Plan: | Bant |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0171.BP00502-VS01 |
Inleiding
In de Nota Ruimte (2006) zijn de drietrapsstrategieën vastgelegd voor:
De waterparagraaf maakt inzichtelijk hoe het vigerend waterbeleid is vertaald naar waterhuishoudkundige inrichtingsmaatregelen binnen het plangebied van de kern van Bant. Hoe wordt in dit plangebied omgegaan met water en op welke wijze draagt de inrichting bij aan:
Proces van de Watertoets
Aan de hand van de beslisboom (figuur 1 blz. 14) uit het Waterkader van het Waterschap Zuiderzeeland (januari 2007) kan voor het voorliggende plan de procedure kleine plannen worden gevolgd.
Beschrijving van het watersysteem
Het plan ligt niet binnen de kern-, vrijwarings- of buitenbeschermingszone van een waterkering. Het is daarom niet te verwachten dat het plan van invloed zal zijn op de veiligheid van een waterkering.
Er wordt in het plan geen gebruik gemaakt van bodemenergie, ofwel warmte koude opslag.
Wateroverlast
Herziening van het bestemmingsplan Bant heeft geen gevolgen voor de huidige situatie. Er vindt geen toename van verhard oppervlak en/of het verdwijnen van ruimte voor waterberging plaats. Dit geeft geen aanleiding om compenserende maatregelen te treffen in het kader van het principe “waterneutraal bouwen” om piekafvoeren te kunnen opvangen. Voor dit gebied geldt de afvoernorm van stedelijk gebied. De maximale afvoer uit het gebied is daarbij 1,5 l/s/ha bij een neerslagsituatie met een herhalingstijd van 100 jaar.
Goed functionerend watersysteem
Het bestemmingsplan Bant ligt in het beheergebied van de Lage Afdeling. Het streefpeil voor zowel de zomer als de winterperiode in de Lemstervaart is -5.70 m NAP.
De maaiveldhoogte in het woongebied bedraagt gemiddeld -3.50 m NAP.
De bestaande bedrijven en woningen in het plangebied Bant voldoen voldoende aan de minimale drooglegging voor stedelijk gebeid van 1,20 meter, rekeninghoudend met het hiervoor gehanteerd Normaalwaternormpeil (N.W.-normpeil). Er zijn geen structureel nadelige gevolgen aanwezig voor en door (grond)water in de omgeving.
Goede structuur diversiteit
Bij de inrichting van het bestaande watersysteem wordt gestreefd naar het behouden van een ecologisch gezond watersysteem.
Goed omgaan met afvalwater
Het overgrote deel van het hemelwater binnen het bestaande woon- en bedrijvengebied is aangesloten op de riolering. Bij toekomstige vervanging van het bestaande rioleringsstelsel, worden kansen benut om het relatief schone regenwater verder te scheiden van de bestaande afvalwaterstroom.
Goede oppervlaktewaterkwaliteit
In de bestaande dorpskern van Bant is een verbeterd gemengd rioleringsstelsel aangelegd. Het stelsel van Bant heeft één riooloverstort op de Lemstervaart. Over een grote lengte van circa 460 meter moet het incidenteel tijdens hevige regenval af te voeren rioolwater afkomstig uit het stelsel direct kunnen afvoeren op de Lemstervaart. Binnen deze lengte is een bergbezinkriool opgenomen, gesitueerd in het verlengde van de westoostelijk gerichte kavelsloot ter hoogte van de Vorenpakker. Voordat het rioolwater daadwerkelijk afvoert naar de Lemstervaart vindt in het voor de overstort aanwezig bergbezinkriool bezinking van de in het afvalwater aanwezige drijvende stoffen plaats. Hiermee wordt de vuiluitworp op het oppervlaktewater zoals deze tijdens een riooloverstort gebeurtenis plaatsvindt met circa 50% teruggedrongen.
Het bedrijventerrein aan de Banterkade is voorzien van een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel. De eerste zogenoemde “first flush” van het vuile ingezameld regenwater op het bedrijventerrein wordt met de droogweerafvoer met behulp van een aanwezige pompput aan de Banterkade afgevoerd naar het hoofdgemaal van het waterschap Zuiderzeeland aan Dwarsstraat-Oostakker. Via dit hoofdgemaal vindt verdere transport plaats naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie te Tollebeek. Het overige af te voeren regenwater wordt direct afgevoerd naar de Lemstervaart.
De meest recent gerealiseerde uitbreidings- en inbreidingsplannen voor woningbouw, zoals Bant Zuidoost en Zuidakker/Zuidwend zijn voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel. Op grond van de door de waterbeheerder vastgestelde criteria, kan het afvloeiende regenwater vanaf de in deze woongebieden aanwezige verharde oppervlakken als ”schoon regenwater” worden gedefinieerd. Deze oppervlakken zijn mede relatief “schoon” door het niet toepassen van uitlogende bouwmaterialen.