direct naar inhoud van Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
Plan: Stationspark Oldenzaal Centraal - deelgebied Stationsplein
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP06001-va01

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 Bouwregels

In afwijking van de regels bij de ter plaatse geldende bestemmingen geldt dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een gebouw slechts gedeeltelijk mag worden vernieuwd en/of veranderd dan wel worden uitgebreid, mits de gedeeltelijke vernieuwing en/of verandering dan wel uitbreiding:
    • 1. er mede toe strekt de beeldbepalende hoofdvorm van het gebouw voor wat betreft de hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, de dakvorm, de nokrichting en de dakhelling alsmede de gevelindeling door ramen, deuropeningen en erkers in bestaande toestand te behouden dan wel te versterken;
    • 2. overigens voldoet aan de regels van de ter plaatse geldende bestemming.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' binnen een straal van 10 m vanaf de stam van een boom, niet bovengronds en ondergronds mag worden gebouwd.

11.2 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken binnen een straal van 10 m rondom een boom, ter plaats van de aanduiding 'waardevolle boom', indien en voor zover dat noodzakelijk is om de beeldbepalende waarden van die boom te behouden.

11.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 11.1, indien en voor zover:

  • a. het in dat lid bepaalde leidt tot een onevenredige aantasting van de belangen van de rechthebbende in verhouding tot het met de bescherming van dat gebouw te dienen doel ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • b. dit niet leidt tot een aantasting van een waardevolle boom ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' of strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredig grote beperking bij het op de bestemming gerichte gebruik.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom', een boom te vellen of te rooien dan wel zodanige handelingen te verrichten die de dood van of ernstige schade aan de boom veroorzaken.
  • b. Een vergunning als bedoeld in lid 11.4 sub a mag alleen en moet worden geweigerd, indien het vellen of rooien of door de andere handelingen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende waarden van de bomen ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom' en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
  • c. Een vergunning als bedoeld in 11.4 sub a is niet vereist voor:
    • 1. andere-werken, die behoren tot het normale onderhoud en beheer van bomen ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom';
    • 2. andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.

11.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' een gebouw geheel of gedeeltelijk te slopen.
  • b. Een vergunning als bedoeld in lid 11.5 onder a mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende hoofdvorm van het gebouw ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
  • c. Een vergunning als bedoel in lid 11.5 onder a is niet vereist voor:
    • 1. sloopwerkzaamheden behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
    • 2. sloopwerkzaamheden dan wel andere-werken welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.