direct naar inhoud van Artikel 11 Wonen
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP05006-va01

Artikel 11 Wonen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het aantal woningen ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' dan wel het bestaande aantal woningen, met dien verstande dat gestapelde woningen uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld';
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2;
  • c. kantoren en/of dienstverlening, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening';
  • d. uitsluitend kantoren en/of dienstverlening op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - uitsluitend dienstverlening';
  • e. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
  • f. een ondergrondse parkeergarage met bijbehorende gebouwen en voorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • g. een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang';

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. de hoofdgebouwen worden gebouwd met kap;
  • d. de dakhelling van kappen bedraagt minimaal 30° dan wel de bestaande dakhelling;
  • e. voor de nokrichting geldt dat deze haaks staat op de straat, dan wel de bestaande nokrichting, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op hoekpanden.
11.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. overkappingen worden minimaal 2 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan gesitueerd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen op de begane grond worden minimaal 6 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan gesitueerd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel buiten het bouwvlak, bedraagt maximaal 50 m2;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt maximaal 3,5 meter.
11.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij gestapelde woningen

In afwijking van het bepaalde in artikel 11.2.2 mogen bij gestapelde woningen geen aan- of uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen worden gebouwd.

11.2.4 Parkeergarage

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11.2.1 mag ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een ondergrondse parkeergarage van maximaal één bouwlaag worden gebouwd.

11.2.5 Onderdoorgang

In afwijking van het bepaalde in de artikelen, 11.2.1 mogen ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' geen gebouwen worden gebouwd op de begane grond.

11.2.6 De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde 2 m.
11.3 Afwijking van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel:

  • a. 11.2.1 onder c en d voor het toestaan van een dakhelling van minimaal 0° mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied;
  • b. 11.2.1 onder e voor een afwijkende nokrichting mits dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van het gebied.