direct naar inhoud van 2.4 Waterparagraaf
Plan: Emmeloord, Noord en Oost - 1e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00518-VS01

2.4 Waterparagraaf

Waterrelevant beleid

Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat landelijk in de belangstelling. Thema's zoals water in de stad en water als ordenend principe zijn als speerpunten aangegeven in het vigerende beleid zoals vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding (ministerie van V&W), de Nota Ruimte (ministerie van VROM), de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw (WB21), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), de Handreiking Watertoets (VROM) en het Omgevingsplan Flevoland (Provincie Flevoland).

Basisprincipes van het bovenstaand nationaal en Europees beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en stand-still (géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en en ecologische waterkwaliteit).

Het bovenstaande resulteert in twee drietrapsstrategieën:

  • Waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren).
  • Waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden, zuiveren).

Deze beide strategieën zijn vastgelegd in de Nota Ruimte (2006).

De waterparagraaf maakt inzichtelijk hoe het vigerende waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichtingsmaatregelen in de bestaande woonkern met inbegrip van de aanwezige recreatieve voorzieningen bij de eerste partiële herziening van het plangebied Emmeloord Noord en Oost. Hoe wordt in dit gebied omgegaan met water en op welke wijze draagt de inrichting bij aan:

  • 1. Veiligheid.
  • 2. Voldoende water.
  • 3. Schoon water.

Proces van de Watertoets

Aan de hand van de beslisboom (figuur 1 blz. 14) uit het Waterkader van het Waterschap Zuiderzeeland (januari 2007) kan voor het voorliggende plan de procedure kleine plannen worden gevolgd. Aan de hand van de opgenomen vragen in de digitale watertoets (geoportaal en e-formulier ) is geconstateerd dat de bestemming en de grootte van het plan een geringe invloed heeft op de waterhuishouding en de waterketen. Het waterschap Zuiderzeeland heeft een positief wateradvies gegeven.

Beschrijving van het watersysteem

  • 1. Veiligheid/Waterkeringen

Het plan ligt niet binnen de kern-, vrijwarings- of buitenbeschermingszone van een waterkering. Het is daarom niet te verwachten dat het plan van invloed zal zijn op de veiligheid van een waterkering.

Er wordt in het plan geen gebruik gemaakt van bodemenergie, ofwel warmte-koude opslag.

  • 2. Voldoende Water

Wateroverlast

Binnen het plangebied vindt een te verwaarlozen toename van verharding plaats. Het plangebied bevindt zich niet in een aandachtspunt drooglegging en wateroverlast 2050. De partiële herziening van het bestemmingsplan geeft geen aanleiding tot (grond)wateroverlast of om in het kader van het principe "waterneutraal bouwen" compenserende maatregelen te treffen om piekafvoeren te kunnen opvangen.

Goed functionerend watersysteem

Het streefpeil van het omliggende oppervlaktewatersysteem is in het plangebied voor zowel de zomer- als de winterperiode -5.70 m NAP. Het functioneren van het huidige watersysteem, (doorstroming, afwatering, realiseren van het gewenste peil) zal door de planuitvoering niet verslechteren.

Schoon water

Goede structuur diversiteit

Bij de inrichting van het bestaande watersysteem wordt gestreefd naar het behouden van een ecologisch gezond watersysteem.

Goede oppervlaktewaterkwaliteit

De aanwezige riolering in het plangebied "Emmeloord Noord en Oost" biedt het aanwezige oppervlaktewater voldoende bescherming tegen vuilemissies van onder andere uitlogende bouwmaterialen.

Goed omgaan met afvalwater

Het overgrote deel van het hemelwater binnen het plangebied is aangesloten op de (gemengde) riolering. Bij toekomstige aanpassingen in de openbare ruimte, worden kansen benut om het relatief schone regenwater verder te scheiden van de bestaande afvalwaterstroom. Bij nieuwbouw in het plangebied wordt voorgeschreven om het stedelijk afvalwater en het regenwater gescheiden aan te bieden naar het openbaar terrein. Voor de afvoer van het regenwater kan gebruik worden gemaakt van drie verschillende mogelijkheden:

  • a. bij aanwezigheid van een gescheiden rioleringsstelsel kan het af te voeren regenwater worden aangesloten op het hemelwaterriool;
  • b. indien geen hemelwaterriool aanwezig, maar er bevindt zich in de directe omgeving van een perceel stedelijk water dan is het mogelijk om hierop het regenwater direct af te voeren;
  • c. de laatste mogelijkheid is om de gescheiden aansluitingen vanaf het perceel voorlopig aan te sluiten op het bestaande gemengde rioleringsstelsel.