitgangspunten van de Hollandse molen c.q. de SOM kunnen de volgende maximale hoogtes voor bebouwing in de omgeving van de molen worden berekend:
Z = 14,50 m
De belt (= stelling) is 3.50 meter hoog.
H(100)= 3.50 m
H(200)= 6.90 m
H(300) = 8.90 m
met dien verstande dat bij vervanging van bestaande bebouwing de bestaande bouwhoogte ten hoogste is toegelaten, indien sprake is van herbouw op dezelfde locatie.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 29.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits de belangen van de molen niet onevenredig worden geschaad. Hierover dient vooraf advies te worden ingewonnen van de Stichting Ommer Molens.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Afwijkingen als bedoeld in lid 30.1.1 worden niet verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het maximaal aantal toegestane woningen ten behoeve van het onderbrengen van extra wooneenheden in monumenten en karakteristieke boerderijvormen die hoofdgebouwen zijn. Daarbij geldt het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de maximale inhoudsmaat van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter karakteristiek hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid en het karakter van het hoofdgebouw niet wordt aangetast.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan ten behoeve van het gebruik van een (vrijstaand) bijbehorend bouwwerk als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
Voor zover niet vergunningsvrij, kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels van het plan voor:
Een afwijking als bedoeld in 30.5.1 wordt slechts verleend:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan ten behoeve van het toestaan van een paardenbak buiten het bouwvlak binnen de bestemmingen ‘Agrarisch - Bos- en landgoederenlandschap’, ‘Agrarisch - Essen- en kampenlandschap’ en ‘Agrarisch - Rivierenlandschap’, met inachtneming van het volgende:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor het toestaan van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten teneinde bij (bedrijfs)woningen behorende bijgebouwen te mogen gebruiken voor deze activiteiten, voor zover:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m bedragen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van de samenvoeging van twee-aaneengebouwde woningen tot één woning, met dien verstande dat bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid het op de verbeeldingen aangegeven aantal woningen met één dient te worden verminderd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Voor zover de regels in het bestemmingsplan met betrekking tot:
Dit bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen en andere meerdaagse of regelmatig terugkerende activiteiten met een maximum van vijf evenementen per jaar en een duur van ten hoogste 15 dagen per evenement, mits, voor zover noodzakelijk, een vergunning op basis van de APV is verleend, en met dien verstande dat indien evenementen in een bestemming uitdrukkelijk zijn bestemd, het eerder gestelde maximum in aantal en in duur van evenementen niet geldt.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning eenmalig afwijken van lid 33.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 33.1 met maximaal 10%.
Lid 33.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 33.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 33.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 33.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, herziening Ommen-Zuid.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Ommen in de vergadering van