direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis
Plan: Espel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00504-VS01

2.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis

De gemeente Noordoostpolder ligt in Nederlands twaalfde provincie, Flevoland. De gemeente heeft een oppervlakte van 59.620 hectare en telt 46.308 inwoners per 1 maart 2010 (bron: CBS).

Emmeloord fungeert als centrumplaats, omringd (op fietsafstand) door 11 dorpen: Bant, Creil, Ens, Espel, Luttelgeest, Kraggenburg, Marknesse, Nagele, Rutten, Tollebeek en Schokland. Sinds 1962 is de Noordoostpolder een zelfstandige gemeente. Het karakter van de gemeente is sterk agrarisch. De ruimtelijke structuur van de polder wordt mede bepaald door de volgende elementen:

  • groene lijsten: boerderijen en dorpen als groene eilanden in de open agrarische ruimte;
  • ringen: IJsselmeerdijk en voormalige Zuiderzeedijk en de dorpenringweg;
  • radialen: het assenkruis dat de dorpenringweg met Emmeloord verbindt;
  • hiërarchische en concentrische opbouw;
  • verkaveling volgens een modulair systeem op basis van een standaardkavel (300m x 800m).

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00504-VS01_0002.jpg"

Afbeelding 2.1 Assenkruis en dorpenring

Historie

De Noordoostpolder vertoont duidelijke kenmerken van een rationeel landschap uit de 20e eeuw. Het belangrijkste kenmerk van de Noordoostpolder is dat het is ontworpen als eenheid, waarbij landschap, stedenbouw en architectuur onderdeel uitmaken van één integraal ontwerp. Het polderconcept, de concentrische opbouw op verschillende niveaus, is kenmerkend voor de ruimtelijke structuur. Vanwege het integrale ontwerp en de gaafheid van het landschap zijn de Noordoostpolder (en Urk) in de rijksnota Belvédère gerangschikt onder de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden in Nederland.

Barakkenkampen

Toen de Noordoostpolder in 1942 droogviel, moesten de nieuwe gronden ontgonnen worden om ze voor landbouw geschikt te maken. Dit was een taak van de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken). Omdat de mechanisatie nog in de kinderschoenen stond, haalde de Directie voor het graven van sloten, ploegen, zaaien, wieden, oogsten en dorsen duizenden arbeiders naar de polder. De verbindingen in en kort na de oorlog waren slecht. De Directie liet voor de tijdelijke huisvesting van de polderwerkers in de polder ruim dertig barakkenkampen bouwen. Het kamp Espel en Espelerbocht waren twee van deze kampen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00504-VS01_0003.png" afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00504-VS01_0004.png"

Afbeelding 2.2 Impressie ten tijde van de aanleg van de polder (bron: www.emmeloord.info)

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00504-VS01_0005.jpg" afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00504-VS01_0006.jpg"

Afbeelding 2.3 Impressie kamp 'Espel' (bron: www.emmeloord.info)