direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingen
Plan: Het Onderdijks 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0166.00991110-VB01

5.3 Bestemmingen

In het bestemmingsplan 'Het Onderdijks 2013' komen de volgende bestemmingen voor:

5.3.1 Algemene aanduidingsregels

In het bestemmingsplan ‘Het Onderdijks 2013’ wordt gebruik gemaakt van de volgende gebiedsaanduidingen: - Vrijwaringszone - dijk

Deze aanduiding is neergelegd aan de zuidzijde van de IJsseldijk.

5.3.2 Bedrijf

De bestemming Bedrijf is opgenomen voor het bestaande tuincentrum/hoveniersbedrijf aan de Venedijk Noord 2. Bebouwing dient binnen het bouwvlak te worden geplaatst. De bestaande bedrijfswoning is positief bestemd.

Afwijken en wijzigen

Middels het afwijken van de gebruiksregels is het mogelijk bedrijven te vestigen anders dan een tuincentrum/hoveniersbedrijf welke hiermee vergelijkbaar zijn of bedrijven te vestigen uit een hogere categorie die kunnen worden gelijkgesteld met een tuincentrum/hoveniersbedrijf.

5.3.3 Bedrijf - Nutsvoorziening

Deze bestemming is bedoeld om de meer grootschalige nutsvoorzieningen in het openbare gebied te bestemmen. Het gaat dan om nutsvoorzieningen die niet vergunningsvrij kunnen worden gebouwd.

5.3.4 Groen

Openbare groengebieden die behoren tot het structurele groen hebben de bestemming ‘Groen’ gekregen. Binnen deze bestemming komen bijvoorbeeld parken, speelvoorzieningen en groenstroken voor.
In de bestemming ‘Groen’ zijn paden voor langzaam verkeer (fiets- en voetpaden) toegestaan. Uitgangspunt is dat enkel openbaar groen (d.w.z. geen particulier eigendom) als ‘Groen’ wordt bestemd. Bermen of tussenstroken bij fietspaden en wegen worden in de bestemming ‘Verkeer-verblijfsgebied’ geregeld. Parkeervoorzieningen zijn niet toegestaan in de bestemming ‘Groen’.
De grotere groenvoorzieningen, zoals de dijk langs de IJssel, de groene randen van het gebied, de groenzones tussen de wijken en centraal door de wijken slingerende groenvoorzieningen, hebben de bestemming ‘Groen’ gekregen. Op deze wijze is het structuurgroen beschermd. Insteek is dat gronden met de bestemming Groen dusdanig belangrijk groenvoorzieningen zijn, dat verkoop van gronden met deze bestemming aan particulieren niet mogelijk is.

Geluidwal

Langs de mr. J.L.M. Niersallee is de aanduiding 'geluidwal' opgenomen om hier de aanleg van een geluidwal, het plaatsen van een geluidscherm of een combinatie van beiden juridisch mogelijk te maken.

Afwijken en wijzigen

Er is een wijzigingsbevoegdheid mogelijk van ‘Groen’ naar ‘Verkeer of Verkeer -Verblijfsgebied’. Op deze wijze kan op een makkelijke manier medewerking worden verleend aan een verbreding van het straatprofiel of de aanleg van extra parkeerplaatsen, terwijl tegelijk wel geborgd is dat omwonenden hierop (procedureel) kunnen reageren. De stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorishe waarden van het betreffende gebied moeten dit dan wel mogelijk maken.

5.3.5 Maatschappelijk

De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen. Dit volgt uit de begripsbepaling ten aanzien van het begrip ‘maatschappelijke voorzieningen’ (zie artikel 1). Er is van afgezien om specifiek op de betreffende functie toegesneden aanduidingen dan wel bestemmingen toe te kennen. De reden daarvoor is dat de verschijningsvorm van ‘het gebouwde’ bepalender is dan het feitelijke gebruik dat daarvan wordt gemaakt. Door nu de te onderscheiden functies onder één noemer te brengen, is een onderlinge uitwisselbaarheid mogelijk, waarmee adequaat op ontwikkelingen in deze sector kan worden ingespeeld.

Ten behoeve van de bouw van bijgebouwen, zoals een fietsenstalling of buitenberging is het toegestaan om buiten het bouwvlak 50 m² aan bijgebouwen te bouwen met een hoogte van maximaal 3 meter, dan wel de eerste verdiepingslaag vermeerderd met 30 cm.

5.3.6 Tuin

De bestemming ‘Tuin’ is toegekend aan die gronden waarvan het uit stedenbouwkundige overwegingen wenselijk is dat deze niet worden bebouwd. Binnen deze bestemming is wel een erkerregeling opgenomen, zodat onder bepaalde voorwaarden een erker aan de voorkant mogelijk is. Voor het overige is bouwen hier niet toegestaan, met uitzondering van andere bouwwerken zoals erfafscheidingen.

Afwijken en wijzigen

Er is een afwijking opgenomen ten behoeve van het bouwen van een hoofdgebouw tot 2 meter op de bestemming 'Tuin'. Op deze wijze kan op een makkelijke manier medewerking worden verleend aan een andere situering van hoofdgebouwen, terwijl tegelijk wel geborgd is dat omwonenden hierop (procedureel) kunnen reageren. De stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorishe waarden van het betreffende gebied moeten dit dan wel mogelijk maken.

5.3.7 Verkeer - Verblijfsgebied

De hoofdwegen hebben de bestemming ‘Verkeer’ gekregen. In de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ zijn de lokale wegen en de verblijfsgebieden zoals straten en pleinen opgenomen. Hier zijn naast verkeersdoeleinden ook groen en speelvoorzieningen mogelijk. Ter plaatse van de aanduiding ‘markt’ zijn de bestaande markten en standplaatsen met bijbehorende marktkramen mogelijk gemaakt. Een ontheffing is opgenomen om medewerking te kunnen verlenen voor het gebruik van gronden voor een terras.

Afwijken en wijzigen

Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om een wijziging naar 'Tuin' of 'Wonen' (zonder bouwvlak)
mogelijk te maken.

5.3.8 Water

De waterbestemming wordt gegeven aan sloten, vijvers, riviertjes, meren ed. Ook de bij het water behorende kunstwerken en voorzieningen vallen binnen deze bestemming. Kleine bruggen voor wandelaars en fietsers vallen ook binnen de bestemming.

5.3.9 Wonen

De bestaande woonbebouwing is opgenomen in de bestemming ‘Wonen’. Binnen deze bestemming zijn grondgebonden woningen toegestaan. Wanneer er sprake is van de aanduiding 'gestapeld' is ook gestapelde woonbebouwing mogelijk. Vrijstaande woningen zijn specifiek aangeduid, wanneer vanuit stedenbouwkundig oogpunt vrijstaande bebouwing wenselijk is. De hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak. Daarbij zijn op de verbeelding de maximum goot- en bouwhoogten aangegeven. Platte daken zijn specifiek geregeld door het gebruik van de aanduiding 'plat dak'.
Bestaande garages/bergingen/entreepartijen voor de voorgevel krijgen de aanduiding ‘bijgebouwen’. Erkers worden binnen de bestemming 'Tuin' geregeld.

Binnen de bestemming Wonen is het met afwijking en onder bepaalde voorwaarden mogelijk om een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen.

In de bestemming ‘Wonen’ komt in één enkel geval de aanduiding ‘karakteristiek’ voor, voor bebouwing met een dusdanig naar de openbare ruimte gekeerd cultuurhistorisch waardevol gevelbeeld. Het gaat om de bescherming van het bestaande gevel- en straatbeeld. Er vindt geen bescherming plaats van gevels die niet naar de openbare ruimte zijn gericht, vaak achterkantsituaties. Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd nader eisen te stellen voor gebouwen met de aanduiding ‘Karakteristiek’.

Afwijken en wijzigen

Middels het afwijken van de regels is het mogelijk zowel beroepen als kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis uit te oefenen. Hierdoor zijn zaken als kapsalons en schoonheidssalons aan huis nu ook met een makkelijke procedure mogelijk. Hiernaast is ondergeschikte productiegebonden detailhandel toegestaan. Denk hierbij aan batterijenverkoop bij een horlogemaker, het zalfje en poedertje bij de schoonheidsspecialist, de haargel bij de kapper. Ook is het middels het afwijken van de regels mogelijk om een Bed & Breakfast aan huis te voeren. In de definitie van B&B wordt geregeld dat B&B-kamers niet kunnen worden omgezet naar permanente bewoning. Zo mag er geen zelfstandige kookgelegenheid aanwezig zijn. Al deze activiteiten zijn enkel in ondergeschikte vorm aan de woonbestemming mogelijk en mogen het woonkarakter niet aantasten. In de regels staan alle voorwaarden benoemd waaraan moet worden voldaan om af te wijken van het plan.

5.3.10 Woongebied

De bestemming 'Woongebied' is een flexibele bestemming welke vooral gebruikt wordt bij nieuw te bouwen woongebieden. Bij dergelijke nieuwbouwprojecten staat de inrichting van het gebied nog niet tot in detail vast. In de bestemming is een groot aantal functies mogelijk, zodat bij de daadwerkelijke inrichting van het perceel het bestemmingsplan voldoende ruimte biedt om de daadwerkelijk definitieve inrichting te realiseren. Binnen deze bestemming zijn grondgebonden woningen toegestaan. Er is veel vrijheid bij het kiezen van de locatie van het hoofdgebouw op de kavel. Via de regels zijn slechts een aantal minimale voorwaarden gesteld op het gebied van de afstand tot de voorste en zijdelingse perceelsgrens. De goot- en bouwhoogtes zijn op de verbeelding vastgelegd. In de regels is ook het maximaal aantal te bouwen woningen binnen deze bestemming vastgelegd.

5.3.11 Gemengd - Uit te werken

Voor dit gebied kan het bevoegd gezag een uitwerkingsplan vaststellen om de functies kantoren, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en detailhandel (tot maximaal 200m2) mogelijk te maken.
Bij het besluit tot vaststellen van een uitwerkingsplan dient te worden voldaan aan de uitwerkingsregels.

5.3.12 Woongebied - Uit te werken

Voor dit gebied kan het bevoegd gezag een uitwerkingsplan vaststellen om grondgebonden en gestapelde woningen, woonwagenstandplaatsen, maatschappelijke voorzieningen en detailhandel (tot maximaal 400m2) mogelijk te maken. Bij het besluit tot vaststellen van een uitwerkingsplan dient te worden voldaan aan de uitwerkingsregels. Deze uitwerkingsregels zijn mede opgesteld aan de hand van de al bestaande rechten.

5.3.13 Leiding

In het gebied is een aantal belangrijke leidingen gelegen. Het betreft een hoofdgasleiding en een hoofdwaterleiding. De leidingen zijn op de verbeelding weergegeven doormiddel van de dubbelbestemming ‘Leiding’. Een en ander laat onverlet de privaatrechtelijke regelingen die hierop van toepassing zijn. Uiteraard zijn in het plangebied nog diverse andere leidingen gelegen. Deze leidingen zijn vanwege het meer ondergeschikte karakter c.q. het belang hiervan voor het bestemmingsplan, niet in de planopzet meegenomen. Dit betekent niet dat deze leidingen niet worden beschermd; middels privaatrechtelijke contracten zijn deze belangen voldoende afgedekt.

----

Met deze dubbelbestemming worden de diverse ondergrondse leidingen bestemd. Het gaat hierbij om gas, elektriciteit en water. Niet alle leidingen worden bestemd, dit gebeurt pas vanaf een bepaalde grootte:

  • aardgastransportleidingen met een diameter van meer dan 4" en/of een druk van meer dan 40 bar;
  • transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3- categorie met een diameter van meer dan 4";
  • ondergrondse hoogspanningsleidingen vanaf 110 kV;
  • buisleidingen voor het transport van drinkwater met een doorsnede van 250 mm of meer;
  • buisleidingen voor het transport van afvalwater of stoom met een doorsnede van 1 m of meer.

Leidingen anders dan bovenstaand worden niet bestemmingsplantechnisch geregeld, in die zin dat ze in de Algemene gebruiksregels niet als strijdig gebruik worden aangemerkt.Door het neerleggen van een bepaalde breedte van deze bestemming, wordt de bij de diverse leidingen behorende vrijwaringszone geregeld.

5.3.14 Waarde - Archeologie

1, 2:

Binnen de bestemming ‘Waarde – Archeologie’ zijn de aanwezige en te verwachten archeologische waarden beschermd. De voor deze bestemming aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor hetbehoud en de bescherming van archeologische waarden. Bepaalde bodemingrepen die (te verwachten) archeologische waarden verstoren zijn enkel mogelijk wanneer archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden.

3:

Voor gebieden met archeologische waarden is een dubbelbestemming opgenomen. De binnenstad is een gebied waarin sprake is van hoge archeologische waarden (monumenten). In Kampen wordt voor deze gebieden de dubbelbestemming: Waarde - Archeologie 3 gebruikt. De bestemming regelt dat wanneer er bodemroerende ingrepen worden gepleegd die archeologische waarden kunnen schaden, er voorwaarden aan de omgevingsvergunning worden verbonden en een archeologisch onderzoek geëist wordt. In de Monumentenwet 1988 is een vrijstelling opgenomen voor kleine ingrepen, welke één op één in het bestemmingsplan is overgenomen. Het vrijstellingscriterium voor bodemingrepen en te bebouwen oppervlakten van plangebieden op deze vindplaatsen ligt in het geval bij ingrepen kleiner dan 100 m2 en niet dieper dan 0.3 m –min maaiveld.