direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Bestemmingsplan Scholtenhoeklaan, eerste wijziging Meijbree-Haerbroek

Artikel 5 Wonen

5.1 doeleinden

De op de plankaart voor "wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woondoeleinden in de bestemmingscategorie W3: woningen in maximaal drie bouwlagen;
  • b. de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, met dien verstande dat het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het beroep niet meer mag bedragen dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van de woning en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2;

een en ander met bijbehorende bebouwing en (on)bebouwde terreinen.

5.2 bouwen
5.2.1

De bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. voor het bouwen van erkers aan de voorgevel en zijgevels gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de breedte van de erker maximaal 2/3 van de voorgevel en de diepte maximaal 1 meter mag bedragen;
    • 2. de goothoogte maximaal 2,70 meter mag bedragen.
5.2.2

De bebouwing dient, onverminderd het bepaalde in artikel 5.2.1, te voldoen aan de volgende regels:

  • a. de goothoogte van hoofdgebouwen mag maximaal 10 meter bedragen;
  • b. de dakhelling van hoofdgebouwen mag maximaal 50° bedragen;
  • c. de hoogte van een overkapping mag maximaal 3 meter bedragen.
5.2.3

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte en de goothoogte van bijgebouwen mogen maximaal 6,5 meter respectievelijk 3,50 meter bedragen;
  • b. de dakhelling van bijgebouwen mag maximaal 50° bedragen;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen mag maximaal 360 m2 bedragen.
5.2.4

De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen:

  • 1 meter voor zover de bouwwerken worden gebouwd voor de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan;
  • 2 meter voor zover de bouwwerken worden gebouwd achter de voorgevel van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan.
5.3 ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 5.1, ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf, mits:

  • het betreft een bedrijf dat is vermeld in de bijlage, dan wel een bedrijf dat naar de aard, omvang en mate van milieuhinder gelijk te stellen is aan een bedrijf behorende tot milieucategorie 1 of 2 als bedoeld in de bijlage;
  • het vloeroppervlak dat (mede) wordt gebruikt voor de uitoefening van het bedrijf niet meer bedraagt dan 20% van het gezamenlijke vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 30 m2;
  • de uitoefening van het bedrijf ook overigens niet leidt tot een onevenredige inbreuk op het heersende woon- en leefklimaat in de omgeving.