Plan: | Rutten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00503-VS01 |
In de toelichting van een bestemmingsplan moet ook zijn neergelegd een beschrijving van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken.
Vanaf 7 juli 2011 hebben het voorontwerp bestemmingsplan 'Rutten' en daarbij behorende stukken voor de duur van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze periode kon een ieder een inspraakreactie geven ten aanzien van het plan.
Tevens is op 12 juli 2011 een inloopavond gehouden, waar belangstellenden in de gelegenheid werden gesteld om over het bestemmingsplan 'Rutten' met de gemeente van gedachten te wisselen.
Er zijn twee inspraakreacties ontvangen. De namen van de indieners zijn bij de gemeente bekend. De gemeente kiest ervoor uit het oogpunt van privacy inspraakreacties anoniem weer te geven. Aan de indieners van een inspraakreactie zal worden gerefereerd als 'inspreker 1' en 'inspreker 2'. Inspreker 1 heeft zijn reactie op de inloopavond ingediend.
Inspraakreacties
Hieronder staat een weergave van de binnengekomen inspraakreacties met daaronder cursief de reactie van de gemeente.
Inspreker 1 heeft zijn opmerkingen en vragen zeer summier omschreven. Daarom heeft op 8 september 2011 een overleg plaats gehad met inspreker 1. In het overleg heeft inspreker 1 zijn inspraakreactie toegelicht. Hieronder staan de inspraakreacties van inspreker 1 met toelichting weergegeven.
1a. Wat mag er op de binnen de aanduiding 'ijsbaan' gebouwd worden? Toelichting: Op dit moment staat er een gebouwtje (container) op de dijk van de ijsbaan, vlak bij de toegang tot de ijsbaan. Deze staat zeer dichtbij het kantoor van inspreker 1. Verder bevat het voorontwerp geen mogelijkheden voor het bouwen van een gebouw. Graag zou ik zien dat er wel bouwmogelijkheden zijn op de ijsbaan, maar dan wel verder van mijn kantoor af.
Het bestemmingsplan 'Rutten' kent onder de bestemming 'Groen' de aanduiding 'ijsbaan'. Hier is het gebruik als ijsbaan toegestaan. Op basis van het voorontwerp kunnen hier alleen bouwwerken worden gebouwd. De gemeente kan zich voorstellen dat er behoefte bestaat aan een klein gebouwtje ten behoeve van de ijsbaan. Daarom is het voorontwerp gewijzigd in die zin dat binnen de aanduiding 'ijsbaan' gebouwen zijn toegestaan ten behoeve van de ijsbaan. Bebouwing is toegestaan tot een oppervlakte van 25 m2 en een bouwhoogte van 3,5 m.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie wordt gedeeltelijk overgenomen.
1b. Ten aanzien van het Groene Kwadrant: het vergroten van het perceel voor een bedrijfswoning. Toelichting: Er zijn plannen om een bedrijfswoning te realiseren op het meest zuidoostelijke kadastrale perceel van het Groene Kwadrant. Het gaat om perceel kadastraal bekend gemeente Noordoostpolder sectie FZ nummer 448. De ruimte hiervoor is in het voorontwerp erg klein. Graag zou ik de bestemmingsgrens 15 meter opgeschoven willen hebben in zuidoostelijke richting. Hier ligt een perceel kadastraal bekend gemeente Noordoostpolder sectie FZ nummer 450. Dit perceel heeft in het voorontwerp de bestemming “bos”. Er is hier echter gedeeltelijk geen bos. De strook tegen het water is voor een deel begroeid met gras.
Uit een bezoek ter plaatse is gebleken dat op de locatie waar inspreker 1 aangeeft dat er wellicht een bedrijfswoning komt geen bomen meer staan. Er is geen bezwaar tegen de het opschuiven van de bestemmingsgrens ter plaatse. Het plan is conform de inspraakreactie aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan en is overgenomen.
1c. Wat is op het Groene Kwadrant het aantal chalets waar permanente bewoning vanwege een persoonsgebonden overgangsrecht niet direct hoeft te worden beëindigd?
Er is op recreatieterrein 'Het Groene Kwadrant' aan 5 percelen een persoonsgebonden overgangsrecht toegekend voor de voortzetting van permanente bewoning van een recreatieverblijf (chalet). Deze bepaling ligt in lijn met de kruimelgevallenregeling uit het Besluit omgevingsrecht (Bor). Het moet onder meer gaan om permanente bewoning van een recreatiewoning die vóór 1 november 2003 is begonnen en die sindsdien onafgebroken heeft voortgeduurd. Indien de bewoning wordt gestaakt vervalt het persoonsgebonden overgangsrecht.
Overigens zal het aantal van 5 percelen ingevolge een hieronder vermelde ambtshalve wijziging oplopen tot 9.
Conclusie: de inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het voorontwerp, de vraag is beantwoord.
1d. Mag een bedrijfswoning op een bedrijventerrein ook een inhoud hebben van 700 m3?
Zoals blijkt uit de toelichting van het 'Paraplu-bestemmingsplan ten behoeve van het uitsluiten van dienstwoningen op bedrijventerreinen' is 600 m3 de gangbare inhoud voor een bedrijfswoning op een bedrijventerrein. Aan deze norm wordt vastgehouden.
Conclusie: de inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het voorontwerp, de reactie wordt niet overgenomen.
1e. Op de plankaart staat een bestemming 'Wonen – woonwagenstandplaats' aangegeven. Dit is niet correct hier is een aula voor een begraafplaats gevestigd.
Het bestemmingsvlak is naar aanleiding van deze reactie aangepast en heeft nu de bestemming 'Maatschappelijk'. Onder deze bestemming past een aula ten behoeve van een begraafplaats.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
1f. Kan er voor de sportvelden een groter bouwvlak worden aangegeven in verband met mogelijke toekomstige bouwplannen?
Er is sportbeleid in de maak in de gemeente Noordoostpolder. Hier wordt niet op vooruitgelopen. Het staat daarbij volledig open wat voor consequenties dit sportbeleid heeft, maar duidelijk is dat een gemeentebrede integrale afweging nog moet worden gemaakt. Daarom wordt geen groter bouwvlak opgenomen.
Conclusie: de inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het voorontwerp, de reactie is niet overgenomen.
1g. Er staat nog een benzinepomp aangegeven aan de Meerweg 2. Die is inmiddels verdwenen.
In overleg met de eigenaar is de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' geschrapt.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
1h. De Stiepe heeft bestemming 'Horeca', maar expliciet zonder hotelfunctie. Deze hotelfunctie is nodig voor het voortbestaan van 'De Stiepe'. Een logiesfunctie gekoppeld aan het behoud van de zalen voor feesten en gelegenheden zou goed zijn voor het dorp, omdat 'De Stiepe' daarmee kan worden behouden.
In het bestemmingsplan 'Rutten', vastgesteld op 26 augustus 1982 en onherroepelijk geworden op 6 november 1985. Heeft het perceel waarop 'De Stiepe' is gelegen de bestemming 'Horeca' (artikel 6). Uit de begripsbepalingen van dit plan blijkt dat onder 'Horecabedrijf' moet worden verstaan: “een ruimte, welke door haar indeling en inrichting kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak te dienen voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse.” Hieronder valt niet het aanbieden van overnachtingsgelegenheid. Het bestemmingsplan 'Rutten' (1982) laat geen logies toe voor het perceel.
In het kader van de actualisaties is besloten aan 'Horeca'-bestemmingen in de dorpen in beginsel standaard een hotelfunctie toe te kennen.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
1i. De bedrijfswoning aan de Ambachtstraat 3 mist.
Voor de betreffende woning is op 6 januari 1987 een bouwvergunning verleend. Naar aanleiding van de opmerking is de verbeelding aangepast. Er is een aanduiding voor een bedrijfswoning opgenomen.
C
onclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
1j. Is aan de Sportweg 41 ook detailhandel mogelijk? Bijvoorbeeld het vestigen van een winkel.
De aanduiding 'detailhandel' maakt de vestiging van een winkel mogelijk. Artikel 18 van het bestemmingsplan met betrekking tot de bestemming 'Wonen' bepaalt dat de gronden met de aanduiding wonen mogen worden gebruikt voor detailhandel. Een winkel past onder deze omschrijving.
Conclusie: de inspraakreactie leidt niet tot het aanpassen van het voorontwerp, de vraag is beantwoord.
2. Inspreker 2
2a. Inspreker 2 merkt op dat artikel 19 'Wonen – Voormalig agrarisch bedrijf' een wijziging inhoudt ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Hij geeft aan dat hij volgens het voorontwerp 20 procent van het bouwvlak mag bebouwen en dat dit volgens het geldende bestemmingsplan 20 procent van het perceel is. Inspreker 2 wil dat de 20 procent maximale bebouwing slaat op zijn hele perceel.
Onder het geldende plan is binnen het bouwvlak bebouwing in de vorm van gebouwen toegestaan met een maximum oppervlak van 20 procent van het bestemmingsvlak. In het voorontwerp is dat 20 procent van het bouwvlak. Dit betekent een beperking ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Er zijn geen redenen voor deze beperking. Naar aanleiding van de inspraakreactie is het voorontwerp aangepast. Hierbij is overigens uitgegaan van een maximaal percentage bebouwing (voor gebouwen) die moet worden gerealiseerd binnen het bouwvlak van 20 procent van het bestemmingsvlak en niet van het perceel. Nu het perceel en het bestemmingsvlak elkaar volledig overlappen gaat de gemeente ervan uit dat het voorontwerp conform de inspraakreactie is gewijzigd.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
2b. Inspreker 2 geeft verder aan dat hij het bouwvlak op zijn perceel vergroot zou willen zien. Hij heeft de gewenste vergroting aangegeven op een bij de inspraakreactie bijgevoegde tekening. Deze tekening is te vinden in bijlage 1 van deze inspraak- en overlegnota. Kort weergegeven komt de vergroting erop neer dat inspreker 2 de bebouwingsgrens richting de weg wil verplaatsen tot deze in lijn ligt met de voorgevel van zijn boerderij. Hij wil deze wijziging in verband met de voorgenomen bouw van een serre aan zijn schuur.
De voorgestelde wijziging ligt in lijn met bouwregels voor erven in het buitengebied. Hiervoor geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd voor de voorgevelrooilijn van de woning. De voorgestelde wijziging gaat uit van dit principe. Ook bestaat er stedenbouwkundig geen bezwaar tegen het verplaatsen van de bouwgrens. Er ontstaat door de wijziging een mooi overzichtelijk bouwvlak. Het bouwvlak wordt conform de zienswijze aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
Vanaf 7 juli 2011 hebben onder meer overheidsdiensten gedurende zes weken de gelegenheid gekregen hun advies uit te brengen aangaande het bestemmingplan 'Rutten'. In het kader van overleg zijn de VROM-inspectie, het Waterschap Zuiderzeeland, de provincie Flevoland en de Vereniging Dorpsbelangen Rutten om advies gevraagd. Naar aanleiding van een verzoek daartoe is voor de provincie Flevoland de periode voor het uitbrengen van advies met twee weken verlengd.
Overlegreacties
Hieronder staat een weergave van de binnengekomen overlegreacties met daaronder cursief de reactie van de gemeente.
1a. De VROM-inspectie merkt op dat de redactie van artikel 28, lid 8, sub a ten aanzien van het persoonsgebonden overgangsrecht voor het permanent bewonen van recreatiewoningen onduidelijk is omdat hiermee een overgangsregeling voor het gebruik als recreatiewoning wordt getroffen, terwijl dit het gebruik van de recreatiewoning voor permanente bewoning moet zijn.
Artikel 28.8, sub a, is op dit punt overeenkomstig de overlegreactie aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
1b. De VROM-inspectie geeft aan dat het uitgangspunt van rijksbeleid is dat recreatiewoningen niet permanent mogen worden bewoond, maar dat een vergunning voor permanente bewoning mogelijk is voor een ieder die sinds 1 november 2003 een recreatiewoning onafgebroken permanent bewoont. Iemand die hieraan voldoet mag voor 1 janauri 2010 geen handhavingsbesluit ter zake van de onrechtmatige bewoning hebben ontvangen. Artikel 28, lid 8 zoals dat nu is opgenomen is hiermee in strijd omdat hiermee persoonsgebonden overgangsrecht wordt toegekend aan diegenen die bij het ter inzage leggen van het ontwerp een recreatiewoning permanent bewonen. De VROM-inspectie verzoekt om artikel 28, lid 3 daarom aan te passen.
Artikel 28 lid 8, sub a en b worden aangepast op de wijze die de VROM-inspectie voorstaat. Hierbij maken wij de volgende kanttekeningen. De locaties waarvoor persoonsgebonden overgangsrecht geldt, zijn aangeduid op de verbeelding (plankaart). Dit is alleen gebeurd voor percelen en dus ook voor personen die voldoen aan de criteria die de VROM-inspectie schetst. Dat hierdoor verwarring ontstaat kunnen wij begrijpen. Artikel 28, lid 8, sub a en b is daarom aangepast. De tweede kanttekening die we maken is dat artikel 28, lid 3, gaat over bouwen in strijd met het vorige bestemmingsplan en dat die bepaling niet hoeft te worden aangepast. Bewoning wordt geregeld door de bepalingen over gebruiksovergangsrecht.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is deels overgenomen.
1c. De VROM-inspectie geeft aan dat een bepaling die regelt dat het persoonsgebonden overgangsrecht voor het permanent bewonen van een recreatiewoning eindigt bij staken van het gebruik door de bewoner ontbreekt.
In artikel 28, lid 8, sub a, derde zin is deze bepaling al opgenomen. Hierbij gaat het wel om het gebruik als recreatiewoning. Dit moet zijn het gebruik van de recreatiewoning voor permanente bewoning. Op dit tweede punt is de bepaling aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is deels overgenomen.
1d. De VROM inspectie doet het verzoek om in de artikel 13 'Recreatie' een expliciet verbod op te nemen voor permanente bewoning van recreatiewoningen.
Naar aanleiding van dit verzoek is een verbod opgenomen.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
Het waterschap heeft geen reactie ingediend. De gemeente gaat er vanuit dat het waterschap geen opmerkingen ten aanzien van het plan heeft.
Er is van de provincie Flevoland geen overlegreactie met betrekking tot het voorontwerp bestemmingsplan 'Rutten' ontvangen.
4a. Dorpsbelangen merkt op dat er aan de Ruttenseweg geen woonwagenstandplaats meer is maar dat er nu een aula staat.
Het plan is op dit punt aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
4b. Dorpsbelangen merkt op dat er aan de Meerweg 2 geen benzinepomp meer gevestigd is.
Het plan is op dit punt aangepast.
Conclusie: de reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan, de reactie is overgenomen.
Los van de ingekomen inspraak- en vooroverlegreacties is het plan op de volgende punten aangepast:
1. Uit afstemming met de afdeling handhaving is gebleken dat er nog vier extra percelen op het Groene Kwadrant in aanmerking komen voor een persoonsgebonden overgangsrecht voor permanente bewoning van een recreatieverblijf. Deze zijn toegevoegd. Het gaat specifiek om de nummers 7-5, 7-37, 7-51 en 7-52. Het totaal aantal percelen komt daarmee op 9.
2. Tijdens de verwerking van de inspraak- en overleg reacties is gebleken dat bestemmingsplan 'Meerweg 2 en Meerweg 55 te Rutten 2007' zoals vastgesteld op 8 november 2007 en onherroepelijk geworden op 17 april 2008 niet correct in het voorontwerp is opgenomen. Deze omissie is hersteld en de aanduidingen voor verkoop van motorbrandstoffen zijn in overleg met de eigenaar van de betrokken gronden geschrapt. Voornoemd bestemmingsplan is tevens opgenomen in de lijst van “Vigerende bestemmingsplannen” (bijlage 1 van de toelichting) bij de toelichting.
3. Tijdens de verwerking van de overleg– en inspraakreacties is gebleken dat de bedrijveninventarisatie nog incompleet was. De tabel is aangevuld met de ontbrekende gegevens. Het gaat dan om de SBI-codes, de categorieën van de bedrijven, en de gewenste bestemmingsregeling.
4. Een aantal bouwvlakken hadden in het voorontwerp bestemmingsplan 'Rutten' niet dezelfde diepte als in de vigerende bestemmingsplannen. Dit is conform de bestaande regeling aangepast opgenomen in het ontwerp, met dien verstande dat in sommige gevallen de bouwgrens aan de voorzijde in verband met aanwezige erkers een meter naar de wegzijde is opgeschoven.
5. De begraafplaats is op verzoek van de gemeentelijke begraafplaatsbeheerder uitgebreid.
6. Binnen de bestemming 'Groen' is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor een gebouwtje ten behoeve van het beheer en onderhoud van speelvoorzieningen.
Op basis van de vooroverleg- en inspraakreacties is het ontwerpbestemmingsplan opgesteld.
Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat door een ieder zienswijzen omtrent het ontwerp bij de gemeenteraad naar voren kunnen worden gebracht. Het ontwerp bestemmingsplan heeft met ingang van 29 maart 2012 gedurende 6 weken ter visie gelegen. Tijdens deze periode is er één zienswijze ingediend. De samenvatting en de beantwoording van deze zienswijze is opgenomen in bijlage 3. Tevens is het bestemmingsplan ambtshalve - dat wil zeggen: los van reacties van derden - op een aantal punten aangepast. In bijlage 4 is aangegeven welke ambtshalve wijzigingen zijn doorgevoerd.