Plan: | Luttelgeest |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00505-VS01 |
In november 2006 hebben Provinciale Staten van Flevoland een nieuw Omgevingsplan vastgesteld. Hierin zijn voor het Flevolandse grondgebied vier strategische plannen opgenomen:
Daarnaast bevat het Omgevingsplan de hoofdlijnen van het economische en het sociaal-culturele beleid. Door alles in één integraal plan samen te voegen, zijn de hoofdlijnen van het beleid van de provincie Flevoland compact en is de samenhang tussen de diverse beleidsterreinen het beste gewaarborgd.
De uitvoering van het Omgevingsplan vraagt van de provincie een nieuwe ontwikkelingsstrategie waarin de provincie nieuwe rollen gaat vervullen. In het Omgevingsplan zijn beleidsvorming en uitvoering gekoppeld en dit wordt weergegeven in de uitvoeringsagenda. De uitvoeringsagenda maakt onderscheid in de integrale gebiedsgerichte aanpak (speerpuntgebieden) en de sectorale aanpak. Voorop staat een gebiedsgerichte aanpak. De provincie richt zich hierbij nadrukkelijk op de provinciale hoofdstructuur. Binnen deze hoofdstructuur worden zeven speerpuntgebieden onderscheiden. Noordelijk Flevoland, waaronder ook de gemeente Noordoostpolder valt, is een van deze speerpuntgebieden.
Relevante beleidsuitgangspunten uit het Omgevingsplan zijn verder:
In relatie tot de verplaatsing van het sportveld c.q. de aanleg van een nieuw sportveld aan de zuidzijde van Luttelgeest is kaartblad 11 van het omgevingsplan relevant. Hierop is het bestaand en toekomstig 'stedelijk gebied' tot 2015 aangegeven. Woningen, bedrijvigheid en voorzieningen dienen binnen het stedelijk gebied te worden geconcentreerd. Voor sportvoorzieningen geldt dit in principe ook. De provincie heeft in een regulier overleg aangegeven dat de voorgestelde uitbreiding van het sportveld niet strijdig is met het Omgevnigsplan. Het betreft een ondergeschikte uitbreiding buiten het stedelijk gebied, met een niet-stedelijk karakter.
Op 1 juli 2008 is het provinciaal Locatiebeleid stedelijk gebied 2008 in werking getreden. Dit beleid is een nadere invulling van het locatiebeleid, zoals geformuleerd in het Omgevingsplan Flevoland 2006 en de Nota Ruimte. Hiermee wordt inzicht verschaft in het beleid dat wordt gehanteerd bij de vestigingsmogelijkheden van bedrijven, kantoren en voorzieningen. Hierbij wordt uitgegaan van een zodanige vestiging van bedrijven, kantoren en voorzieningen, dat een optimale bijdrage wordt geleverd aan de vitaliteit van steden en dorpen. Hiermee draagt het bij aan het provinciale verstedelijkingsbeleid dat gericht is op versterking van de bestaande steden en dorpen. De nadruk van verdere stedelijke ontwikkelingen ligt op Almere en Lelystad. Dronten en Emmeloord hebben vanwege hun ligging aan één van de ontwikkelingsassen een (kleinere) opvangtaak. De overige kernen in Flevoland, zoals Luttelgeest, voorzien primair in de opvang van de eigen behoefte.
Er zijn 7 provinciale locatietypen, die in de volgende categorieën zijn te onderscheiden: centrummilieus, gemengde woonwerkmilieus en specifieke werkmilieus. In Luttelgeest is vanwege de geringe grootte van de kern geen sprake van een centrummilieu. Het bedrijventerrein aan de noordkant is een specifiek werkmilieu. Specifieke werkmilieus zijn goed bereikbaar per (vracht)auto en veroorzaken daarbij zo min mogelijk overlast voor de directe omgeving . Een goede verbinding met het hoofdwegennet is daarom belangrijk. Het autoverkeer moet zo snel en veilig mogelijk op het hoofdwegennet kunnen komen. In bijlage 2 is een overzicht van de bestaande bedrijven opgenomen. Uitsluitend bedrijven t/m categorie 2 zijn toegestaan. Op slechts 2 locaties is hogere categorie toegestaan, te weten een cat. 3.1-bedrijf (Kamplaan 1) respectievelijk cat. 3.2-bedrijf (Kade 4). De rest van Luttelgeest vast binnen de categorie gemengd woonwerkmilieu. De woonfunctie is hier overheersend. Hier is de (nieuw)vestiging van bedrijvigheid niet toegestaan, met uitzondering van ondergeschikte beroepen en bedrijven aan huis.
De locatietype en de bestaande omvang van de bedrijvigheid passen binnen het Omgevingsplan Flevoland 2006 en de Strategische Visie op Werklocaties Flevoland. Zie ook het gemeentelijk vestigingsbeleid (paragraaf 2.5).
In de provinciale "Verordening voor de fysieke leefomgeving" vindt een juridische vertaling plaats van het beleid van provinciaal niveau. In de verordening is een aantal regels opgenomen met betrekking tot belangrijke ruimtelijke elementen die een doorwerking hebben in het bestemmingsplan. Het betreft onder meer aspecten als: bijzondere gebieden, waterhuishouding, waterkeringen, bescherming landschap et cetera. Voor het plangebied zijn enkele van deze aspecten relevant en deze hebben dan ook een doorwerking in het bestemmingsplan gekregen.