Artikel 25 Algemene afwijkingsregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. de bij recht in de regels gegeven afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten, tot ten hoogste 10% van die afmetingen en percentages;
-
b. de bestemmingsregels en kan worden toegestaan dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten wordt vergroot, mits:
-
1. de antenne niet wordt geplaatst op een bestaand hoog bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een reclamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen hoog bouwwerk;
-
2. de antenne niet wordt geplaatst op gronden met de bestemming Natuur of met de dubbelbestemming Waarde - Natuur en landschap;
-
3. de antenne wordt geplaatst in aansluiting op grote infrastructuurlijnen;
-
4. de mast radiografisch noodzakelijk is;
-
5. de bouwhoogte van een mast, inclusief antenne, ten hoogste 40 m bedraagt;
-
6. het aantal masten binnen de gemeente niet meer bedraagt dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit conform het Plaatsingsplan, zoals vastgesteld door het Rijk, de VNG en de gezamenlijke mobiele telefoonaanbieders;
-
7. is aangetoond dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
c. het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen en kan worden toegestaan dat vóór een voorgevel wordt gebouwd op de wijze van:
-
1. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
-
2. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
-
3. erkers over maximaal de halve gevelbreedte, ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;
mits de afstand vanuit de voorgevel niet meer dan 1,5 m bedraagt;
-
d. de bestemmingsregels ten aanzien van het bouwen van gebouwen, waaronder overkappingen, en toestaan dat ten behoeve van het kleinschalig kamperen, gebouwtjes, waaronder overkappingen, ten behoeve van sanitaire voorzieningen, mits:
-
1. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen, waaronder overkappingen, per kampeerterrein ten hoogste 50 m² bedraagt;
-
2. de goothoogte van een gebouw of een overkapping ten hoogste 3 m bedraagt;
-
3. de dakhelling van een gebouw of een overkapping ten minste 18º bedraagt;
-
4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
e. ten behoeve van (bouw)projecten voor aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande water- en groenvoorzieningen, alsmede aanpassing van bestaande wegvoorzieningen, mits deze kleinschalig zijn, niet samenhangen met een nieuwe planmatige uitbreiding en mits het karakter van de bestaande voorziening c.q. weg niet verandert;
-
f. ten behoeve van (bouw)projecten voor openbare (nuts)voorzieningen, religieuze voorzieningen, voorzieningen voor het openbaar vervoer of het wegverkeer, alsmede voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik en natuurbeheer met een maximum oppervlakte van 75 m2, mits:
-
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan of onevenredige hinder of beperkingen oplevert voor aangrenzende of nabij gelegen functies of bestemmingen;
-
2. geen sprake is van onevenredige aantasting of afbreuk van natuur en landschap;
-
3. naar aard en schaal passend in de stedenbouwkundige structuur en omgeving.