direct naar inhoud van 2.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis
Plan: Tussen Grachten en Vaarten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00486-VS01

2.2 Ruimtelijke ontstaansgeschiedenis

De gemeente Noordoostpolder ligt in Nederlands twaalfde provincie, Flevoland. De gemeente heeft een oppervlakte van 59.620 hectare en telt 45.753 inwoners per 1 januari 2009.

Emmeloord fungeert als centrumplaats, omringd (op fietsafstand) door tien dorpen: Bant, Creil, Ens, Espel, Luttelgeest, Kraggenburg, Marknesse, Nagele, Rutten en Tollebeek. Sinds 1962 is de Noordoostpolder een zelfstandige gemeente. Het karakter van de gemeente is sterk agrarisch. De ruimtelijke structuur van de polder wordt mede bepaald door de volgende elementen:

  • groene lijsten: boerderijen en dorpen als groene eilanden in de open agrarische ruimte;
  • ringen: IJsselmeerdijk en voormalige Zuiderzeedijk en de dorpenringweg;
  • radialen: het assenkruis dat de dorpenringweg met Emmeloord verbindt;
  • hiërarchische en concentrische opbouw;
  • verkaveling volgens een modulair systeem op basis van een standaardkavel
    (300 m x 800 m).

afbeelding "i_NL.IMRO.0171.BP00486-VS01_0001.jpg"

Historie

Emmeloord ligt op de bodem van de voormalige Zuiderzee. De drooglegging van de Zuiderzee was een ambitieus Nederlands waterstaatkundig project uit het begin van de twintigste eeuw. Tussen 1927 en 1932 vond de afsluiting van de voormalige Zuiderzee plaats en begon de overheid met de aanleg van drie IJsselmeerpolders: de Wieringermeer (1927-1930), de Noordoostpolder (1936-1942) en de Flevopolder (1957-1968). Met de winning van dit nieuwe land, kreeg de overheid de omvangrijke taak om een gehele provincie in te richten en bewoonbaar te maken. De overheid bepaalde de situering van de dorpen, de verkaveling van de polder en het verloop van wegen en kanalen.

De Noordoostpolder vertoont duidelijke kenmerken van een rationeel landschap uit de 20e eeuw. Het belangrijkste kenmerk van de Noordoostpolder is dat het is ontworpen als eenheid, waarbij landschap, stedenbouw en architectuur onderdeel uitmaken van één integraal ontwerp. Het polderconcept, de concentrische opbouw op verschillende niveaus, is kenmerkend voor de ruimtelijke structuur. Vanwege het integrale ontwerp en de gaafheid van het landschap zijn de Noordoostpolder (en Urk) in de rijksnota Belvedère gerangschikt onder de cultuurhistorisch meest waardevolle gebieden in Nederland.

Emmeloord ontleent zijn naam aan het dorpje op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland.

Dit eiland lag in de Zuiderzee. Het dorpje heette vroeger (1478) Emelwerth. Eem, het eerste deel van Emel-, komt van het Germaanse ami, een algemene aanduiding voor een natuurlijk waterverloop. Werth betekent terp. Vanaf 1650 zien we echter dat de naam omgezet is naar Emeloirt. Oirt (door de i achter de o spreek je het uit als oort) betekent punt, net als in Dinteloort en IJoort (later IJdoorn). De overgang van werth naar oort heeft waarschijnlijk te maken met de afbrokkeling van het eiland Schokland. Daardoor was Emelwerth steeds minder een terp (heuvel in het land) maar kwam steeds meer op de punt (oirt) van het eiland te liggen.

Karakteristiek

Structuur

De oudste schil van Emmeloord bestaat uit een aantal woonwijken rondom het centrum die doorsneden worden door brede wegen (de Espelerlaan, de Boslaan, de Sportlaan, de Korte Dreef en de Lange Dreef). Ze horen tot de eerste bouw in Emmeloord en zijn veelal als een eenheid ontworpen. Er is een grote samenhang tussen architectuur en stedenbouwkundig plan.

De oostwest-as, grenzend aan het plangebied, is samengesteld uit de Kampwal, Meeuwenkant en Schokkerwal met taluds en bomenrijen en de Korte Dreef en de Lange Dreef met rijen drielaagse bebouwing. Het ziekenhuis en het bejaardentehuis aan beide uiteinden van deze as markeren de entrees van de stad. Zowel de Korte Dreef als de Lange Dreef zijn hoger en bieden een meer stedelijke aanblik, terwijl de bebouwing aan de overzijde van de Lange Dreef (Kampwal, Meeuwenkant en Schokkerwal) kleinschaliger is en duidelijk tot een woonwijk behoort.

Ten zuiden van het centrum is er een patroon van brede hoofdstraten met groenstroken en smallere zijstraten zichtbaar. Strokenbouw begeleidt de straten. Langs de Zuiderkade is de bebouwing weer hoger en stedelijker, ooit bedoeld om de overgang tussen stad en polder te benadrukken. De drielaagse bebouwing vormt een stedelijke wand. De woonwijk is tegen het oudste bedrijventerrein van Emmeloord gebouwd. De overgang is enigszins abrupt.

Bebouwing

De bebouwing in de "Oudste schil" biedt een traditioneel beeld dat goed past binnen de architectuurstroming de "Delftse School". De bebouwing bestaat uit bakstenen muren, rode pannendaken en houten kozijnen. De woningen zijn in stroken gebouwd (vier of meer woningen) en bestaan uit één of twee bouwlagen. De woningen zijn smal en ondiep. De woningen langs de Lange Dreef bieden een stedelijker beeld. Het zijn portiek- of bovenwoningen van drie bouwlagen. De balkons en schoorstenen zijn beeldbepalend. De recente nieuwbouw in de Vogelbuurt bestaat uit halfvrijstaande woningen en appartementengebouwen. Ze wijken af van de bestaande bebouwing. De kleuren zijn vaak lichter of sprekender. Platte daken komen ook voor.

Functies

Het blijkt dat verspreid over het plangebied, veelal geconcentreerd in enkele clusters, zich diverse voorzieningen bevinden, zoals kerken, een dagverblijf voor gehandicapten kinderen en ouderen en een verenigingsgebouw in de wijk. De detailhandelsvoorzieningen in het onderhavige bestemmingsplan zijn met name geconcentreerd aan de Zuiderkade.

Verder zijn er diverse kantoren in het plangebied gelegen en ook de nodige bedrijven. Daarnaast bevinden zich er bovendien nog een paar horecavoorzieningen.