direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Appartementengebouw Oostwal 9
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP02010-va01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het bestaande aantal woningen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld', uitsluitend gestapelde woningen zijn toegestaan;
  • b. de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning, met een maximum van 30 m2;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen, paden, parkeervoorzieningen en erven.

3.2 Bouwregels

Op de voor Wonen aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Hoofdgebouwen

Voor een hoofdgebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte.
3.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en overkappingen zijn niet toegestaan;
  • b. voor bijgebouwen geldt dat deze:
      • enkel ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen worden gebouwd;
      • een bouwhoogte hebben van maximaal 3 meter.
3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte is 2 meter.
3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:

  • a. het bedrijf is opgenomen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals genoemd in bijlage 1, dan wel het een bedrijf betreft dat voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf genoemd in categorie 1;
  • b. het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het bedrijf niet meer bedraagt dan 30% van het gebruiksoppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2. Voor medische dienstverlening kan in verband met scheiding van praktijkruimte en wachtruimte een uitzondering worden gemaakt tot een absoluut maximum van 70 m2;
  • c. het geen detailhandel (met uitzondering van ondergeschikte detailhandel behorende bij de dienstverlening van kapsalons, schoonheidssalons, e.d.) en/of horeca-activiteiten en/of prostitutie-activiteiten betreft en dat het aantal bezoekers dat tegelijk aanwezig is maximaal 5 bedraagt;
  • d. er een directe relatie bestaat tussen het bedrijf en de bewoner van de woning en er geen personeel in dienst wordt genomen;
  • e. de bijgebouwen die voor deze doeleinden worden gebruikt goed bereikbaar zijn vanaf de openbare weg;
  • f. er voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe omgeving aanwezig is waardoor er geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte ontstaat;
  • g. de reclame-uitingen voldoen aan artikel 4.4.2, lid 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).