direct naar inhoud van Artikel 7 Groen
Plan: Nagele
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0171.BP00482-VS01

Artikel 7 Groen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Groen ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing', tevens voor gebouwen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin', tevens voor volkstuinen;
  • d. kunstwerken;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. evenementen;
  • g. speelvoorzieningen, tot een oppervlakte van niet meer dan 500 m² per bestemmingsvlak;

met daarbijbehorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, landhoofden daaronder begrepen;
  • i. andere-werken;
  • j. speelvoorzieningen;
  • k. water, waterhuishoudkundige voorzieningen en wadi's;
  • l. voet- en fietspaden;
  • m. in- en uitritten ten behoeve van aangrenzende percelen.
7.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

7.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bebouwing';
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 20 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. er mag alleen gebouwd worden met een plat dak;
  • e. op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan bestaande bebouwing met afwijkingen in maten en afmetingen mag gehandhaafd worden.
7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van speeltoestellen en speelvoorzieningen mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken, licht- en vlaggemasten mag niet meer dan 12 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.
7.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.1 en een gebruik van gronden voor parkeerdoeleinden toestaan.

7.3.1 Afwegingskader

Een in 7.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid.